|
Koninklijke
voertuigen
o.a.
Den Haag/Apeldoorn (NL)
●
Auto's uit lang vervlogen tijden
●
Ommekeer in de jaren zeventig
●
Modellen in paleis Het Loo
●
Modellen in de Koninklijke stallen Den Haag
●
Actuele auto's
laatste
aanpassing: juli 2025
|
|
Paarden en paardenkrachten in hofkringen
In de loop der jaren hebben leden van het Koninklijk Huis gebruik
gemaakt van uiteenlopende voertuigen. Een aantal historische koetsen en
auto's is bewaard gebleven
en te bezichtigen, onder meer bij paleis Het Loo in
Apeldoorn en de Koninklijke stallen in Den Haag.
Voor dagelijks gebruik zijn er circa dertig (aangepaste) auto's. Verder
beschikt de hofhouding over auto's voor speciale gelegenheden. Een
reisje door de geschiedenis van Koninklijk vervoer.
|
|
 |
Gouden Koets
Het bekendste voertuig is waarschijnlijk de Gouden Koets, in 1898 geschonken
door de Amsterdamse burgerij aan koningin Wilhelmina. Pas drie jaar later werd
de koets voor de eerste keer gebruikt, bij het huwelijk van Wilhelmina met
prins Hendrik. Het ontwerp en de bouw zijn uitgevoerd door de rijtuigfabriek van
de gebroeders Spijker, die rond dezelfde tijd startten met de autofabricage.
Vele jaren werd de Gouden Koets ingezet op Prinsjesdag, de derde dinsdag
van september, de opening van het nieuwe parlementaire jaar. Ook bij huwelijken
binnen het Koninklijk Huis bewees de koets zijn diensten. Tussen 2016 en 2021
werd het voertuig gerestaureerd. In die periode groeide het protest tegen de
afbeeldingen die verwezen naar de koloniale tijd met vormen van slavernij en
onderdrukking. Koning Willem-Alexander besloot daarop voortaan de Glazen Koets te
gebruiken. Die was als vervanger al ingezet tijdens de restauratieperiode.
De Gouden Koets is verschillende keren tentoongesteld, onder meer in 1977 bij
het vijfjarig bestaan van het Autotron in Drunen. Ter gelegenheid van dat
jubileum was een expositie ingericht rond het Nederlandse automerk Spyker met de
koets als middelpunt.
De Gouden Koets voor restauratie.
Rechts bij een Spyker-tentoonstelling bij het vijfjarig bestaan van het Autotron
in 1977.
De Gouden Koets bij de
Koninklijke stallen in de zomer van 2024.
De koets werd het eerst gebruikt in 1901 bij het huwelijk van koningin
Wilhelmina en prins Hendrik.
Tot 2016 werd de koets gebruikt
op Prinsjesdag, zoals hier in 2011 (foto: ministerie van Defensie).
Glazen Koets
Historisch gezien heeft de Glazen Koets veel meer betekenis. De koets is in 1826
door Simons in Brussel gebouwd voor de eerste koning van ons land, Willem I. De
naam verwijst naar de door glas beschermde ornamentenrand.
Na een lange restauratieperiode stond de Glazen Koets enige tijd in de hal van
het Haagse Louwman Museum. Zie
hier een verslag van die tijdelijke tentoonstelling met meer
informatie over de achtergronden.
De vaste verblijfplaats is Den Haag, de Koninklijke stallen, waar nog meer
koetsen staan. Hieronder enkele voorbeelden. Eens per jaar krijgt het publiek de gelegenheid
te komen kijken.
De Glazen
Koets uit de tijd van koning Willem I.
De Glazen Koets
werd in 2015 weer in gebruik genomen na vijf jaar restauratie en twee jaar voorbereiding.
Tegenwoordig is
de Glazen Koets
te zien op Prinsjesdag. Hier staat hij nog in de Koninklijke stallen.
De Gouden en de Glazen Koets.
Ook in Den
Haag: deze Crème Calèche uit 1898 kreeg koningin Emma voor haar dochter
Wilhelmina.
Koetsenbouwer Hermans uit Den Haag was de maker.
Een landauler uit 1901 en een
eenvoudige brik om paarden te trainen.
Deze galaberline werd gebouwd in
1855. Het is er een van een serie van zes. De oudste is van 1836.
Museum bij paleis Het Loo
Bij paleis Het Loo in Apeldoorn is een beperkt museum ingericht met
verschillende koetsen uit de historie van het vorstenhuis. Het meest luxe is de
galaberline, waarvan er ooit zes zijn aangekocht. De galacoupé is de kleine
versie daarvan. (Coupé komt van het woord couperen, afsnijden. Het lijkt alsof
het voorste deel van de berline is afgesneden.) Voor eenvoudiger vervoer zijn er
alledaagser exemplaren zonder familiewapens of enige andere verwijzing naar het
hof.
De meest opvallende koets in Apeldoorn is de witte gala-lijkkoets, voor het
laatste gebruikt in 1962 bij de bijzetting van prinses Wilhelmina in de
grafkelders van de Nieuwe Kerk van Delft. Zij stond erop dat de rouwstoet
in het wit zou zijn. Dat was ook zo bij de uitvaart van haar echtgenoot prins
Hendrik in 1934. Koetsenbouwer Hermans in Den Haag was de fabrikant.
In de (voormalige) stallen van paleis Het Loo in Apeldoorn
is een museum met oude voertuigen ingericht.
Het grootste deel van de
collectie bestaat uit oude koetsen.
Een galaberline en galacoupé.
De gala-lijkkoets is
onder meer gebruikt bij de uitvaart van koningin Wilhelmina.
Een koets als jachtwagen.
Het Kroondomein rond Het Loo was en is een geliefd jachtgebied.
Intrede van de auto
In 1908 deed de auto zijn intrede bij het Hof. Prins Hendrik
kocht een Renault landaulette, waarvan het achterste deel van de kap neergeklapt
kon worden. Daarop volgden meer auto's. Volgens autohistoricus Vincent van der Vinne kreeg het Nederlands bedrijf Spyker
vanaf 1911 tien keer de opdracht een auto te leveren. Daarvan zijn alleen enkele foto's
overgebleven; de auto's bestaan niet meer. Nadat het bedrijf failliet was
gegaan, kwam er begin 1924 een zescilinder Amerikaanse Winton. Die is
wel bewaard gebleven en maakt onderdeel uit van de permanente expositie van Het Loo. De auto werd gebruikt door koningin-moeder Emma.
Prins Hendrik liet zich vanaf 1925 vervoeren in een Belgische Minerva, destijds
een Europees topmerk. Ook die auto is bewaard gebleven en in Apeldoorn te zien.
In 2010 werd de auto naar Den Haag vervoerd om koningin Beatrix naar het Louwman Museum
te brengen, waar zij op 2 juli de officiële opening verrichtte. Op de muur in
het museum van Het Loo hangt achter de auto een levensgrote foto van dat moment.
De reis was overigens maar kort. Het toenmalige woonpaleis Huis Ten Bosch ligt
zo ongeveer naast het museum.
In 1908 kwam de eerste auto als
Koninklijk voertuig, een Renault, gekocht door prins Hendrik.
Archieffoto's van twee
Spyker-automobielen aan het Nederlandse Hof van voor de Eerste Wereldoorlog.
Koningin Wilhelmia bestelde ook na
de Eerste Wereldoorlog een paar Spykers.
In totaal werden er tien Spykers afgeleverd. Geen enkele is bewaard gebleven.
Begin 1924 kwam deze Winton zescilinder
(bouwjaar 1923) bij het Hof.
De auto werd gebruikt
door koningin-moeder Emma.
Slechts details wijzen op de belangrijkheid van de inzittende,
zoals het wapen op de deuren en het kroontje achterop.
De auto is een landaulette; het
achterste dakdeel kan worden neergeklapt.
Een Belgische Minerva AC uit 1925 met
koetswerk van Van Rijswijk in Den Haag,
gebruikt
door prins Hendrik.
Foto op de achtergrond: aankomst bij het Louwman Museum voor de opening door koningin Beatrix.
Mooi detail: de kroontjes bovenop de
koplampen.
Een foto uit 2010: de Minerva buiten bij Het Loo,
voor de voormalige stallen.
Boven en onder: in 2025 tijdelijk overgebracht naar de Koninklijke stallen in
Den Haag voor de open dagen daar.
Voor de gelegenheid is de auto
extra opgepoetst.
Naoorlogse ontwikkelingen
In Apeldoorn zijn ook enkele naoorlogse Koninklijke auto's te zien, zoals een
Cadillac die tweedehands werd aangekocht als vervoermiddel voor prinses
Wilhelmina, na haar aftreden in 1948. De auto was toen inmiddels elf jaar oud.
Vanaf 1953 had ze de beschikking over een groene Mercedes-Benz 300 Cabriolet D.
De oorlog was inmiddels zo lang geleden dat een auto van Duitse makelij geen
bezwaar meer leek te zijn.
Voor koningin Juliana werd in die periode een Austin A135 Sheerline Princess II
aangekocht, gebouwd tussen 1950 en 1952 en van een koetswerk voorzien door het
Haagse bedrijf Pennock. Veel plezier heeft de vorstin er nooit in gehad, want ze
werd er wagenziek in.
Eind jaren vijftig viel de keus op een Rolls-Royce Silver Wraith met een
koetswerk van Park Ward. Anders dan de volledig open Austin is dit een
landaulette. De auto staat in de boeken als designmodel 727, één van een
beperkte serie van zes. Naast Koningin Juliana bestelde onder meer de gouverneur
van Zuid-Afrika destijds een dergelijk model. Na de troonsafstand van Juliana in
1980 werd de auto niet meer gebruikt. De Rolls-Royce werd verkocht en is nu
eigendom van het Utrechtse autoverhuurbedrijf Meijers. In 2002 huurde het
Koninklijk Huis de auto voor het huwelijk van toen prins Willem-Alexander en
prinses Máxima. Twee jaar later volgde prins Johan Friso het voorbeeld van zijn
broer toen hij met Mabel Wisse Smit in het huwelijk trad.
Behalve de genoemde Cadillac, Austin en Mercedes-Benz zijn in Het Loo de Fiat 2300S Coupé van prinses Beatrix en een oude Jeep te
zien, net als een Ford LTD die werd ingezet voor ceremoniële
gelegenheden.
Foto van de naoorlogse periode: de vloot Cadillacs op het plein van de
Koninklijke stallen in Den Haag.
Cadillac 1937, als tweedehands
gekocht toen koningin Wilhelmina in 1948 afstand deed van de troon.
Ook deze auto staat in
Het Loo. Rechterfoto: de prinses met de Cadillac bij het paleis in Amsterdam.
Mercedes-Benz 300 Cabriolet D,
gebruikt door prinses Wilhelmina.
Het model is van 1953.
In 2010 stond de auto buiten, met de
kap naar beneden.
Austin A135 Sheerline Princess II,
gebouwd tussen 1950 en 1952 in opdracht van het Koninklijk Huis.
De auto is geen landaulette maar een
cabriolet: de hele kap kan open.
Het Haagse koetswerkbedrijf Pennock
voorzag het Austin-chassis van de carrosserie.
De Austin bij de zomer-openstelling van de stallen in Den Haag in 2025.
De auto werd onder meer gebruikt bij
een bezoek aan de Nederlandse Antillen. Er was nog geen AA-kenteken.
De auto was geen succes: Juliana werd er wagenziek in.
De Koninklijke familie gebruikte een in Nederland gebouwde Nekaf-Jeep rondom paleis Soestdijk.
Rolls-Royce Silver Wraith Park Ward
1958, gebruikt door koningin Juliana.
De auto is een landaulette met
neerklapbaar achterste dakdeel.
Tegenwoordig is de auto eigendom van
Meijers verhuurbedrijf in Utrecht.
►
meer informatie
Fiat 2300S Coupé 1965, huwelijkscadeau
van Fiat voor prinses Beatrix en prins Claus.
74.000 kilometers staan op de
teller. Prins Claus reed er ook in cognito mee; dan was het kenteken 85-24-AP.
Ford LTD Convertible 1972, ingezet
als paradewagen...
...en voor eigen gebruikt in Italië.
Onderdeel van de verzameling van paleis Het Loo.
Mercury Park Lane 1968,
gebruikt door
prins Bernhard. Tegenwoordig is de auto in particulier bezit.
Ferrari 500 Superfast
Speziale 1964, ooit eigendom van
prins Bernhard, staat nu in het Louwman Museum.
DAF Kini
Niet in Apeldoorn of Den Haag, maar in het DAF-museum in Eindhoven staat de
DAF-Kini, een strandwagentje met een Koninklijk tintje. Carrosserieontwerper
Michelotti presenteerde het showmodel in 1966 op het concours d’élégance van het
Italiaanse Alassio. Hij won er de eerste prijs mee. Voorjaar 1967 stond de auto
te pronken op de DAF-stand van de personenauto-RAI in Amsterdam. In iets
gewijzigde vorm zette Michelotti een bescheiden serieproductie op, met vermogende
klanten als doelgroep. Het showmodel deed hij Wim van Doorne cadeau voor zijn zestigste
verjaardag, maar die had er niet veel mee. Bij de geboorte van Willem-Alexander
schonk DAF de wagen aan prinses Beatrix en prins Claus. De Koninklijke familie
gebruikte de auto jarenlang bij hun vakantieverblijf in het Italiaanse Porto
Ercole. Uiteindelijk kreeg de wagen een plek in het DAF-museum.
DAF Kini, ontwerp Michelotti, jarenlang door de Koninklijke familie gebruikt
bij het zomerverblijf in het Italiaanse Porto Ercole.
De auto maakt deel uit van de collectie van het DAF-Museum in
Eindhoven.
DAF schonk de
auto aan de Koninklijke familie bij de geboorte van Willem-Alexander.
Energiecrisis en daarna
Terug naar het dagelijks vervoer in hofkringen.
De verkoop tijdens de regeerperiode van Juliana van de Rolls-Royce paste in het tijdsbeeld. In de jaren
zeventig stond energiebesparing hoog op de politieke en maatschappelijke agenda
na twee grote oliecrises. Koningin Juliana besloot voor dagelijks gebruik de
grote Amerikaanse Fords in te ruilen voor een kleiner Europees model, de Ford
Granada. Na de troonswisseling veranderde dat beleid niet, al wilde koningin
Beatrix meer ruimte achterin en kwamen eerst verlengde en later ook verhoogde
versies in beeld. Het Britse bedrijf Coleman Milne had op basis van de Scorpio een
dergelijk model in het leveringsprogramma. Later kreeg het
Nederlandse bedrijf Terberg de opdracht een Ford om te bouwen volgens wensen van
het paleis. De laatste versie van de Scorpio deed
dienst van 1993 tot 2006. Bij het afscheid stond meer dan 100.000 kilometer op
de teller.
In 1992 bouwde Terberg een speciale landaulet op basis van een Scorpio. Door de
auto ook nog eens 30 centimeter te verlengen, ontstond extra ruimte achterin.
Voor persoonlijk gebruik werd voor prinses Juliana een Mercedes-Benz klasse
omgebouwd van sedan naar cabriolet. Deze Caruna-versie is te zien bij de
Koninklijke stallen in Den Haag.
Toen Ford geen grote auto's meer leverde, schakelde het staldepartement over op
de Volvo S80. Voor de koningin was een extra verlengde versie beschikbaar. Na de
troonsaanvaarding kozen koning Willem-Alexander en koningin Máxima voor een
verlengde Audi A8L. De koningin schakelde in 2021 over op een hybride versie. De
koning reed nog tot begin 2025 op diesel, maar zijn auto is inmiddels ook een plug-in hybride. Voor dagelijks gebruik heeft het Koninklijk staldepartement
hybride of geheel elektrische auto's beschikbaar. Tot de vloot behoort ook een
auto op waterstof. En naast dit alles zijn er natuurlijk tot op de dag van
vandaag de natuurlijke paardenkrachten.
■
Koningin Juliana ruilde
de grote Amerikaanse Fords in voor de zuiniger Granada. Eén ervan is
bewaard gebleven en beschikbaar voor film- of tv-opnamen over genoemde
periode.
Met veel dank aan Car Casting Holland en eigenaar Klaas Troost voor gebruik van de
foto's.
De
Koninklijke Fords werden altijd in een speciale en unieke kleur blauw afgeleverd,
Royal Blue, met
zwart vinyl dak.
De Granada Ghia is voorzien van een automatische versnellingsbak.
Voor privédoeleinden was er ook een Granada stationcar.
Ook de
tweede generatie van de Ford Granada werd gebruikt, waarbij de auto was verlengd
voor extra binnenruimte.
Deze auto staat in de stallen bij paleis Het Loo in Apeldoorn.
De Ford uit 1983, omgebouwd
door Terberg, was het dagelijks vervoermiddel van koningin Beatrix tot 1991.
Later maakte de koningin gebruik
van verlengde en verhoogde Ford Scorpio's.
Eerst
een model van het Britse bedrijf Coleman Milne, later verzorgde Terberg de ombouw.
Staatsieportret van de
Koninklijke Scorpio van Terberg; het model met de gewijzigde (en controversiële) voorzijde.
Met meer dan 100.000 kilometer op
de teller ging de auto na 13 dienstjaren in 2006 met pensioen.
Terberg bouwde in 1992 een Scorpio om tot landaulet.
Aan de voorzijde is het een gewone, onopvallende Scorpio,
hoewel zo'n kenteken meteen in het oog loopt.
De auto is ook duidelijk verlengd, met opvallend grote
achterdeuren.
De auto heeft niet alleen een neerklapbare kap, maar in het
vaste dak ook een schuifdak.
Links met de kap gesloten, rechts open.
Achterin een zee van ruimte (deze foto en drie foto's hierboven: Marco Paans, met dank voor het gebruik).
Door Caruna voor prinses Juliana omgebouwde Mercedes-Benz 380SEL van 1985.
Ze gebruikte de auto vooral
tijdens verblijven in het zomerverblijf in het Italiaanse Porto Ercole.
De verlengde Volvo S80 volgde de
Scorpio-reeks op en werd de officiële hofauto.
Een nog langere S80 met een beperkt
Koninklijk tintje. De auto is gebruikt geweest bij een
staatsbezoek, maar maakte geen onderdeel uit van het reguliere wagenpark van de
Koninklijke stallen.
De ombouw is het werk van het
Zweedse bedrijf Nilsson. Eigendom van de Swedish Collection in Baarn.
Anno 2025 maken koning en koningin
gebruik van een verlengde Audi A8L.
De auto is een plug-in hybrid.
De Audi is bijna 6 meter lang. Dit
exemplaar is de dienstauto van koningin Máxima.
Aan de standaard voorop kun je zien wie er wordt vervoerd.
De standaarden van respectievelijk Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en
prinses Amalia.
Andere Audi's in de zomer van 2023
in de Koninklijke stallen in Den Haag. (foto: Eric Berkenbosch, met dank.)
Er zijn zo'n dertig hofauto's beschikbaar voor het vervoer van de leden van het
Koninklijk Huis, gasten,
de hofhouding en het vervoer van de paarden en bagage.
Voor hooggeplaatste buitenlandse
gasten is er een gepantserde Cadillac DTS uit 2010.
De auto is niet alleen verlengd,
maar ook verhoogd.
De Cadillac tijdens een van de dagen
waarop de stallen te bezichtigen zijn voor het publiek.
Tussen 1991 en 2006 gebruikte
het Koninklijk Huis op Koninginnedag en bij staatsbezoeken deze DAF-bus. In 2007
is
het voertuig geschonken aan het DAF-museum in Eindhoven. Er
is in al die jaren slechts 77.000 kilometer mee gereden.
De huidige
Koninklijke bus dateert al weer van 2006. De bus heeft 25 zitplaatsen.
Geen duidelijk zichtbaar
merkplaatje, maar de bus is gemaakt door VDL. Links een foto van het interieur.
Milieuvriendelijk dagelijks
vervoer: Toyota Mirai op waterstof en elektrische VW ID.3 (linkerfoto: Erik
Berkenbosch).
Onmisbaar
natuurlijk bij een Koninklijk staldepartement: een wagen om de paarden te
vervoeren.
Het zal niet
verbazen dat de wagen is gebaseerd op een DAF-vrachtwagen.
Voor beperkter vervoer is een M.A.N. beschikbaar.
|