Louwman
Museum
Den Haag (NL)
●
Ontwikkelingen
na augustus 2010
●
Aanvullingen tot en met
mei 2022
●
Nieuwe aanwinsten
● Wijzigingen in
de opstelling
Het kan altijd nog mooier en beter
Hoe mooi het museum bij de opening in juli
2010 ook was, het kan altijd nog mooier en beter. Dat vinden althans de mensen
achter ons nationale autoparadijs van internationale allure, met oprichter en
eigenaar Evert Louwman voorop. Steeds ziet hij zaken die in zijn ogen op een nog
betere manier gepresenteerd kunnen worden. Daarnaast is hij altijd op zoek naar
klassieke auto's die zijn collectie kunnen vervolmaken.
Hieronder een beknopt overzicht van de ontwikkelingen sinds de opening, als
aanvulling op het verslag van het bezoek in augustus 2010 toen het museum net
was geopend.
MEI
In september 2013 stond tijdelijk een Rolls-Royce Silver Ghost
London-to-Edinburgh Tourer in de museumhal. De auto verdween daarna. De reden
daarvan: een grondige restauratie die inmiddels is afgerond. Het gaat om een
reconstructie van het koetswerk van een beroemde auto uit de
Rolls-Royce-historie. Op het chassis stonden in het verleden verschillende
koetswerken.
De Rolls-Royce Silver Ghost London-to-Edinburgh na de restauratie.
Onder meer de spatborden werden aangepast en zijn nu historisch correcter.
Zo
zag de auto er in 2013 uit. De koffer achterop ontnam het zicht op de vorm van
de achterzijde.
De
bekleding is nog origineel.
APRIL
Een nieuw model op de raceafdeling: Toyota TS050 Hybrid, de winnaar van de World
Endurance Cup uit 2019 en recordhouder als de auto die het snelst een
rondje maakte op het circuit van Le Mans. De auto heeft een vermogen van 1000
pk, goed voor een topsnelheid van 350 km/u.
De
recordhouder op het circuit van Le Mans, een hybride Toyota.
OKTOBER
Eenmalig en voor een korte tijd in de hal van het museum: een Panhard & Levassor
van 1899, klaar voor transport naar een nieuwe eigenaar. Maar indrukwekkend
genoeg om voor vertrek op de foto te zetten, ook al is het geen onderdeel van de
collectie.
De
auto is fraai gerestaureerd.
Panhard & Levassor: beroemde namen uit de beginperiode van de auto.
De
remmen zijn nog primitief: blokken tegen de massieve achterbanden.
JUNI
Op 5 juni mochten de deuren van het museum na de verplichte coronasluiting weer
voor de eerste keer dit jaar open. Afgelopen maanden is de kunstzaal op de
eerste verdieping opnieuw ingericht, met een uitbreiding van het aantal posters,
schilderijen en tekeningen. Verder is de Napier anders opgesteld, met op de
achtergrond historische beelden. Weinig opvallend: er staat een andere, betere
Tatra 87.
De
kunstzaal op de eerste verdieping is verder uitgebreid.
Er
zijn vele posters, schilderijen en tekeningen bijgekomen.
Tekeningen van Frederick Gordon Crosby tonen de fabrieken van weleer.
Op
de wand achter de Napier is nu een historische foto aangebracht, passend bij de
historie (zie verderop.)
Een
nieuwe aanwinst? Ja en nee. Er stond al een Tatra 87 in het museum. Dit
exemplaar is beter.
Achterin ligt een achtcilinder motor.
OKTOBER
Zo maak je van de nood een deugd. Door de verplichte sluiting van de horeca
vanwege de coronacrisis, staan er in de restaurantruimte (het 'Museumplein')
geen tafels en stoelen meer, maar enkele auto's uit de collectie. Een sfeervol
decor voor de klassiekers.
Auto's in plaats van tafels en stoelen van restaurant House of Lords. Links
vooraan de Moon uit 1922.
Op
de rechterfoto: Simplex Crane (1916).
De
Amilcar CGS van 1927 is tijdelijk verhuisd van de hal naar het museumplein.
JULI
Vorig jaar won Evert Louwman de eerste prijs voor de mooiste auto in de klasse 'European
Antique' tijdens
het prestigieuze Concours d'Elegance op het terrein van Pebble Beach in Amerika.
De Napier 1907 met een zogeheten Roi des Belges-carrosserie heeft nu een
plaats gekregen in het museum. Het is een auto met een bijzondere historie. De
zescilinder motor en het chassis zijn origineel, de opbouw is een
reconstructie van een carrosserie die ooit bedoeld was, maar nooit werd
geproduceerd. Een Indiase klant bestelde zes van dergelijke auto's, maar één
werd nooit afgeleverd. Het chassis bleef bij de fabriek, zonder carrosserie.
Voorzien van een simpele bank en grote benzinetank werd de auto ingezet bij een uithoudingsproef
met drie Napiers op het net gereedgekomen circuit van Brooklands in
Zuid-Engeland. Napiers verkoper S.F. Edge legde in
24 uur 2544 kilometer af, met een gemiddelde snelheid van 106 km/u. Dat record werd
pas 18 jaar later gebroken. Op het chassis werd later de recordauto nagebouwd.
Deze maakte jarenlang deel uit van de collectie van het National Motor Museum in
het Engelse Beaulieu en stond daarna in het Louwman Museum. In 2019 kreeg het
chassis het koetswerk dat ruim een eeuw eerder was voorzien. Napier was
overigens het eerste merk dat een zescilinder in serie produceerde.
Terug van weggeweest is de Alfa Romeo 8C 2900B met speciaal koetswerk, ook wel 'Balena'
(de walvis) genoemd. De auto stond al in het museum, maar de carrosserie was niet
origineel. Dat is nu hersteld. Op basis van overgebleven delen van het
oorspronkelijk koetswerk is een minutieuze restauratie uitgevoerd door
toprestaurateurs, gespecialiseerd in Italiaanse auto's. De 2900B geldt als de
snelste vooroorlogse sportwagen en is bijzonder waardevol.
 |
De
zescilinder Napier met 7,7 liter motor uit 1907 won vorig jaar een prijs op
Pebble Beach.
De
Napier nu en zoals die vroeger in het museum stond.
Uit
het archief: S.F. Edge met de Napier in 1907 bij de 24-uurs race.
Terug van weggeweest en nu met de originele carrosserie, de exclusieve versie
van een Alfa Romeo 8C 2900B.
De
auto staat bekend als een zeer waardevolle Alfa Romeo en stamt uit 1941.
JUNI
Na een sluiting van 11 weken vanwege de coronacrisis is het museum op 1 juni
2020 weer opengegaan. Er zijn weer enkele nieuwe aanwinsten te bewonderen: de Mauser
die in december werd gepresenteerd, een Bedelia, een Facel-Véga en de langverwachte Armstrong,
de oudste hybride auto ter wereld. Deze wagen uit 1896 is wereldwijd uniek en
enkele jaren geleden verworven. Tal van technische hoogstandjes kenmerken het
model, waaronder een elektrisch bediende koppeling, een half-automatische
versnellingsbak, een stuurwiel en een elektrische starter, meer dan 15 jaar voordat Cadillac
ermee kwam. Hoe vooruitstrevend en innovatief ook, er waren geen klanten te
vinden. Het bleef bij dit ene exemplaar.
Verder zijn er her en der in het museum kleinere aanpassingen
doorgevoerd, zoals een nieuwe opstelling van de (beperkte) collectie antieke
fietsen.
De
Mauser tweewieler met zijwieltjes. Een eenvoudig vervoermiddel van net na de
Eerste Wereldoorlog.
Twee
personen kunnen in deze Bedelia, waarbij de chauffeur de achterste plek inneemt.
Uniek
hybride voertuig uit de voor-vorige eeuw: een Armstrong uit 1896.
Nieuw is ook de fotowand met historische opnamen van Dodge.
Uit
1963 is deze Facel-Véga Facel II.
Eigenaar Evert Louwman gebruikt de auto geregeld als zijn vervoermiddel.
DECEMBER
Voorafgaand aan het jaarlijks kerstdiner voor personeel en vrijwilligers van het
museum, presenteerde Evert Louwman een nieuwe aanwinst: een Mauser. Een 'auto'
met twee wielen zoals bij een motorfiets, maar daarnaast voor de stabiliteit
twee zijwieltjes. Na de Eerste Wereldoorlog was het vliegtuigfabrikant Mauser
verboden de productie te hervatten, zodat de onderneming uitweek naar een nieuwe
bedrijvigheid. Het merkwaardige voertuig was het resultaat. Het wagentje zal
ergens op de tweede verdieping van het museum een plaats krijgen.
Een
tweewielige auto met zijwieltjes: de Mauser van rond 1920.
SEPTEMBER
In afwachting van een definitieve plaats elders in het museum staat de Regal
(zie ook hieronder) tijdelijk in de hal. De auto is volledig ongerestaureerd
en voor zijn leeftijd in een goede conditie. Destijds bood de
fabrikant de mogelijkheid aan om één chassis en twee koetswerken te kopen, zodat
je in de zomer open en in de winter dicht kon rijden. Het wisselen van de
koetswerken bleek echter in de praktijk geen eenvoudigheid. De formule kreeg
geen navolging. Als je geld had, kocht je twee volledige auto's. Bij de Regal
zitten de assen boven het chassis, zodat de auto relatief laag is.
Één
van de bijzonderheden is het volledig originele ronde ruitje.
JUNI
De Bugatti 'Black Bess' is tijdelijk afwezig. De plaats is voor de duur van de
afwezigheid ingenomen door een andere Bugatti uit de collectie van Evert
Louwman.
De
Bugatti heeft met de wielen meedraaiende koplampen.
DECEMBER
Komende maanden wordt een plaatsje gezocht voor de nieuwste aanwinst van het
museum: een volledig originele Regal, de enige nog in deze staat overgebleven
versie ter wereld. Zelfs de riemen waarmee de kap wordt vastgehouden, zijn nog
de oorspronkelijke, aldus Evert Louwman bij de presentatie van de auto in de
theaterzaal van het museum.
De
Regal is nog volledig origineel en daardoor zo uniek.
NOVEMBER
Het museum heeft een
unieke collectie zogeheten Spindizzies geschonken gekregen. Dit zijn kleine
auto's - zo'n veertig centimeter lang - die rijden op een echt benzinemotortje (van modelvliegtuigjes) waarvoor in
de jaren veertig en vijftig in Amerika drukbezochte wedstrijden werden georganiseerd.
De wagentjes waren soms
fantasiemodellen, maar vaak gebaseerd op bestaande racewagens.
Voor
de spindizzies is op de bovenste verdieping een speciale hoek in het museum
ingeruimd.
De
wagentjes zijn een gift van de Amerikaanse verzamelaar Eric Zausner. Hij wilde
een goed 'huis' voor zijn collectie.
Links een Jaguar D-type, rechts een Morgan.
Links een Amerikaanse Hot Rod, rechts een Sunbeam snelheidsrecordauto in miniatuur.
OKTOBER
Lange tijd stond deze Amilcar in de garage, maar nu heeft de auto een plaats
gekregen in de museumhal. De bijzonder gevormde, gesloten carrosserie maakt 'm tot een
bijzonderheid. Er is er maar één van in de wereld.
De Amilcar is uitzonderlijk
vanwege zijn dichte carrosserie.
FEBRUARI
De Oldsmobile Curved Dash was de eerste auto die in Amerika in serie werd
gemaakt. Dit historisch belangwekkende model ontbrak tot nog toe in het museum.
Daar is nu een eind aan gekomen. Passend bij de voorkeur van Louwman is dit
exemplaar uit 1903 ongerestaureerd. De auto heeft vier zitplaatsen door het bankje achterop.
De passagiers zitten met hun rug naar de rijrichting. De auto werd aangeboden
tijdens een veiling aan de vooravond van de London to Brighton Run in november
2017.
Een andere aanwinst is de Standard Superior, gemaakt naar ideeën van Josef Ganz
in de jaren '30 in Duitsland, met vele technische details die later in de Volkswagen Kever
terug te zien zijn, zowel uiterlijk als wat betreft techniek. De motor is
achterin geplaatst. De Standard heeft een plaats gekregen naast de Rapid,
eveneens gemaakt naar de ideeën van Ganz.
De
Oldsmobile Durved Dash was de eerste in serie gemaakte auto van Amerika.
De
Standard Superior, geesteskind van Josef Ganz.
Veel
ideeën van deze auto zijn later terug te vinden in de Kever van Volkswagen.
De
motor ligt achterin. Op de achterkant boven het reservewiel de inlaat voor de
koellucht.
JANUARI
In 1986 gaf Mercedes-Benz Nederland opdracht aan Karel Appel een auto
kunstzinnig te beschilderen. Aanleiding was de honderdste verjaardag van de
allereerste Benz. De importeur heeft de auto geschonken aan het Louwman Museum,
waar het kunstwerk na een gedegen en minutieuze opknapbeurt een plaats heeft
gekregen op de kunstafdeling.
De
Mercedes-Benz 190 beschilderd door Karel Appel.
Nog een toevoeging aan de collectie
is de Toyota i-Unit, een eenpersoons voertuig dat op de World Expo 2005 als 'conceptcar'
werd getoond. Het wagentje kan rechtop worden gebruikt, maar kan ook langer en
lager worden, wat bij hogere snelheden praktischer is. De aandrijving is
elektrisch, de motoren zitten in de achterwielen. Daar vinden we ook de enige
aanduiding van het merk.
DECEMBER
Een letterlijk en figuurlijk schitterende nieuwe aanwinst is een Packard 840 uit
1931, met als bijzonderheid dat het koetswerk niet afkomstig is van een
onafhankelijke carrosseriebouwer maar van Packard zelf. Onder de motorkap ligt
een achtcilinder motor. De auto staat in de opnieuw ingerichte grote zaal op de
begane grond.
Packard 840 Deluxe Eight Dual Cowl Sport Phaeton, bouwjaar 1931, met
fabriekskoetswerk.
De
auto heeft een plaats gekregen in de opnieuw ingerichte grote zaal.
Links de radiatormascotte, rechts een wieldop.
SEPTEMBER
Twee politiewagens - totaal verschillend, maar allebei gebaseerd op populaire
reguliere modellen - zijn aan de collectie toegevoegd: een MG TC (1947) en een
Renault 4CV (1955). De eerste is gebruikt door de politie in het Engelse
graafschap Kent, de tweede stond ten dienste van de Parijse politie. De Renault
heeft opmerkelijke, aangepaste deuren. De bovenzijde van de voordeuren is
verdwenen om de politieagenten letterlijk meer armslag te geven bij gebruik van
hun wapen. De ombouw werd gedaan door de Parijse carrosseriebouwer Currus.
In de parkeergarage is de expositie
aangepast met enkele auto's die nog niet eerder in het museum te zien waren,
waaronder een Saab, een Volvo 1800S, een Mazda Cosmo, Austin FX3 Taxi en een
Lloyd Arabella.
De
MG TC genoot vooral populariteit in de Verenigde Staten, maar ook in het
moederland, zoals bij de politie van Kent.
De
opengewerkte deuren maken deze
Renault 4CV bijzonder.
Eerder stond de Toyota Corona in de parkeergarage, nu in de zogeheten tijdlijn
1945-1970.
Lloyd Arabella met op de achtergrond de Britse taxi en rechts de Mazda Cosmo.
De
Ford Anglia Sportsman is verhuisd van het museum naar de garage.
Een
Saab 92 en Volvo 1800 S.
AUGUSTUS
De Amerikaanse Ford V8 heeft plaatsgemaakt voor de Duitse Ford Eifel model C
Cabriolet van 1938. Opmerkelijk is de toevoeging aan het beeldmerk op de grille.
Onder de bekende schrijfwijze van het merk staat als extra vermelding: Deutsches
Erzeugnis, om toch vooral de Duitse inbreng bij dit model te accentueren. De
eerdere Duitse Fords waren afgeleid van de Britse modellen van het merk.
Aan
de afdeling tijdlijn van het museum is de Ford Eifel toegevoegd. Hij neemt de
plaats in van de V8 van Ford.
Deze
Eifel cabriolet is een bijzonder elegante verschijning, ook in vergelijking tot
de gewonere uitvoeringen.
JULI
De afdeling kleine naoorlogse auto's heeft uitbreiding gekregen in de vorm van
de Zündapp Janus, een wagentje met de motor in het midden en deuren aan de voor-
en achterkant. De achterpassagiers zaten tegen de rijrichting in. De auto is in
eigen beheer gerestaureerd.
Een
auto met een Januskop; op de verlichting na zijn voor- en achterkant identiek.
De
motor zat - hoe kan het anders - in het midden.
FEBRUARI
Een nieuwe aanwinst is de Belgische Métallurgique 12HP uit 1912 met een
cabriolet-koetswerk van Vanden Plas. De wagen is opgenomen in de tijdlijn van
het museum, op de tweede etage. Het koetswerk is in 1960 overgespoten, maar
daarna nooit meer.
De
Métallurgique uit 1912 met koetswerk van Vanden Plas.
DECEMBER
De open Chevrolet Corevette is ingeruild voor een coupé van de eerste serie
Sting Ray, met de karakteristieke gesplitste achterruit. Hoewel fraai, bleek dit
erg onhandig. Het nut van de binnenspiegel was heel gering. Reden voor de
fabrikant om al na één jaar over te schakelen op een ééndelige achterruit. Minder bijzonder,
maar veiliger en praktischer. Dat maakt het aanvankelijke model des te
aantrekkelijker in de wereld van liefhebbers en verzamelaars.
De zwarte Citroën DS met wit dak is vervangen door een gebroken witte met een
zwart dak die in veel betere staat verkeert.
De
Chevrolet Corvette Sting Ray in coupé-uitvoering van 1963.
Alleen in het eerste modeljaar had de Corvette de later zo beroemd geworden
gesplitste achterruit.
Als
een volbloed Amerikaan is de uitgerust met luxe snufjes, zoals airco.
Er kwam een andere, mooiere DS in
de plaats van het bestaande model.
Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst
met alle vrijwilligers trokken museumeigenaar en -directeur Evert Louwman en
Ronald Kooyman het doek van twee nieuwe aanwinsten: een Grout stoomwagen uit 1904 en
de oudste nog geheel originele Peugeot Bébé. Daarnaast lieten ze een plaatje
zien van de onlangs verworven oudste hybride auto ter wereld, een Armstrong uit 1896. Deze zal
pas in 2017 naar het museum komen.
De
Grout stoomwagen komt uit een museum in Amerika en heeft een locomotiefachtige
voorkant.
Links de Grout, rechts een plaatje van de Armstrong Hybrid 1896.
Peugeot Bébé in geheel originele
staat.
AUGUSTUS
De Panhard & Levassor met Skiff-koetswerk is tijdelijk uit het museum verdwenen
in verband met werkzaamheden aan de auto ter voorbereiding aan een concours
d'elégance. De lege plek is voor heel even ingevuld met een Amilcar uit 1914, eveneens met een houten Skiff-opbouw. De auto is overgekomen
uit Raamsdonksveer, waar Louwman nog een aantal klassiekers heeft staan.
(Inmiddels behoort de auto niet meer tot de Louwman-collectie.)
De
Panhard & Levassor met houten achterkant in bootmodel is tijdelijk vervangen
door een Amilcar, ook met Skiff-koetswerk.
JUNI
Auto's waarvan er maar één op de hele wereld bestaat, daarvan staan er
verschillende in het museum. Er zijn er twee bijgekomen: de Pegaso Z-102
Berlineta ENASA Cúpula uit 1952 en de Pininfarina X uit 1960. De eerste heeft
een jarenlang restauratietraject achter de rug. In alles is de vormgeving van de
auto bijzonder. De Pininfarina heeft een achterzijde die lijkt op een Amerikaan,
gekoppeld aan een zeer aerodynamische voorkant die van een vliegtuig zou kunnen
komen. De auto heeft vier wielen: één voor- en achterwiel en twee zijwielen. De
luchtweerstandcoëfficiënt is met 0,23 voor die tijd extreem laag. Achterin huist
een 1100 cc Fiat-motor.
Na
een showtoer rond de wereld heeft de auto zijn plaats in het museum ingenomen.
Aan
de bijzondere achterruit dankt het model zijn naam Cúpula.
De
voor- en achterkant lijken niet bij elkaar te passen.
De
auto heeft vier wielen: één voor en achter en twee opzij.
JANUARI
Geheel origineel en daarom uniek en passend in de collectie: een International
uit 1908 met een luchtgekoelde boxermotor en kettingaandrijving op beide
achterwielen. De kap is zo teer dat het niet aan te raden is deze naar beneden
te klappen. Binnenkort zal de voorloper van het vrachtwagenmerk International
Harvester in het museum een plaats krijgen.
Nog
helemaal origineel, de Internatioinal. Rechts een detail van de achtervering en
kettingaandrijving.
De
International tijdelijk opgesteld in de Toyoda-zaal.
DECEMBER
Louwman is gek op exclusieve en heel bijzondere modellen. Het museum is er weer
een paar rijker, zoals een uitzonderlijke Rolls-Royce. Hiervan is er maar één gemaakt. Ontworpen door Vignale, met een
mix van Amerikaanse en Italiaanse stijlelementen. Over
mooi of lelijk valt niet te twisten. Bijzonder is ook de po (!) onder de
achterbank.
De afdeling sport- en racewagens wordt verbouwd. Tegelijk daarmee zijn twee
nieuwe modellen binnengereden: een Toyota racewagen en een Toyota Celica
rallywagen.
Na een eerdere aankondiging is eindelijk de Joswin gearriveerd: een Duits merk
met onder de kap een vliegtuigmotor van Daimler. De grote limousine uit 1922 heeft een
buitengewoon bijzonder interieur met twee fauteuils achterin, schemerlampjes,
ivoren deurklinken en ingelegde houten zijkanten met bijpassend hemeltje.
Net voor Kerstmis presenteerde Evert Louwman zijn nieuwste aanwinsten. De eerste
is een elektrische Baker uit 1908. Onder de
'motorkap' zitten uitsluitend de accu's. Het zijn nog de originele. De tweede
noviteit is een ultra-kleine Kleinschnittger met een ééncilinder motor van 125cc.
Dit wagentje moet echter nog onder handen genomen worden voordat hij een plekje
in het museum krijgt.
 |
 |
De
voorkant is typisch Amerikaans, terwijl de achterzijde duidelijk Italiaans vorm
heeft gekregen.
Ondanks dat het een Long Wheel Base is, lijkt de wielbasis te kort voor de
carrosserie.
De
enige Rolls-Royce met de merknaam op de zijkant. Rechts: dit is niet de antenne,
maar een vlaggenhouder.
Twee
Toyota's zijn aan de collectie toegevoegd: een Celica rallywagen en een
raceauto.
Een
Joswin uit 1922. Van dit Duitse merk zijn niet veel auto's gemaakt, laat staan
dat er nu nog bestaan.
Onder de kap achter de Mercedes-achtige radiateur ligt een vliegtuigmotor van
Daimler.
Het
interieur is uitzonderlijk luxe en ademt de sfeer van een luxe huiskamer.
De
auto werd gebruikt in de film Sorrows of Satan uit 1926.
Er
schijnt er nog maar één te bestaan: een Baker elektrische auto met voorin de
originele accu's.
Onder de kap zitten alleen de accu's. Rechts: het instrumentenpaneel bestaat uit
slechts een volt- en ampèremeter.
De Kleinschnittger heeft een ééncilinder 125cc-motor.
De auto zal straks een plaats krijgen bij de andere dwergauto's van de
collectie.
APRIL
Tijdelijk is aan de expositie toegevoegd een De Lorean DMC-12, de roestvrijstalen
coupé met vleugeldeuren die in een fabriek in Noord-Ierland werd gemaakt, een
initiatief van John Z. DeLorean, voormalige GM-chef die voor zichzelf begon. Het
project werd een mislukking. Na 9000 auto's met veel kinderziekten was het
afgelopen. Het koetswerk is getekend door Giugiaro.
De
De Lorean DMC-12 is tijdelijk aan de collectie toegevoegd.
De
slechte afwerking is duidelijk te zijn bij de aansluiting van motorkap, spatbord
en bumper.
FEBRUARI
Acht cilinders, 5,9 liter inhoud en 850 pk zijn de technische karakteristieken
van de speciaal voor de Nascar-races in Amerika geprepareerde Toyota Camry uit
2013. Het aantal onderdelen dat deze auto deelt met een Camry in de showroom is
op een hand te tellen. Waar je denkt dat de koplampen zitten, is een plakplaatje
van verlichting aanwezig.
Het
jongste model in het museum, uit 2013 stamt deze speciale Toyota Camry.
DECEMBER
Evert Louwman heeft gehoor gegeven aan de wens van vele bezoekers én van
museumdirecteur Kooyman nog een
Porsche aan zijn museumcollectie toe te voegen. Het is bekend dat het niet zijn
favoriete merk is, maar toen de gelegenheid zich voordeed, is hij gezwicht voor
deze bijzondere Porsche 356, één van de eerste serie van twaalf die de
Rijkspolitie in 1962 op de snelwegen heeft ingezet.
Onthulling van de nieuwste aanwinst door Evert Louwman en museum-directeur
Ronald Kooyman.
Een
mooi detail van de 356: de uitlaten lopen door de bumperrozetten.
De
Porsche is weer precies zoals de politie 'm destijds gebruikte.
SEPTEMBER/OKTOBER
Enkele nieuwe aanwinsten en een hele nieuwe inrichting van de grote zaal op de
begane grond vormen het nieuws. In de spiegelzaal zijn wanden geplaatst, zodat
een vastgestelde looproute ontstaat en iedere auto afzonderlijk beter tot zijn
recht komt. Een nieuw topstuk in de collectie
is de uiterst zeldzame The American Underslung Tourer 664 uit 1914. Opvallend
zijn
het lage chassis van de auto, de grote witte banden en de vorm van de
voorspatborden. De auto is werkelijk schitterend afgewerkt.
De afdeling racewagens is verder verrijkt met een Cooper T43 uit 1958 en een Midget Racer uit 1938 met een motor die volgens Evert
Louwman nog mooier is dan die van een Bugatti. Tot slot is er een echte
Amerikaanse Hot Rod, op basis van een Ford Model 18 'Golden Deuce' Coupé uit
1932. Een zeer opvallende nieuweling is een bijzondere racewagen, in 1951
ontworpen door autocoureur Piero Taruffi. Hij bereikt er zeven keer een
snelheidsrecord mee. De vorm is op zijn minst gezegd curieus.
De coureur zit in de ene pijp, de motor ligt in de andere. De recordsnelheid van
298 km/u werd bereikt met een viercilinder Maserati-motor. Die motor werd
gedemonteerd. Een latere eigenaar zette er een zescilinder Ferrari-motor in, met
een vermogen van 195 pk en een inhoud van 2428cc. De wielen worden door een
ketting aangedreven.
 |
 |
De nieuwe inrichting van de grote zaal op de begane grond.
Iedere tentoongestelde auto
krijgt op deze wijze meer aandacht.
The American Underslung uit 1914, nog geen handjevol is bewaard gebleven.
Opvallend zijn de lage bouw en de grote wielen met witte banden.
De Midget racer uit 1938 en de Cooper van twintig jaar later.
Een Hot Rod op basis van een
oude Ford met een modern dashboard.
De
snelheidsrecordwagen Tarf, aanvankelijk met een Maserati-motor, maar nu met een
Ferrari-krachtbron.
AUGUSTUS
De afdeling race- en sportwagens is aangevuld met een Abarth Spyder uit 1955,
met een voor die tijd zeer vooruitstrevend koetswerk van Boano. De techniek
stamt van de Fiat 1100. Op de circuits werd een topsnelheid bereikt van 180
km/u. De auto is er één van een kleine serie van zo'n twaalf auto's.
Abarth creëerde op basis van Fiat-techniek deze racer, Boano schiep de
carrosserie.
De tweede zitplaats aan de rechterkant is afgedekt.
JUNI
Op zondag 1 juni werd een nieuwe aanwinst in de collectie gepresenteerd: een
Rapid, in Zwitserland gemaakt naar de ideeën van ingenieur Joseph Ganz, de man
die zich jarenlang in Duitsland sterk had gemaakt voor een goedkope
'volkswagen', maar die in de jaren dertig moest vluchten uit Duitsland vanwege
zijn joodse achtergrond. Ganz heeft een rol gespeeld bij de ideeënontwikkeling
voor de latere Volkswagen Kever, maar Hitler verbood in 1934 Ganz' publicaties.
Van de Rapid zijn er zo'n veertig gemaakt, waarvan er vermoedelijk nog maar twee
bestaan. Dit is de meest originele.
De
Rapid, gemaakt naar het idee van Joseph Ganz.
FEBRUARI
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte de Franse vliegtuigbouwer Ateliers
d'Aviation Louis Breguet in de plaats Anglet een serie van zo'n 200
elektrische auto's. Slechts enkele daarvan zijn overgebleven. Dit exemplaar is
tientallen jaren opgeslagen geweest in de schuur van een kasteel, vergeten en
pas enkele jaren geleden herontdekt. Het model A2, werd voortgestuwd door een
elektromotor. Voor de energie zorgden zes
12-Volts accu's. Het wagentje is gestroomlijnd, licht van gewicht en eenvoudig
van vorm. De
carrosserie is van lichtmetaal dat ook voor vliegtuigen werd gebruikt.
Voortrein, stuurinrichting en remmen zijn afkomstig van de Simca 5. Met een gemiddelde
snelheid van 40 km/u was de actieradius zo'n 65 kilometer.
Breguet A2 van 1941, een elektrische auto in kleine serie gemaakt door de
vliegtuigfabriek.
JANUARI
Soms kan een kleine wijziging het aanzien van een auto flink veranderen, zoals
het opzetten van de kap. Twee mooie voorbeelden zijn de Chenard & Walker en de
Saoutchik-Mercedes. De eerste heeft een soort tentdak gekregen. Bij de Mercedes
is sprake van (losse)forse B-stijlen die de instap overigens bemoeilijken, omdat
ze verder naar voren steken dan de opening van de deur eronder.
De Chenard & Walker van 1923
ziet er met "tentdak" heel anders uit.
De dikke B-stijl van de
Mercedes-Benz zorgt voor een ander aanzien.
DECEMBER
Evert Louwman heeft zijn collectie verrijkt met een T-Ford uit 1913, geen
exclusief model, maar bijzonder omdat de auto nog bestaat uit de originele
onderdelen en voorzien is van bijzondere accessoires, zoals extra vering.
Volgens de collectioneur zijn in het bijzonder de originele spatborden
uitzonderlijk. Ze zijn van dun plaatmateriaal, terwijl ze bij de meeste T-Fords
vervangen zijn door dikkere exemplaren. De
auto is precies honderd jaar oud en stamt uit het jaar dat Henry Ford de lopende
band in zijn bedrijf invoerde. Een T-Ford uit 1924 behoorde al veel langer tot
de collectie.
Ford
model T uit 1913, uit het jaar dat Henry Ford de lopende band invoerde.
Dit
model T is voorzien van een aantal originele accessoires die niet tot het
standaardmodel behoorden.
NOVEMBER
De Appia heeft inmiddels een plaatsje gekregen in het museum, in de grote hal.
De bijzondere lijnen van deze kleine limousine komen mooi tot hun recht. De
Lancia Astura is terug van weggeweest. De auto is gerestaureerd en heeft enkele
originele details teruggekregen. Niet langer is het koetswerk tweekleurig en de
wielen zijn nu voorzien van luxe doppen.
Hoewel de afmetingen bescheiden zijn, heeft de wagen de allure van een grote
sedan.
Serie twee onderscheid zich met name van de eerste serie door de achterkant met
'afzonderlijke' kofferbak.
Terug van de restaurateur: de Astura is nu eenkleurig en heeft andere wielen.
De
Lancia is groot en groots tegelijkertijd.
OKTOBER
Nog niet in het museum, maar gesignaleerd in de opslagruimte: Lancia Appia van
de tweede serie, een kleine Italiaanse auto. Anders dan je zou denken, is dit
geen Engelse uitvoering. Standaard werd de auto geleverd met rechts stuur. De
deuren gingen naar elkaar toe open, er is geen B-stijl.
In
de opslag onder het museum een nieuwe aanwinst: een
Lancia Appia van de tweede serie.
De
auto werd geleverd met rechts stuur.
SEPTEMBER
Een nieuwe aanwinst is de Rolls-Royce Silver Ghost uit 1913 die een (tijdelijke)
plek heeft gekregen in de grote hal van het museum. Een mooi detail vormt het
stuurwiel dat laat zien hoe in die tijd het ontstekingstijdstip en de carburatie
door de rijder moest worden aangepast om een soepele loop van de motor te kunnen
realiseren. Het koetswerk is een reconstructie van de beroemde
London-to-Edinburgh Tourer.
De
Rolls-Royce Silver Ghost is van 1913, uit de tijd dat het merk maar één model
maakte.
Rechts is de lange wielbasis mooi zichtbaar.
Het
stuur zag er destijds heel wat ingewikkelder uit dan tegenwoordig.
De
Benz heeft inmiddels een plaats gevonden op de afdeling klassieke racers.
AUGUSTUS
Tot en met 27 oktober 2013 staat de Golden Arrow
uit 1929 in het museum. Met deze "auto" werd destijds een wereldsnelheidsrecord gereden. Dat gebeurde
op 11 maart 1929 in Daytona Beach. Zo'n 120.000 toeschouwers zagen hoe de Britse
coureur Henry Segrave een gemiddelde snelheid behaalde van 372,46 km/u. De motor
is een twaalfcilinder vliegtuigmotor van Napier, met een inhoud van 23,9 liter
en een vermogen van 925 pk. Deze drijft de achterwielen aan. De motor had geen
radiator, maar werd gekoeld met behulp van ijs. De Golden Arrow maakt deel uit
van de collectie van het National Motor Museum in Beaulieu, Zuid-Engeland.
De Golden Arrow in volle glorie. Wielbasis 4,06 meter, lengte 7,92 meter, hoogte
1,13 meter. Gewicht 2500 kg.
Links de voorzijde van de Golden Arrow, rechts de achterkant. Spoorbreedte is 1,52 meter.
Natuurlijk, het ding heeft vier wielen en een motor. Maar verder gaat iedere
vergelijking met een auto mank.
JULI
Aan de collectie zijn weer enkele modellen toegevoegd, waaronder twee Lincolns.
De eerste is een model uit het midden van de jaren twintig, de tweede een Continental Coupé van begin jaren veertig. Deze
auto
speelde een rol in de film The Godfather en komt in het museum naast de
DeSoto uit diezelfde film te staan. Een derde nieuwtje is een Cadillac Eldorado Brougham
uit 1957 met als bijzonderheid het roestvrijstalen dak. Als vierde noviteit
heeft een Buffum uit 1895 een plaatsje in het museum gekregen. Het is de eerste
auto ter wereld met een viercilindermotor. En dan is er ook nog een takelwagen
bijgekomen, gebaseerd op een A-Ford.
Een
Lincoln van 1925 is nieuw in de collectie en staat (tijdelijk) in de
hal.
De
Lincoln Continental Coupé 1941 speelde een rol in de film The Godfather.
Het
roestvrijstalen dak en ontbreken van een B-stijl kenmerken de Cadillac Eldorado
Brougham.
Links de Buffum uit 1895, rechts een takelwagen op basis van een A-Ford.
JUNI
Op 21 juni brachten Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima een bezoek aan
Den Haag en maakten daarbij een kort ritje in een Crane Simplex van 1915. Daags
erna stond de auto (tijdelijk) in de grote hal van het museum. Een opmerkelijk
detail: de kleuren van de auto zijn oranje, wit en blauw. Het meereizende
gezelschap nam plaats in een oude, kleine Austin-bus.
De
Crane Simplex 1915 eventjes als Koninklijk voertuig.
Oranje-wit-blauw: toepasselijke kleuren bij een Koninklijke rondrit.
Een
oude kleine Austin Bus.
APRIL
Als nieuwe aanwinst staat in de hal van het museum geen exotisch of heel
exclusief model, maar juist een auto waarvan er heel veel zijn gemaakt. Toch
past hij bij de rest, omdat het model een keerpunt betekende in de historie van
het merk, leider werd in de klasse van de kleine middenklassers en één van de
meest succesvolle ontwerpen van stilist Giugiaro. Het gaat om de Volkswagen Golf
en wel van het eerste model.
Een
Volkswagen Golf uit 1974, een icoon uit de jongste geschiedenis.
MAART
Evert Louwman blijft zoeken naar nóg exclusievere modellen en uitvoeringen. De
bestaande 2CV is vervangen door een 2CV Sahara met vierwielaandrijving door de
toepassing van twee motoren: één voor en
één achter. Tussen 1960 en 1966 werden er 694 gebouwd. De benzinetanks vonden een plaats onder de voorstoelen (!) en dus
moest er een gat in de deur komen voor de vulopening. In de achterstijlen werden
extra koelopeningen gemaakt.
Citroën 2CV Sahara, met twee motoren en vierwielaandrijving. Let op de
benzinedop in de deur.
Voor
het reservewiel was binnen geen plaats meer. De richtingaanwijzers op de
voorspatborden zijn niet origineel.
Een
tweede motor achterin waar bij de normale 2CV de
kofferruimte was. In de C-stijl extra koelsleuven.
FEBRUARI
De collectie is uitgebreid met een Benz racewagen uit 1910, deelnemer aan de
Prinz Heinrich Fahrt, een race van 1900 kilometer door Duitsland en Frankrijk.
De auto zal later dit jaar
in het museum te zien zijn. Eerst is de auto te bewonderen bij de
tentoonstelling Rétromobile in Parijs, samen met het zustermodel dat eigendom is
van het Mercedes-Benz Museum. Beide auto's kregen kort geleden een nieuw
koetswerk omdat het oude verloren was gegaan. Ze zijn de twee enig overgebleven
modellen die aan de race in 1910 hebben deelgenomen.
Verder is de opstelling van het tijdvak 1950-1970 veranderd en zijn enkele
auto's toegevoegd, waaronder een Lloyd personenbusje, twee Suzuki's, een Trabant 601
en een Austin Eight.
Benz racewagen uit 1910, destijds deelnemer aan een race van 1900 kilometer door
Duitsland en Frankrijk.
Links de Benz van Louwman, rechts het zustermodel van het Mercedes-Benz Museum.
Markante details: de kleine grilleopening en de gestroomlijnde behuizing van de
(weggewerkte) lampen.
De
kleine Lloyd heeft gezelschap gekregen van een personenwagenbusje van het merk.
Links de Suzuki Fronte, de eerste auto van het merk in ons land, daarachter een
latere coupé van het merk.
Links een naoorlogse Austin Eight, typerend voor de Engelse modellen van toen, rechts
het icoon van de DDR, de Trabant 601.
Het Louwman Museum en zijn collectie lijken nooit af en compleet te zijn. Het
kan altijd beter en mooier. Zo is de imposante zwarte Duesenberg J ingeruild voor een
nog opvallender en unieker model van het
merk. Het is tevens de langste en breedste Duesenberg ooit gebouwd. Deze auto -
in kennerskringen bekend als de Father Divine-auto - komt uit de collectie van
John O'Quinn, de Amerikaanse advocaat die tussen 2003 en 2009 een verzameling
van meer dan 800 kostbare klassiekers opbouwde. Het is zeker niet de
mooiste Duesenberg. Een Amerikaanse
protestantse gemeente schonk de wagen destijds aan de dominee. Het achterste
dakdeel kan worden afgenomen en de bank kan elektrisch omhoog. Met de komst van
de auto is de inrichting van de zaal ook gewijzigd.
Nieuw is verder een Iso Isetta die de plaats inneemt van de veel minder
exclusievere BMW Isetta. De door Louwman vaak zelf gebruikte klassieke Bentley
heeft tijdelijk onderdak gevonden in het museum.
Al wat eerder reden een La Croix & De LaVille uit 1904, Steyr Type 55, Lancia Astura en Stutz Bearcat
naar binnen. De Lloyd Alexander is een oude bekend: hij stond al in
Raamsdonksveer.
Een Moon is verhuisd van het depot naar de expositie en op de
afdeling kleine auto's is een minimale Suzuki komen te staan. De Shelette van Michelotti heeft voortaan een dakje. Het bureau van Eiji Toyoda,
dat we nog kennen van het museum in Raamsdonksveer, is op de verhuiswagen naar
Den Haag gezet. De afdeling porselein is verder uitgebreid met serviesgoed.
In de zaal van de posters en tekeningen is in een oude vitrine een Renault uit
1900 komen te staan.
De Rolls-Royce Shooting Break is tijdelijk vervangen door een Silver Ghost
Pullman
Limousine. Hij is in bruikleen en wordt later dit jaar geveild. Het zou een mooie aanvulling op de collectie
zijn. De auto is te koop. Men verwacht veel belangstelling tijdens de veiling,
later dit jaar. De verwachte opbrengst is twee miljoen pond*. Komt
het model bekend voor? Dat kan kloppen. Corgi Toys maakte er in het verleden een
miniatuur van.
De Aston Martin DB5 van James Bond is dit seizoen in het
National Motor Museum in Engeland te zien. Een moderne 007-Aston Martin is er
tijdelijk voor
in de plaats gekomen.
*Op 29 juni 2012 werd de Rolls Royce
op de veiling van Bonhams verkocht. De auto bracht 4,7 miljoen pond op! De
nieuwe eigenaar is niet Louwman!
Een
heel exclusieve Duesenberg J en de SJ in een
nieuw decor.
Het
is niet de mooiste Duesenberg ooit gebouwd, maar het front is indrukwekkend.
Door
de nieuwe inrichting kreeg ook de Auburn een andere plaats. Eigenlijk heeft de
auto te weinig ruimte.
De
BMW Isetta heeft Louwman ingeruild voor de originelere Iso Isetta.
Onder de bobbel achterop zitten de doppen voor benzine en water.
Links een Moon zescilinder uit 1922, rechts een Stutz Bearcat uit 1920.
Bentley 4,5 Litre uit 1928 met een carrosserie van Vanden Plas.
La Croix & De LaVille 'La Nef' uit 1898 met ééncilinder De Dion-motor. Het
Franse merk bestond tot 1914.
In de hal met auto's uit allerlei landen is de Oostenrijkse Steyr 55 komen te
staan.
De
Lancia Astura is in werkelijkheid nog grootser dan op de foto.
De gestroomlijnde voorkant en het chique interieur van de Lancia.
Nieuw op de afdeling kleine auto's, de Suzuki CV-1, inmiddels meer dan dertig
jaar oud.
Een
bekende uit het museum in Raamsdonksveer staat nu ook in Den Haag: de Lloyd
Alexander.
Een
kleine auto uit de jaren vijftig. Let op de relatief grote wielen.
Uitbreiding op een ander vlak dan auto's: het bureau van Eiji Toyoda en nieuwe
vitrines met serviesgoed.
Tussen de schilderijen staat nu een Renault 1900 in een oude vitrine.
De
Columbia is een elektrische auto uit 1899, misschien wel té mooi gerestaureerd.
In
de vorm is nog duidelijk een koets te herkennen.
Deze
Rolls-Royce Silver Ghost Pullman Limousine neemt tijdelijk de plaats in van de
jachtwagen van dat merk.
Jeugdherinneringen komen boven: Corgi Toys maakte deze Rolls-Royce ooit in het
klein. Rechts foto van de motor.
De
Aston Martin DB5 staat dit jaar in Engeland, een moderne James Bond-auto kwam
ervoor in de plaats.
Voortaan met een dakje: de Shelette van Michelotti op Fiat 850-basis.
Louwman blijft aanpassen en verbeteren. In de Bugatti-zaal kwamen de modellen
onvoldoende tot hun recht. Ze staan voortaan op een kleine verhoging en de
wanden zijn aangepast, zodat de kleuren beter uitkomen. De vitrine met de
kunstwerken van de familie Bugatti heeft een uitbreiding gekregen. Verder is in de grote
hal door middel van vlaggen het thema van dit tentoonstellingsgedeelte
duidelijker gemaakt: auto's uit alle landen en werelddelen.
Aan de tentoongestelde Spyker-collectie is het model uit 1911 toegevoegd dat we
eerder zagen in het museum in Raamsdonksveer. Alleen het chassis staat er, het
koetswerk ontbreekt. Jammer, want dat was juist zo typerend voor dit model (zie
ook ►overzicht van alle nog bestaande Spykers).
Een in het oog springende nieuweling is een auto uit 2008 waarvan de vormgeving
is gebaseerd op een Lincoln uit 1939 in combinatie met stijlelementen van de
Franse carrosseriebouwers uit de Art Déco-periode van de jaren dertig. Achterin
is ruimte voor een minstens zo bijzondere Harley
Davidson uit 1992.
Waar Louwman normaal gesproken gek is van oud en origineel, is dit het andere
uiterste.
 |
De
Bugatti-zaal werd aangepast. De auto's staan op een kleine verhoging en de wand
is veranderd.
De
lichte achterkant laat de lijnen van de auto's beter uitkomen, zoals de extreem
vlakke voorruit.
Een
blik op en in de Bugatti Type 54 Bachelier uit 1932.
De
T44 komt zo ook beter uit.
De
creatieve werken van de familie Bugatti.
Bij
de auto's in de grote hal staan voortaan de vlaggen van het herkomstland, zoals
de Tsjechische bij de Tatra 87.
Een
geheel eigen karakter kun je de Tatra niet ontzeggen. De auto heeft een V8-motor
achterin.
De
Spyker Runabout van 1911 is terug, maar helaas zonder koetswerk.
Een bizarre aanvulling
op de collectie, in 2008 gebouwd, maar geïnspireerd op een Lincoln 1939.
De
sierlijsten verwijzen naar de stijl van de Franse koetswerkbouwers van de jaren
dertig.
De
Harley-Davidson is geheel in stijl.
Ondanks alle voorbereidingen en
zorgvuldigheid bleek Evert Louwman na een kleine drie maanden toch niet helemaal
tevreden. De spiegelzaal op de begane grond werd opnieuw ingericht. De auto's
staan nu strakker opgesteld. Zo komen ze volgens de verzamelaar beter tot hun
recht. De bezoeker kan ze gemakkelijker van dichtbij bekijken en hun details
bewonderen. Hieronder een paar foto's van na de herinrichting.
De speelsheid van de oude
opstelling is wat verdwenen. Alles staat nu strak in het gelid.
Deze Pierce Arrow uit 1917 heeft
een carrosserie van Studebaker en heeft als accessoire Westinghouse luchtvering.
De Hispano-Suiza H6B
uit 1924 kreeg een nieuw plaatsje en is nu van alle kanten te bekijken.
Zaaloverzicht met aan de rechterkant langs de muur de Thomas Flyer 1910, zie ook
rechterfoto.
Links een Peerless 1911 en rechts een Stoddard-Dayton 1910.
Het Belgische merk Minerva heeft
als radiatormascotte de beeldtenis van de Godin Minerva. Deze 32CV stamt uit 1928.
Rechts vooraan op de linker foto
de zwart met donkerrode Daimler 45HP uit 1925.
Links een Lanchester Landaulette
uit 1910 en rechts een Renault 22/24cv Mühlbacher Town Car uit 1913.
Typerend voor Renault uit die
tijd is de radiator achter de motor. Rechts: het rietwerkmotief op de deuren van
de auto.
Renault 40cv 1922 met
Widerkehr-koetswerk.
Ook
de Packard 1926 van de brandweercommandant staat ergens anders.
Zowel de Cadillac (links) als de Marmon (rechts) hebben zestien (!) cilinders
onder hun motorkap.
Als
bijzonderheid heeft de Marmom een meedraaiende lamp.
De
American Lafrance brandweerwagen 1922 is nu veel beter te zien. De auto is
ingezet in New York. De ladder is 20 meter lang.
Uit de museumcollectie verdwenen |
Om ruimte te bieden aan nog mooiere
exemplaren, is sinds de opening in de zomer van 2010 een aantal auto's uit de
museumcollectie gehaald. Sommige zijn verkocht, andere staan elders in depot.
Uit de collectie zijn verdwenen
de Duesenberg Model A en Duesenberg J...
...de Chenard et Walcker en
Minerva...
...de Amerikaanse open Auburn en
Peerless...
... de GN en AC...
...de Wanderer W25K en Thomas
Flyer...
...de Cadillac V16 en DeSoto
cabriolet...
...de Mercedes met
Saoutchik-koetswerk, de Bentley (die er tijdelijk stond)...
...de
Métallurgique en Austin...
...de Volkswagen Golf en de Mercedes 600...
...en de racewagens van Cooper en Toyota.
De gewone 2CV werd vervangen door
de Sahara 4x4,
de BMW Isetta door de Iso
Isetta,
de open Corvette door een coupé,
voor de DS kwam een veel mooier
exemplaar in de plaats,
en de gewone Renault 4CV werd
vervangen door een politieauto.
|