Blackhawk
Museum
Danville - California (USA)
●
Wisseltentoonstelling van
klassiekers
●
Unieke en bijzondere creaties
●
Opmerkelijke vormgeving
en kleuren
●
Smetteloze restauraties
●
Meer musea onder één dak
september 2018 - laatste
aanvulling maart 2023
Flonkerende parade van topstukken
Exclusief, waardevol, in topconditie en soms
ook ronduit bizar. Die woorden typeren de auto’s in het Blackhawk Museum in het
Amerikaanse Danville. De promotiefolder heeft het over ‘one of the most
impressive classic car museums’. Dat is overdreven. Het is vooral een boeiende expositie van zo’n vijftig exemplaren uit een
veel grotere collectie die in wisselende samenstelling worden getoond. Ze
schitteren in de meest letterlijke zin. De tussenstop tijdens een lange tocht
door Amerika kost uiteindelijk meer tijd dan het zich bij aankomst liet aanzien.
 |
Het zal zo’n vijftien jaar geleden zijn dat de naam Blackhawk Museum voor het
eerst op mijn netvlies kwam. De aanleiding was een boek over de Bugatti Royale,
gekocht in het beroemde Schlumpf-museum in Mulhouse. Het beschrijft alle zes
exemplaren, hun historie, de achtereenvolgende eigenaren en de modificaties die
in de loop der jaren zijn aangebracht. Nieuwsgierig geworden, ben ik toen gaan
uitzoeken waar de Royales terecht waren gekomen, met als stille wens ze ooit
allemaal in het echt te kunnen bekijken. De speurtocht naar het model met chassisnummer 41150
- een klassiek gevormde Double Berline - leidde naar het Blackhawk Museum in
Danville. Daar kwam de auto terecht na verkoop van het grootste deel van de
collectie van de in 1978 overleden mega-verzamelaar Bill Harrah; hij had op zijn
beurt de auto overgenomen van collectioneur Jack Nethercutt.
Sinds het boek en het speurwerk is de naam Blackhawk blijven hangen. De Royale is
inmiddels al lang
verkocht en in particuliere handen.* Een bezichtiging zit er niet in. Van de zes Royales heb
ik er inmiddels vier gezien: twee in Frankrijk, één in Amerika en één in
Duitsland. Daar zal het wel bij blijven. Het is wel een leuke toevallige
bijkomstigheid dat juist deze reis zowel het Blackhawk-museum en het National
Automobile Museum in Reno (met een deel van de Harrah-collectie) als
bezichtiging van de Nethercutt Collection op het reisprogramma staan. Door de
Royale zijn ze met elkaar verbonden.
De nieuwsgierigheid naar het Blackhawk-museum is altijd gebleven. Als blijkt dat Danville
zo ongeveer op de route ligt van onze reis door het zuidwesten van Amerika, ligt
het voor de hand er eens te gaan kijken. Zeker omdat in de Amerikaanse vakpers
lovende woorden te lezen zijn over de collectie.
* Dit blijkt achteraf niet correct. Zie ook aanvulling onder dit artikel.
 |
Door deze Bugatti Royale kwam de
naam van Blackhawk destijds naar voren.
Hearst Castle
We zijn inmiddels een week onderweg. Gestart in Los Angeles, bereikten we San
Francisco via Highway 1, afgelopen zomer weer geopend na de aardverschuivingen van vorig jaar.
De kustlijn is indrukwekkend. Halverwege bezochten we Hearst Castle, het bizarre huis dat de
steenrijke krantenmagnaat William Randolph Hearst boven op de heuvel bij San
Simeon liet bouwen. Twintig minuten duurt de busreis over het landgoed vanaf het
Visitor Center op zeeniveau. Het gebouw telt 165 kamers en heeft het karakter
van een museum. Als kind
raakte Hearst tijdens een reis door Europa gefascineerd door de oudheid en de
middeleeuwse kunsten. Op latere leeftijd besloot hij een ‘huis’ in klassieke stijl
te laten bouwen, aangekleed met originele Europese kunst. Donkere houten
plafonds zijn afkomstig uit Italië, badkamerdeuren dienden eerst middeleeuwse
kerken, op schoorsteenmantels staat Grieks en Romeins aardewerk en de tuin is
opgesierd met marmeren beelden van beroemde beeldhouwers. Het binnen- en
buitenzwembad zijn uitgevoerd in Romeinse stijl. Waar het origineel niet voorhanden was,
werd uitgeweken naar namaak. Kunst en kitsch zijn met elkaar versmolten tot één
(protserig) geheel. Bijna dertig jaar duurde de bouw, onder leiding van de
vrouwelijke architect Julia Morgan. Eind jaren veertig was het huis klaar. Een
paar jaar na de oplevering overleed Hearst, waarna het geheel aan de staat
California werd geschonken.
 |
 |
Highway 1 voert langs de westkust en
laat je kennismaken met schitterende natuur.
Imponerende uitzichtpunten op vele
plaatsen.
Hearst Castle. De bijnaam kasteel is
voor dit huis niet overdreven. Antieke ornamenten sieren het interieur.
In de tuin staan overal klassieke
beelden.
De zwembaden zijn uitgevoerd in
klassieke Romeinse stijl.
In het Visitor Center staat een oude
brandweerauto van het domein, de inititalen van de eigenaar op de deur.
Pebble Beach
Honderdvijftig kilometer noordelijk van San Simeon ligt bij de stad Monterey het
landgoed Pebble Beach. Voor liefhebbers van oude auto's een naam met een
magische klank. Hier vindt jaarlijks de prestigieuze bijeenkomst plaats van 's
werelds meest bijzondere klassieke auto's. Hier troeven hun eigenaren elkaar af
met hun kostbare bezittingen in de strijd om the best of show. Hoewel er
op autogebied in oktober niets te zien is, waren we toch nieuwsgierig. Het
landgoed omvat een uitgestrekte villawijk en een aantal chique golfbanen. De
omgeving ademt een sfeer van luxe en exclusiviteit. De organisatoren van de
jaarlijkse autoshow hebben de manifestatie van een passend decor voorzien.
Door het gebied is een route van 17 mijl uitgezet waarbij je voor tien dollar
per auto langs de mooiste uitzichtpunten langs de kust wordt geleid. In de
tussentijd kun je een blik werpen op de luxe villa's. De duurste zijn op de
heuveltoppen gebouwd. Een aantal staat te koop. Een villa met zeezicht moet 35 miljoen
dollar opbrengen. Dan heb je wel meteen de top van de markt. Op mindere plekken van Pebble
Beach koop je al voor een paar miljoen een niet onaardig optrekje. Het is zelfs
mogelijk onder het miljoen wat te vinden. Waarom zou je hier weg willen?
Misschien wel omdat in het hoogseizoen sprake schijnt te zijn van filerijden. Je kunt je voorstellen
dat huiseigenaren het aapjes kijken dan gauw zat zijn. Of misschien zijn ze
uitgekeken op de golfbanen.
 |
 |
Landgoed Pebble Beach heeft zelfs
een visitor center. Rechts één van de vele luxe huizen.
Voor 10 dollar mag je met je auto de
17-mijls route rijden.
Het uitzicht is op sommige plaatsen
fenomenaal, zoals op veel plaatsen langs de westkust.
Cable cars
Afgelopen dagen waren we in San Francisco, de stad van de cable cars. Nergens
anders ter wereld rijden nog klassieke trams die via een kabel in de grond
worden aangedreven. Het is puur vermaak; voor de bewoners hebben ze als
vervoermiddel afgedaan. De toeristen staan in de rij om als sardientjes in een
blik een ritje van een paar honderd meter te maken. Dat is ook de reden dat de
trams
nog bestaan. Het had niet veel gescheeld of eind jaren veertig waren de lijnen
opgeheven. De toenmalige burgemeester wilde ervan af. Een dergelijk
ouderwets vervoermiddel liet zich in zijn ogen niet combineren met de moderne
tijd. Auto's hadden immers de toekomst. Burgers kwamen echter in opstand,
aangevoerd door een fier oud dametje dat het protestvuurtje
had aangestoken. Dat verhaal is te lezen in het gratis toegankelijke Cable
Car Museum, vlak bij het markante China
Town.
In twee kunstmusea kwamen we nog een vleugje autohistorie tegen. In het deYoung-museum hangt het werk Profile Airflow van Claes Oldenburg, een eerbetoon
aan de Chrysler van de jaren dertig. Het bijschrift laat je even glimlachen.
“Het kunstwerk werd in een grotere oplage gemaakt, maar verkleurde naar verloop
van tijd. Net als in de auto-industrie kwam er een terugroepactie, heel
toepasselijk”. Het San Francisco Museum of Modern Art heeft een door Roy Lichtenstein geschilderde autoband aan de muur hangen. Robert Bechtle koos voor
een hele auto, een echte Amerikaanse Station Wagon. Niemand kan meer zeggen dat
de liefde voor auto’s niet met die voor kunst kan samengaan.
 |
 |
De cable cars zijn kenmerkend voor
San Francisco. Het museum gaat in op techniek en historie.
De Chrysler Airflow en een
Amerikaanse Station Wagon als kunst in twee musea.
Een bezoek aan San Francisco kan
natuurlijk niet zonder de Golden Gate Bridge te hebben gezien.
Blackhawk museum
Vanochtend vertrokken we uit San Francisco richting het nationale park Yosemite,
de eindbestemming van deze dag. Na een uur hebben we een eerste tussenstop: de
Blackhawk Museums in Danville. Aan de rand van een luxe winkelcentrum met waterpartijen
staat een rijzig gebouw van glas en roodstenen gevelplaten. Het geluid van
fonteinen overstemt het geroezemoes van het winkelend publiek. Voor de deur
staat een levensgroot beeld van een olifant. De uitstraling van het geheel is
imposant. Dat zet zich voort in de luxe hal die lijkt op die van een prestigieus
theater, met een marmeren vloer en sierlijke trappen naar de bovenverdieping.
Woordloos heet een BMW 328 Mille Miglia de autoliefhebbers welkom. Verderop in de
hal staat een oude MG. Het complex omvat verschillende musea, zoals over
Afrikaanse kunst en over Amerika ten tijde van de indianen en de ‘nieuwe
bewoners’. Werkelijk indrukwekkend is een tientallen meters lange maquette van
het gebied waarin het leven van de oorspronkelijke inwoners, de strijden met de
buitenlandse veroveraars en de komst van de nieuwe cultuur in het klein is
verbeeld. Geschiedenisles aan de hand van een weergave in miniatuur van een
voorbij tijdperk. Maar laten we eerlijk zijn: we komen voor de auto’s.
 |
Een opvallend gebouw met een luxe
uitstraling: de Blackhawk Museums.
Via een trap in de imposante hal kom
je bij de tentoonstelling over het Amerikaans verleden.
De tijd van de pioniers uit de
nieuwe wereld.
Een tientallen meters lange maquette
verhaalt over de strijden tegen de oorspronkelijke inwoners.
Er is ook aandacht voor de dieren in
het gebied.
Beneden in de hal begroeten twee
klassiekers de bezoekers van het automuseum op de begane grond.
Twee reacties
Direct bij binnenkomst zien we in de verte tussen het marmer en staal de
contouren van klassieke auto’s. Na betaling van vijftien dollar per persoon
mogen we verder. We lopen de zaal in en kijken rond. Er zijn twee reacties die
in strijd met elkaar lijken te zijn. De ene is: ‘Wow, dit is mooi!’ De andere is
een lichtelijk teleurgestelde: ‘Is dit alles?’ Het hele museum is te overzien,
het is niet meer dan één zaal.
In een half uurtje hebben we dit gezien, is de eerste gedachte. Dat pakt toch anders uit.
Daarvoor zijn de tentoongestelde auto’s té bijzonder. Daar loop je niet
achteloos aan voorbij. Het begint al meteen bij de ingang met een wonderlijke
Rolls-Royce Phantom III uit 1937, in 1946 van een nieuwe carrosserie voorzien
door de Britse koetswerkbouwer Freestone & Webb. De auto heeft
als bijnaam ‘De koperen ketel’. Dat klinkt oneerbiedig en dat is het ook, maar
daar hebben de makers en hun opdrachtgever het wel naar gemaakt. De
voor- en achterspatborden zijn van koper; de beroemde radiator is
bijpassend, met inbegrip van de Spirit of Ecstacy. De auto choqueert en verleidt
tegelijkertijd en dat was destijds vermoedelijk ook de bedoeling van de eigenaar.
De bekleding van de achterdeuren legt de nadruk op de sportieve lijn van de
auto. We hebben al veel gezien als het gaat om exotische auto's, maar dit is een
nieuwe ervaring.
 |
Bij binnenkomst zie je de auto's al
staan in een donkere ruimte.
Dichterbij gekomen ontstaat het
'wow'-effect.
Deze Rolls-Royce Phantom III kreeg
in 1946 wel een heel bijzonder koetswerk.
Spatborden van koper geven de auto
een heel eigen karakter.
Extravagant
Er staan meer vermeldenswaardige versies van Rolls-Royces. Doorgaans zijn de
klassieke modellen van dit merk eerder gedegen dan extravagant, maar dat gaat
hier niet op. Wat te denken van een paarse met een roze kap? Het is een Silver Wraith uit 1947. De Amerikaanse dealer Inskip voorzag twee auto’s van
een dergelijk koetswerk. Chroompanelen accentueren de voorspatborden. Een andere
blikvanger is een Phantom VI (1969), uitgevoerd in opvallend groen
met een gebroken wit vinyl dak. Bouwer H.J. Mulliner Park Ward leverde ‘m af in
passend zwart, maar toen de wagen in 1994 werd gekocht door Mohamed Al Fayed
liet de Harrods’ eigenaar hem in de huisstijl van zijn winkel overspuiten.
Tegelijkertijd werd het interieur onder handen genomen en kwamen er twee
telefoons in, die onafhankelijk van elkaar kunnen worden gebruikt. Gordijntjes,
namaak-cabrioletbeugels en geschilderd rietwerk op de flanken zorgen voor een
extra accent. Over mooi en lelijk valt niet te twisten.
Er is nog een Rolls-Royce om even bij stil te staan, een twaalfcilinder Phantom
III uit 1937. Mulliner bouwde op het chassis een klassiek gelijnd koetswerk.
De combinatie van twee kleuren bruin-beige is opvallend en ingetogen
tegelijkertijd. Met trots vermeldt het informatiebordje dat het om een
prijswinnaar gaat: de eerste prijs in een wedstrijd van de Antique Automobile
Club of America. Dat was in 1976, dus het is in dit geval wel teren op zeer
bejaarde roem. De auto is destijds aan een Britse klant geleverd, maar in 1953
door een eigenaar in New York gekocht. Of er toen wat is gebeurd met hem of dat
hij het een miskoop vond, is onduidelijk, maar na een jaar werd de wagen al weer
verkocht. Dat gebeurde daarna nog twee keer. Sinds 1991 is de Blackhawk
Collection de eigenaar.
 |
Paars met roze. Een opmerkelijke
combinatie bij een klassieke Rolls-Royce.
Harrods eigenaar Al Fayed liet zijn
Rolls-Royce in de huisstijlkleuren van het warenhuis overspuiten.
De donkerbruine flanken van de
Phantom weerspiegelen andere auto's, zo strak zijn ze gelakt.
Bizar
Minstens zo exclusief is een lilablauwe Mark VI, de enige naoorlogse Bentley die
de Franse carrosserier Saoutchik ooit onder handen heeft gehad. Het is een
Tourer met opvallend laag uitgesneden deuren, ontbrekende zijruiten en een
neerklapbare voorruit. Het idee van de louvres in de motorkap komt van de klant,
de multimiljonair Curt Forstmann. Hij stond erop toen hij in 1947 zijn
bestelling plaatste. Hij betaalde tweemaal de prijs van een standaard Mark VI
voor zijn unieke creatie. Opmerkelijk is het stuur aan de rechterkant voor een
auto die bestemd was voor gebruik in Amerika.
De begrippen uitzonderlijk en bizar zijn zeker van toepassing op een Delahaye
135M (1947). Helemaal verrassend is dat niet als je weet dat Figoni & Falaschi
verantwoordelijk is voor het ontwerp. Op saaiheid en middelmatigheid heb je dit
bedrijf nooit kunnen betrappen. Het model heeft de naam Narval meegekregen, een
verwijzing naar zijn walvisachtige voorkant. Zeven zijn ervan gebouwd, maar geen
twee precies hetzelfde. Prins Ali Aga Khan gaf er eentje als huwelijkscadeautje
aan Rita Hayworth. Dit exemplaar is destijds gekocht door een Amerikaanse
damesschoenenfabrikant en gebruikt in advertenties voor de schoenen. Dat was
gewaagd, want de aandacht mocht natuurlijk niet uitsluitend naar de auto
uitgaan. In 2017 werd de Delahaye op Pebble Beach onderscheiden met een
klasseprijs.
Dat niet alle Delahayes zo extreem zijn, bewijst een Type 135MS uit 1947,
ontwerp Guilloré. Minder uitgesproken misschien, maar minstens net zo
aantrekkelijk.
 |
Zonder de kenmerkende radiateur zou
je niet zeggen dat het een Bentley is.
Het ontwerp is van de Franse
carrosseriebouwer Saoutchik.
De Delahaye 135M heeft als bijnaam
'de walvis'.
Figoni & Falaschi staat bekend om
extravagante ontwerpen.
Vloeiende lijnen en nergens scherpe
hoeken zijn kenmerkend voor de vormgeving.
Een heel wat rustiger ontwerp, ook
gebaseerd op een Delahaye.
Spiegels
Het kleine half uurtje loopt uit. Geen wonder. Vrijwel alles wat hier staat
dwingt bewondering af. Of in elk geval aandacht. Tot typisch Amerikaanse Hot Rod
omgebouwde Lincolns uit de late jaren dertig zijn zeker niet ieders smaak. Toch
moet je waardering hebben voor het vakwerk dat tot deze buikschuivers heeft
geleid. Ze trekken minstens net zoveel belangstelling als de ‘echte’
klassiekers. In de donkere zaal verblinden de exclusieve modellen in het licht
van de schijnwerpers de bezoekers met hun luxe en smetteloze uitvoering. Er is
geen enkele ongerechtigheid. Geen vuiltje, geen pluisje, geen stofje. De
carrosserieën zijn zo strak gelakt en zo mooi gepoetst dat ze gaan werken als
spiegels. Het chroom weerkaatst het licht van de spotlights waardoor er
honderden kleine flonkerende lichtpuntjes ontstaan. De woorden sprookjesachtig
en feeëriek komen in gedachten.
Perfectie is de norm voor de beide initiatiefnemers van het museum, de rijke
vastgoedondernemer en autoliefhebber Ken Behring (1928) en handelaar in
klassieke auto’s en kenner Don Williams (1945). In 1982 bundelden zij hun
krachten. Dat leidde tot dit in 1988 geopende museum. Er staan modellen van
Behring en van Williams’ bedrijf Blackhawk Collection. Williams in- en verkoopt
klassiekers voor mensen met veel geld die zich goed willen laten adviseren. Naar
eigen zeggen is hij de belangrijkste handelaar van zeldzame en dure klassiekers
in de wereld en heeft hij meer dan 4000 auto’s aangekocht en verkocht. In 1984
was hij de eerste die een klassieke auto verkocht van meer dan een miljoen
dollar. Zijn
collectie omvat naar verluidt meer dan 100 auto’s. In hoeverre de modellen in
het museum ook te koop zijn, wordt niet duidelijk. Een aantal wordt op de
website van het bedrijf aangeprezen onder het kopje ‘Current Inventory’.
In de loop van de tijd verbreedde het automuseum zich tot een educatief centrum
met aandacht voor hele andere zaken, zoals de historie van Amerika en de
Afrikaanse kunst. Sinds 2000 is Blackhawk een filiaal van het Smithsonian
Institution.
 |
 |
Klassieke Lincolns werden omgebouwd
tot deze typisch Amerikaanse modellen.
 |
 |
Kwart miljoen
We zijn nog lang niet uitgekeken. Op een ronde verhoging in de hoek van de zaal
staat een aantrekkelijk Hispano-Suiza. Ook deze rode cabriolet maakt indruk. Anders dan de naam
doet vermoeden is het een Franse auto, afkomstig van het Parijse filiaal van de
Spaanse onderneming en door Fernandez et Darrin in de Franse hoofdstad van een
koetswerk voorzien. Het onderstel is van de befaamde K6-reeks met een vijf liter
zescilinder motor. Toentertijd was het de goedkopere variant van de
twaalfcilinder, maar niettemin kostten dergelijke modellen een vermogen. Even
verderop doet een andere Hispano-Suiza een aanslag op het geheugen. Ergens komt
de auto bekend voor. Kan het zijn dat we de auto eerder zagen? Maar waar dan?
Het Portugese nummerbord helpt een handje bij het vinden van een antwoord. In 2012 stond
deze limousine nog in het automuseum in het Spaanse Malaga. Mogelijk heeft
Williams ‘m aangekocht, maar hij staat niet op diens inventarislijstje. Twee Packards wel: een vijfpersoons Convertible Sedan uit 1930 en een gesloten
zevenzitter van drie jaar later. Alleen al in de restauratie is een kwart
miljoen dollar gaan zitten.
 |
Een indrukwekkende Hispano-Suiza van
het Franse filiaal van het merk.
Deze Hispano-Suiza kwam ons bekend
voor. In 2012 stond hij in het museum in Malaga (foto rechts).
Packard Model 745, bouwjaar 1930,
met een achtcilinder lijnmotor.
Packard Model 1001 uit 1933.
Nog een Packard, ook uit 1933, dit
keer met een geheel gesloten carrosserie.
Schifting
Met het oog op het programma voor de rest van de dag - we moeten nog wel wat
kilometers afleggen - maken we een snelle schifting. Wat willen we
nog zien en waar kunnen we snel aan voorbij lopen? Een replica van de eerste Benz, een Volvo 1800ES, Jaguar E-Type, Lancia Flaminia Coupé en BMW Isetta
behoren tot die laatste groep. Ze zijn zeker aardig, maar als je kunt kiezen
tussen eten bij de Librije en McDonald’s, sla je de
hamburger over, hoe goed die ook is. Zo is het hier ook. Een Auburn 852 is
vormgevingstechnisch een hoogstandje, maar ook in andere musea te zien. Zelfs de
revolutionaire Tucker is niet echt uniek, al zijn er maar 51 van gemaakt en
bedraagt de waarde tussen de één en twee miljoen.
Een aantal Amerikaanse
modellen uit de jaren vijftig zijn twijfelgevallen: even kort kijken, fotootje
en dan weer verder. Er is één duidelijke
uitzondering: een bloedmooie, bloedrode Ford Thunderbird.
 |
 |
Replica van de eerste Benz en een
Rolls-Royce Silver Ghost: in menig museum zijn ze te zien.
Er staan niet veel echt oude
klassiekers. Deze Mitchell van 1915 is een uitzondering.
Links een Lancia Flaminia Coupe,
rechts een Volvo 1800ES en een Amerikaanse Ford.
Een Voisin C4S uit 1924 met een 1300
cc schuivenmotor, goed voor 33 pk.
Een Auburn 852 is vanwege zijn
schitterende lijnen in vele musea te zien.
Eén van de 51 gemaakte Tuckers, met
de motor achterin.
Bugatti Type 57 Ventoux, bouwjaar
1938.
Amerikaanse modellen uit de jaren
'50 zoals de Buick Roadmaster zijn tegenwoordig hoog gewaardeerd.
Links twee Oldsmobiles, uit 1971 en
1952, rechts een Chevrolet 1957.
Mercury Monarch, acht cilinders,
1950 met houten deuren en zijpanelen, een mode in die tijd.
Twee aansprekende modellen uit de
naoorlogse Ford-historie: een Mustang (1965) en Fairlane Crown Victoria (1955).
Voor Amerikanen is een BMW Isetta
veel bijzonderder dan voor ons.
Voor velen de ultieme sportwagen, de Shelby 427 Cobra CSX3296.
Showmodel
De Thunderbird van Blackhawk is misschien wel de verrassing van de dag. Hij valt
meteen op in een rijtje Amerikanen van weleer. Zeker
niet de meest exclusieve verschijning, niet het meest waardevol, maar wel een
auto die meteen op je netvlies komt en een plaatsje in het geheugen voor
zich opeist. Waarom is me eigenlijk niet eens duidelijk. Is het de betoverende
dieprode kleur die zich niet op een foto laat vastleggen? Of is het de sierlijke
daklijn die zich moeilijk laat rijmen met het karakter van een Thunderbird? Het
is in elk geval een eenmalige creatie van Fords eigen ontwerpafdeling, ontworpen
en uitgevoerd door Vince Gardner, oud-medewerker van de beroemde Gordon Buerig.
Dak en achterklep zijn van kunststof. De auto diende als showmodel bij de
presentaties van nieuwe modellen waarmee Ford in 1963/1964 door Amerika trok.
Het was de bedoeling de T-Bird daarna te vernietigen, maar een
televisiepresentator nam ‘m over voor gebruik in zijn shows en redde de wagen
van de schrootverwerker. Veel later werd de waarde onderkend en volgde een
restauratie. In 2008 bracht de auto op een veiling 660.000 dollar op. Ik ben op
slag een liefhebber. Even
verderop staat het standaardmodel. Zeker met het afdekstuk boven de achterbank
dat van de vierzitter een tweezits roadster maakt, is die ook fraai. Verrassend
echter niet. Dat is wel weer een Mercedes-Benz 500K Spezial Roadster uit 1934
met een carrosserie van Mercedes’ eigen fabriek in Sindelfingen. Iedere 500K is
een bezienswaardigheid, maar dit is de enige met uitgesneden deuren, bijzondere
spatborden en louvres in de motorkap. De ontwerper heeft duidelijk willen
verwijzen naar de legendarische SSK uit de jaren twintig.
 |
Een verrassing: een Ford Thunderbird
in exclusieve coupé-uitvoering. Er is er maar één van.
Fords eigen ontwerpafdeling was
verantwoordelijk voor dit showmodel.
Een standaard Thunderbird met
afdekplaat boven de achterbank zodat een tweezitter ontstaat.
De enige Mercedes-Benz 500K met een
dergelijke vormgeving, met verwijzing naar de legendarische SSK.
Royale
Het wordt tijd af te ronden en onze reis te vervolgen. We werpen een laatste
blik op een aantal vitrines, concluderend dat de inhoud niet verrassend is voor
een geregelde bezoeker aan ‘ons eigen’ Louwman Museum.
Blackhawk was het eerste
automuseum van een serie van vijf die we deze weken zullen aandoen. Het museum
heeft ons geen Royale gebracht, is niet heel uitgebreid, vertelt weinig over de
geschiedenis, heeft weinig energie gestoken in de opstelling, maar biedt de
bezoeker wel een flonkerende parade van topstukken uit de klassieke autowereld. Afgelopen
uren waren een feest voor het oog.
Most impressive misschien niet, maar impressive zeker.
■
Kunstwerken die je ook tegenkomt in
het Nederlandse Louwman Museum.
JUNI 2019
Op 25 juni overleed Kenneth Eugene Behring, de vastgoedhandelaar die aan de
basis stond van het Blackhawk Museum. Hij is 91 jaar geworden.
SEPTEMBER 2020
Een blik op de website van de Blackhawk Collection leert dat op dit moment van
de toen geshowde auto's de Buick Roadmaster, de beide Ford Thunderbirds, de Ford
Crown Victoria, Ford Mustang, Packard 745, Packard Super Eight, Rolls-Royce
Silver Ghost, Rolls- Rolls-Royce Silver Wraith, Rolls-Royce Phantom VI en Volvo
1800ES nog steeds te koop zijn. De Auburn boattail, BMW Isetta, Royce Phantom
III, Mercedes-Benz 500K Special Roadster en Delahaye Guilloré hebben een andere
eigenaar gevonden.
MAART 2021
Anders dan ik jaren lang heb gedacht, was de Royale ten tijde van het bezoek nog
altijd eigendom van de Blackhawk Collection. Eind maart 2021 meldt de
Amerikaanse vakpers dat Blackhawk de Bugatti heeft verkocht aan een Europese
verzamelaar. Hoewel de prijs niet bekend is gemaakt, schatten ingewijden dat het
om meer dan 22 miljoen dollar gaat.

MAART 2023
Op 78-jarige leeftijd is Don Williams overleden, grondlegger van het Blackhawk
Museum (in het bijzonder de autocollectie) en in kringen van collectioneurs een
bekende aan- en verkoper van waardevolle klassieke automobielen. Vanaf 1972 was
hij jaarlijks te gast bij het prestigieuze Concours d'Elegance in Pebble Beach.
Zijn verzameling omvatte circa 200 auto's.
 |
Verliefd op Franse vormen
In het Amerikaanse
Oxnard staan in het museum
van
Peter Mullin louter Franse auto's, met name
de meesterwerken van
de carrosseriebouwers.
oktober 2018
|
 |
 |
Een museum dat zijn schatten
verstopt
De waardevolste exemplaren van
de collectie van Petersen
in Los Angeles staan niet in het museum, maar in de
ondergrondse opslag. Een merkwaardige keuze.
oktober 2018
|
 |
 |
Een tijdreis met dank aan de gulle gevers
Een deel van de beroemde
Harrah Collection is bewaard
gebleven en staat in het National Automobile Museum in
Reno, Nevada. We gingen er kijken en maakten een tijdreis.
september 2018
|
 |
|