Mercedes-Benz
Museum / Classic Center
Stuttgart / Fellbach (D)
●
Historische collectie Mercedes-Benz
●
Indrukwekkende presentatie
●
Nieuw: gereconstrueerde Stromlinienwagen
●
Nieuw: expositie nieuwe aandrijvingen
●
Classic Center: showroom en werkplaats
maart 2015
Een tempel voor de erfenis van de aartsvaders
Als een van de oudste automerken ter wereld presenteert Mercedes-Benz al meer
dan driekwart eeuw zijn historische collectie voertuigen in een museum. De in
2006 geopende huidige huisvestiging is wereldberoemd, vanwege de auto’s én het
gebouw. Negen jaar na de opening gaan we terug om te kijken hoe het er nu is.
 |
Op vrijdagmiddag 6 oktober
2006 reden we verwachtingsvol de parkeergarage van het Mercedes-Benz
Museum in. Over het eerder in dat jaar opgeleverde mausoleum voor de
beroemde collectie klassiekers was veel geschreven. Geen autoblad of
architectuurmagazine of er stond een reportage in over het meesterwerk
van de Nederlandse architect Ben van Berkel. De eerste indruk was
overweldigend. In de hal werd meteen al duidelijk dat de lovende woorden
van de pers niet overdreven waren. De hoge open ruimte met zijn
futuristische liften en bewegende projecties op de muur was imposant.
Het idee van Van Berkel om twee soorten expositieruimten te creëren, die
over de verdiepingen te verdelen en de looproutes als twee spiralen door
elkaar heen te laten lopen, bleek origineel en ingenieus. De rest van de
dag bleef de bewondering. Niet alleen was de opzet uniek, met hellende
gangpaden als route door de geschiedenis, ook de keuze van de
geëxposeerde auto’s was doordacht. We lieten de historie van één van de
oudste automerken op ons inwerken. Verdieping na verdieping veranderde
het beeld, van de eerste auto’s van Carl Benz en Gottlieb Daimler op de
bovenste verdieping tot de meest recente formule 1-wagens beneden. Het
was druk. In het restaurant was maar moeilijk een plaatsje te vinden.
Meer mensen bleken geïnteresseerd. Dat is de jaren erna zo gebleven.
Gemiddeld komen er zo’n 700.000 bezoekers per jaar. In 2014 was 40%
buitenlander. Er werden 160 nationaliteiten geteld. De meeste
buitenlanders zijn – in die volgorde – Chinezen, Amerikanen en Russen.
 |
 |
De grote hal
reikt tot aan de bovenste verdieping. Van Berkel koos voor schoon beton voor de
afwerking.

Veroudering
Zouden we een tweede keer nog zo enthousiast zijn? Maakt het
geheel net zoveel indruk als toen? Hoe scoort het museum vergeleken met
de
vele andere musea die we sinds 2006 hebben gezien? Zijn er tekenen van
veroudering? Boeit de opzet ook in deze tijd nog? Op het gebied van
interactieve communicatie zijn er afgelopen jaren immers veel
ontwikkelingen geweest. Als nooit
tevoren draait het in de museumwereld om beleving.
Wat gisteren nog modern was, vinden we vandaag achterhaald en saai. Op donderdagmiddag 19 maart 2015
komen de antwoorden al heel snel. De magie
lijkt tijdloos. Opnieuw fascineert de wijze waarop Mercedes-Benz zijn
historische wortels als PR-instrument uitnut. Het gebouw blijft
spraakmakend. Van Berkel koos zogeheten schoon beton voor de afwerking
van de muren. Die keuze blijkt mode-ongevoelig. Alles lijkt nog nieuw. We vinden het zelfs nog mooier dan ruim acht jaar geleden. De
oneffen grijze kleur is onderdeel geworden van de huisstijl en komt
bijvoorbeeld terug op de plastic zak van
de museumshop.
Niet alleen het gebouw overtuigt, ook de expositie.
Is er dan helemaal niets aan te merken? Jawel, één kritiekpunt blijft
overeind, namelijk de
hardnekkigheid waarmee wordt gesproken over Daimler en Benz als 'de
uitvinders' van de auto. Dames en heren van 'Das Haus': de auto is
niet uitgevonden, maar het
eindresultaat van een ontwikkelingsproces waaraan velen een bijdrage
hebben geleverd.
 |
 |
De
futuristische lift brengt de bezoeker naar de bovenste verdieping.
Stromlinienwagen
Vandaag is het stil in de hal. Een van de twee balies om kaartjes te
kopen, is gesloten. In de koffiecorner is plaats genoeg. Misschien wel
door de rust trekt een noviteit meteen de aandacht: de opvallende,
zilverkleurige Stromlinienwagen uit 1938 die afgelopen jaren is
gereconstrueerd. 4800 uren zijn erin gaan zitten om met het
oorspronkelijk chassis, een originele motor en een nieuwe carrosserie
een zo getrouw mogelijke kopie te maken. De fabriek in Sindelfingen ontwikkelde de wagen
destijds op basis van het type 540K, met een motor van 5400cc met
Kompressor, goed voor 180 pk. De auto had moeten deelnemen aan de rit Berlijn-Rome, gepland voor de zomer van 1938. De manifestatie werd
echter uitgesteld naar 1939 en heeft vanwege het uitbreken van de oorlog
uiteindelijk nooit plaatsgevonden. De auto werd verkocht aan Dunlop en gebruikt als
testwagen voor banden die geschikt moesten zijn voor hoge snelheden. Na
de oorlog reed een Amerikaanse militair er mee. In 1948 kwam de auto
weer in handen van de fabriek en werd uit elkaar gehaald. Een deel van
de onderdelen
werd opgeslagen, maar het koetswerk vernietigd. Er was geen aandacht meer voor, totdat
het chassis werd gevonden en een archivaris
in 2011 de originele bouwtekeningen ontdekte. De historische afdeling
van de fabriek besloot de auto te reconstrueren. Het gladde
koetswerk is van aluminium. Eronder zit een houten geraamte. Het
afgeronde front, de gladde bodem, de geïntegreerde koplampen, de
verzonken deurgrepen, de minimale voegen en het ontbreken van bumpers
zorgen voor een zo gunstig mogelijke stroomlijn. Zelfs de traditionele
ster op de voorkant moest plaatsmaken voor een geschilderde. In de
windtunnel is onlangs de luchtweerstandscoëfficiënt vastgesteld op 0,36,
ongekend laag voor die tijd. De topsnelheid ligt op zo’n 185 km/u,
veertig kilometer meer dan van een standaard 540K. Bij de reconstructie
was het nog een hele opgave banden te laten maken die de hoge snelheid
aankunnen.
 |
De
gereconstrueerde stroomlijn-Mercedes-Benz van 1938.
Let op de
subtiele verwerking van de Mercedes-ster in de wandbekleding.
De
auto is nooit gebruikt waarvoor hij werd
ontwikkeld.
Video over de
reconstructie.
Voorbijgaand verschijnsel
Het is tijd de eigenlijke collectie te gaan bekijken. De lift brengt ons
naar boven en terug in de tijd, naar het eind van de negentiende eeuw.
Een feest der herkenning dient zich aan als de liftdeuren opengaan. Daar
is weer het paard als knipoog naar de historie, verwijzend naar een
opmerking van Keizer Wilhelm dat de auto slechts een voorbijgaand
verschijnsel zal blijken te zijn. Het paard zal altijd blijven. Niet
alleen politiek schatte hij de tijdgeest geheel verkeerd in...
De eerste zaal (Mythos 1) is nog net als in 2006. Centraal staan de drie pioniers Gottlieb Daimler, Carl Benz en Wilhelm Maybach en hun bijdrage aan de
ontwikkeling van de verbrandingsmotor en de auto. De eerste Daimler, een
gemotoriseerde koets, en een replica van de eerste Benz (dubieus ‘de
allereerste auto’ genoemd) draaien nog altijd langzaam op de verlichte
vloer. Tegen de wand staan de vervoermiddelen die voortkwamen uit de
vindingen van de drie heren. De benzinemotor als voortstuwende kracht op
het land, het water en in de lucht. Bezoekers maken foto’s en lezen de
beschrijvingen.
Terwijl we afdalen naar een niveau lager, herinneren we ons de verlichte
vitrines aan de muur die de bezoekers meenemen naar historische
gebeurtenissen ten tijde van de ontwikkeling van de auto. De perfecte
afwerking valt opnieuw op.
De volgende zaal draait om de geboorte van het merk Mercedes in 1901,
genoemd naar de dochter van de Franse autohandelaar Emil Jellinek.
Behalve de oudste nog bewaard gebleven Mercedes staan er nog vier andere
auto’s: twee van Benz, twee van Daimler. Onmiskenbaar de
indrukwekkendste is de limousine met dubbele achterbanden die ooit van
de familie Jellinek was.
 |
Mythos 1 over
het begin van de historie van Daimler en Benz als autoproducenten.
Aan de wand de
vervoermiddelen die gebruik maakten van de nieuwe vinding, de verbrandingsmotor.
De brandspuit
werd nog door paarden getrokken, maar de motor zorgde voor het pompen.
Benz vis-à-vis
(met de gezichten naar elkaar) en Benz Velo van 1893 en 1894.
Daimler
Stahlradwagen 1889 en
Riemenwagen van 1896.
Links: Benz
Omnibus uit 1895.
Daimler 1898, de oudste nog
bestaande vrachtwagen ter wereld.
Daimler
vrachtwagen en Benz dos-à-dos (rug-aan-rug), beide van 1899.
Van Mythos 1
naar Mythos 2, met zicht op de oudste bewaard gebleven Mercedes.
Mercedes
Simplex van 1902. De naam was inmiddels gedeponeerd als handelsmerk.
De basis van de
moderne auto: motor voorin achter de vooras, chassis en daarachter ruimte voor
passagiers.
Benz Landaulet
1909.
Nogmaals de
Benz Landaulet. Benz en Daimler waren destijds elkaars concurrenten.
Benz
Doppelphaeton 1905 en Mercedes Doppelphaeton 1908.
De Mercedes van
de familie Jellinek. Een grote zware limousine met dubbele achterbanden.
De auto is van
1904.
Volop daglicht
De architect laat de bezoeker de keuze om eerst een reis door de tijd te
maken en dan nogmaals van boven naar beneden de thematische opstellingen
te bezoeken, of beide te combineren. We kiezen voor het laatste en komen
in de Galerie der Reisen, onderdeel van de thematische zalen die
Collection zijn genoemd. In tegenstelling tot de historische
(Mythos-)zalen is hier volop daglicht. Het museum heeft maar liefst 1800 ruiten,
allemaal verschillend van vorm en formaat. De bussen en personenwagens,
vele decennia overbruggend, lijken al die jaren niet van hun plaats te
zijn geweest. Afmetingen en vormen verrassen niettemin ook een tweede
keer. Met stadsbus of luxe limousine, in gezelschap of alleen: de mens
reist wat af.
De volgende geschiedeniszaal is ook ongewijzigd. Het tijdvak van 1914
tot 1945 is dat van de technische doorbraken. Auto’s met dieselmotoren
en compressors staan hier letterlijk in de schijnwerper. Af te meten aan
het aantal foto’s dat bezoekers maken, is de rode 500K Roadster het
topstuk van de vloer. Je kunt je niet voorstellen dat iemand zo’n auto
niet schitterend vindt.
 |
De Galerie der
Reisen.
Een Britse
dubbeldekker uit 1907 en een bont beschilderde bus uit Buenos Aires van 1969.
Mercedes-Benz
320 met stroomlijncarrosserie uit 1939.
Personenwagens
en bussen staan hier bij elkaar.
Mercedes-Benz O
2600 Bus uit 1940 en een O 3500 van 1952.
Mythos
3: de komst van dieselmotoren en compressors.
Dieselmotoren:
geschikt voor personen- en vrachtwagens.
Mercedes-Benz 540K (5400 cc met Kompressor) van 1937.
Mercedes-Benz
Sportmodel 1923.
Een Mercedes-Benz SSK naast een S.
Mercedes-Benz S
1928 en 770 'Groẞer Mercedes' uit 1937.
De 500K
Roadster is voor velen de mooiste auto van de vloer.
Psychologische oorlogsvoering
De volgende tussenstop is de Galerie der Lasten, de etalage van
historische bedrijfswagens. In deze zaal realiseer je je hoe goed
architect en bouwers hebben moeten rekenen om de vloer een beladen
autotransporter te kunnen laten dragen. Te midden van de echte
vrachtwagens, staat de lage, gestroomlijnde racewagentransporter uit
1955. Met belading en al kon de wagen een top bereiken van 170 km/u. Dat
maakte onderdeel uit van de psychologische oorlogsvoering met andere
racestallen. Als de transporter al zo hard kan, hoe snel moeten de
racewagens dan wel niet zijn? Vorige keer stond er zo’n racewagen op, nu
is het blauwe gevaarte ladingloos. De auto is overigens nagebouwd op
basis van de originele tekeningen. Het origineel is in 1967 tot schroot
gemaakt. Een onbegrijpelijk besluit.
Een verdieping lager brengt ons in de naoorlogse periode van wederopbouw
en bloei. Mercedes-Benz biedt in die tijd alledaagse auto’s als de 180 aan,
maar zet ook de adembenemende 300SL met vleugeldeuren bij de dealer,
vandaag de dag een bijna onbetaalbare klassieker. We zien in deze ruimte
ook de als racewagen bedoelde 300SLR uit 1955 die echter nooit als
zodanig is gebruikt. Na een ongeluk op het circuit van Le Mans waarbij
een Mercedes-Benz van de baan vloog en tachtig mensen de dood vonden, trok
het merk zich terug uit de racerij. De auto werd daarna door Rudolph
Uhlenhaut, chef van de ontwikkelafdeling, gebruikt als dagelijks
vervoermiddel. Bondskanselier Adenauer koos daarvoor het model 300. In de volksmond
ging die auto zelfs zijn naam dragen. Een
medewerkster ontdoet het
glimmende staal van een pluisje. Alles moet smetteloos zijn. De lat ligt hoog.
 |
Door de jaren
heen speelde het merk ook een belangrijke rol bij het zwaar transport.
Een Benz uit 1912,
nog met kettingaandrijving.
Mercedes-Benz LP333 (1959), met als bijnaam "de duizendpoot" vanwege de dubbele
voorassen.
De nagebouwde
racewagentransporter, goed voor 170 km/u.
Het is
onbegrijpelijk dat het origineel ooit vernietigd werd. Het gaat om een uniek
model met historische waarde.
De motor
verhuisde van vóór de cabine naar een plek eronder om maximale laadlengte te
creëren.
Schuin lopende
vloeren leiden de bezoeker naar de onderliggende verdieping. Links informatieve
vitrines.
De naoorlogse
bloei met luxe modellen en echte sportwagens.
Van SL
tot 180 en vrachtwagens: Mercedes-Benz bood een breed scala aan
producten.
Mercedes-Benz
300S Cabriolet A 1954.
De als
racewagen bedoelde Mercedes-Benz 300SLR 'Uhlenhaut' 1955 werd nooit als zodanig gebruikt.
Zelfs
geen pluisje mag op de auto's liggen. Alles moet glimmen als nieuw.
De
Mercedes-Benz 300 staat bekend als de Adenauer, naar zijn beroemdste
gebruiker.
Vuilophaaldienst
Opnieuw stappen we even uit de historie en gaan over naar de volgende
themazaal. Die staat in het teken van hulpverleningsvoertuigen in de
breedste zin, van brandweer en ambulance tot sneeuwschuiver en
vuilnisophaaldienst. De presentatie is compleet gemaakt met een
noodtelefoon en flitspaal. Op de vloer staan de internationale
noodnummers, kort maar krachtig en gemakkelijk te onthouden, juist voor
panieksituaties: nine-one-one in Amerika, een-een-twee in Europa,
een-een-nul in Japan. In Nepal is paniek kennelijk geen punt en heeft
spoed met vier-twee-vier-zeven-nul-vier-een wat minder haast.
Terug naar de historie, opnieuw glooiend naar beneden. In de jaren
zeventig krijgen veiligheid en milieuvervuiling extra aandacht van de
fabrieksingenieurs, laat de volgende zaal zien. Mercedes-Benz presenteert de
geschiedenis, maar maakt er bijna ongemerkt een publiciteitsverhaal van.
Ook hier is de opstelling sinds de opening onveranderd, met de
Amerikaanse S-klasse met turbo-dieselmotor en overdreven uitstekende
bumpers en de Baby-Benz 190 als uitersten van het leveringsprogramma. De
leukste auto is er een die nooit in de showroom heeft gestaan, een
meetwagen op basis van een 300. Hij roept onbeantwoorde vragen op.
Waarom heeft zo’n puur technisch vervoermiddel zoveel chroom aan de
zijkant? En waarom een achterbumper met geïntegreerde dubbele uitlaten?
Is de wagen voor dit doel gemaakt of pas later ingezet bij de
onderzoeksafdeling? Ging er een leven als begrafenisauto aan vooraf?
Waarom die vinnen die bij geen enkele andere Mercedes-Benz zijn terug te vinden? Een autogek kan meer vragen dan tien museumwijzen kunnen
beantwoorden. Ook de duimdikke museumcatalogus geeft geen helder
antwoord en spreekt slechts over een omgebouwde 300 limousine.
 |
Galerie der
Helfer met een Mercedes-Benz 170V (1952) bestelwagen op de voorgrond.
Een Benz
brandweerwagen uit 1912.
Deze
Mercedes-Benz LF 3500 stamt uit 1952.
De museumvloer
is berekend op een zwaargewicht als deze ladderwagen.
Een moderne
politiewagen, een C220 uit het jaar 2000.
Mercedes-Benz
320 ambulance uit 1937.
Een Unimog
sneeuwopruimer en Mercedes-Benz afvalophaler.
Veiligheid en
milieu als verkoopbevorderende thema's, gepresenteerd in Mythos-ruimte 5.
De beroemde SL
die bekend werd door de bijnaam 'Pagode', vanwege de vorm van hetr dak.
Een
speciaal geconstrueerde meetwagen op basis van een Mercedes 300.
Uiteraard is
ook de 'Heckflosse' aanwezig, symbool van dit tijdvak uit de MB-historie.
Een S-klasse
turbodiesel voor de Amerikaanse markt met daarachter de ESF, een experimentele
veiligheidsauto.
 |
Beroemdheden
We laten ons door onbeantwoorde vragen niet tegenhouden de ontdekkingsreis in
het sterrenstelsel te vervolgen. De Galerie der Namen brengt je oog in oog met de
auto’s van beroemdheden. Het opvallendst en tegelijkertijd minst uniek
is de gele bus van het Duitse voetbalelftal dat in 1974 wereldkampioen
werd. Minst uniek omdat wel met een dergelijke bus werd gereisd, maar
niet met deze. Het mooist zijn de open wagen van industrieel Henschel (een
van de eerste auto’s van na de fusie van Daimler en Benz) en de
gepantserde 770 ‘Großer Mercedes’ uit 1935 van de keizer van Japan. Drie
jaar eerder had de Duitse keizer zich zo’n auto laten aanmeten. Hij
gebruikte die toen hij in Doorn in ballingschap woonde. Het nummerbord
van de provincie Utrecht zit er nog op. De keizer had naast deze
vierdeurs cabriolet een gesloten model. Dat staat, in dezelfde kleur, in
het Louwman Museum. Latere regeringsvoertuigen zijn de 300 en 600. Van
recenter datum zijn de pausmobiel met vergulde in plaats van verchroomde
sierstrips en de SL van Lady Diana. De Britse bevolking was
verontwaardigd dat ze een Duitse auto reed. Ze deed ‘m snel weer van de
hand.
Bij de verdere afdaling houden de herinneringen op. De zesde
historiezaal is enkele jaren geleden opnieuw ingericht. Was het thema
aanvankelijk ‘globalisering en individualisering’, nu draait het hier om
alternatieve vormen van aandrijving. Een terechte verandering. De oude zaal
was niet bijster interessant. Mercedes-Benz laat zien al langer te
experimenteren met vormen van elektrische voortstuwing en het gebruik
van een brandstofcel. Ook de laatste galerij is gewijzigd en wordt
tegenwoordig gebruikt voor wisseltentoonstellingen. Op het moment van
ons bezoek staan er echter veel dezelfde auto’s als toen, zij het onder
een andere titel. De Galerie der Helden is nu Mein Mercedes-Benz. Ach,
what’s
in a name?, zouden de Engelsen zeggen.
 |
Lady Diana
gebruikte haar SL veel minder lang dan de paus de omgebouwde G-klasse met
vergulde elementen.
De Pausmobiel
werd een begrip. Dir is een 230G uit 1980.
De auto's van
de Sultan van Marokko, de Duitse en de Japanse keizer.
De auto van de
sultan is een Daimler uit 1892.
De
indrukwekkende, gepantserde 770 'Groẞer Mercedes' van de Japanse Keizer.
Een
Mercedes-Benz 190SL met daarachter de elftal-bus die overigens niet origineel is.
Industrieel
Henschel reed deze roadster, één van de eerste auto's van na de fusie.
Mythos 6 werd
enkele jaren geleden opnieuw ingericht.
Met de Auto
2000 uit 1981 experimenteerde men onder meer met aerodynamica.
De Galerie der
Helden is omgedoopt in Mein Mercedes-Benz: seriemodellen door de jaren heen.
Een 170 uit
1951 en daarnaast een 130 uit 1935 met de motor achterin.
Twintig jaar
verschil tussen deze beide modellen 170: bouwjaren 1951 en 1931.
Een vrachtwagen
met houtskoolgenerator en de eerste Unimog.
Sokkel
De begane grond is het domein van de racewagens. We verwachten een
nieuwtje te zien, de donkergroene Benz die in 1910 meedeed aan de Prinz
Heinrich-races en die de fabriek enkele jaren geleden opnieuw liet
bouwen op het originele onderstel. Hij staat er niet. Er is wel een lege
plaats op de nagebouwde racebaan. Is er een verband?
Alweer een vraag waarop geen antwoord komt.
Intussen lopen we in
omgekeerde chronologische volgorde langs de racewagens en eindigen bij
de eerste auto's met slechts enkele paardenkrachten. De cirkel
is rond: begin en einde van de historische rondgang sluiten mooi op
elkaar aan.
We kijken naar boven en zien nog steeds de historische recordbrekers aan
de muur hangen. Conceptcars en toekomststudies staan op grote sokkels.
Verleden en heden, verticaal en horizontaal: alles is met elkaar in
verband gebracht. Precies zoals het Ben van Berkel voor ogen stond: een
tempel voor de erfenis van de aartsvaders.
O zeker, perfectie bestaat niet. In het Technisch Museum van Praag staat
een ongerestaureerde en daardoor veel indrukwekkender racewagen uit de
Silberpfeile-vloot, in het Louwman Museum een veel originelere SSK, in
Museum Dr. Carl Benz in Ladenburg de auto waarmee Martha Benz de
historische rit van Mannheim naar Pforzheim maakte en in het Deutsches
Museum in München de originele, eerste Benz. In het Mercedes-Benz museum
hebben vrijwel alle auto’s zo’n mooie nieuwe laklaag dat de rauwe wereld
waarin ze hebben moeten functioneren, is verdwenen. Het geheel blijft
echter onovertroffen. Het tweede bezoek was niet verrassend, maar daarom
niet minder imponerend. Geen wonder dat ieder jaar weer zoveel mensen
naar Stuttgart reizen om dit alles van dichtbij te bekijken.
■
 |
 |
De begane grond
is het domein van de racewagens.
Op het
promotiefoldertje komt de racewagenafdeling prominent naar voren.
Historische
racewagens met rechtsvoor de Blitzen Benz van 1909.
Links een open
plaats: wat zou daar hebben gestaan?
De Benz uit 1910, gefotografeerd
tijdens de Techno Classica 2014 in Essen, stond er niet.
Een van de
eerste racewagens van Benz - met 14 pk! - (links) en de Daimler Phönix
racewagen, beide van 1900
Tegen de wand
hangen de snelheidsrecord-modellen.
Studiemodellen
staan op sokkels in de hal die eerste verdieping en begane grond verbindt.
Vele decennia
zitten er tussen de verschillende modellen.
De toekomst
zweeft als het ware door de ruimte.
Vingeroefeningen voor een grote Mercedes-Benz. Hij zal zo nooit in de showroom
staan.
De ondergrondse
passage naar de hedendaagse showroom, met onderweg een young timer.
Mercedes-Welt
heette het eerst, nu is het de dealer voor Stuttgart.
In de grote
showroom veel aandacht voor de nieuwe Porsche-concurrent, de AMG GT.
Een kunstwerk -
eerbetoon aan coureur Juan Manuel Fangio - dat uitnodigt om er in te gaan
zitten.
Een tempel voor
de erfenis van de aartsvaders met 1800 allemaal verschillende ruiten.
Gerelateerde
webpagina's:
►
meer foto's van de museumcollectie
►
verslag van bezoek
aan museum in 2006
►
verslag van bezoek aan het
oude museum in 2003
►
tijdelijke tentoonstelling
van Silberpfeile in Den Haag
Mercedes-Benz Classic Center:
Werkplaats en
schatkamer
Mercedes-Benz koestert zijn
historische wortels als de Tower of London de Britse kroonjuwelen. Er is
een zeer uitgebreid archief met documentatie en een magazijn vol
originele onderdelen. Het bewaren en rijdend houden van de geschiedenis
wordt als een ereplicht ervaren, waarbij de commercie niet uit het oog
wordt verloren. Liefhebbers van klassiekers kun je ook als klanten aan
je binden. Onderhoud en restauratie zijn de kernactiviteit van het
Classic Center in Fellbach, een van de stadsdelen van Stuttgart. Op weg
naar het Mercedes-Benz-museum maakten we een tussenstop.
De historische
racewagen versiert de gevel van het gebouw.
Showroom
Het centrum bestaat naast magazijn en archief uit een ontvangstruimte,
werkplaats en echte showroom. Zoals de dealer fabrieksnieuwe modellen
aanbiedt, zo kun je hier een klassieker uitzoeken, twintig of misschien
wel honderd jaar oud. Een replica kan ook, zoals de eerste “motorfiets”
van Gottlieb Daimler van 1885 (er staan er zelfs twee) of zijn eerste
gemotoriseerde koets van een jaar later. De ruimte is eerder zakelijk
dan sfeervol. Het aanbod beperkt zich tot twee handen vol. De
werkelijkheid komt niet helemaal tegemoet aan de beschrijving op de
website.
Een showroom,
maar dan niet met fabrieksnieuwe modellen.
Een 300SL
Roadster met hardtop. Als nieuw.
Zelfs de eerste
twee voertuigen van Daimler zijn te koop. Dat wil zeggen: replica's.
Vijftig jaar
ontwikkeling: Mercedes-Benz 630 uit 1929 en een 600 uit 1979.
Mercedes-Benz 220S
als coupévariant van de ponton-serie.
Een
uitgesproken kleur. Je moet van het
turkoois houden.
Aan de vorm zie
je direct dat hier een SL 'Pagode' klaar staat om afgeleverd te worden.
Ruim veertig
jaar oud, maar net zo mooi als destijds.
Pronkstukken
Het interessantste deel van het complex is de achterkant. Hoewel een
bordje aangeeft dat toegang voor onbevoegden verboden is, wordt
nieuwsgierige passanten niets in de weg gelegd. Een blik in de
werkplaats toont het werk aan wel zeer uiteenlopende voertuigen, van
antieke museumexemplaren tot auto’s voor alledag, of tenminste voor
mooie weekenden. Een "Vleugeldeur" op de brug of in een hoekje valt
nauwelijks op. De automonteurs zien er uit als in een doorsnee garage.
Geen mannen in witte pakken als restaurateurs van kunstwerken. Buiten
staan achteloos een paar pronkstukken geparkeerd. De werknemers van een
bedrijf aan de overkant, in hun lunchpauze met hun broodtrommetje naast
zich, zittend op de rand van de stoep, kijken er niet eens meer van op.
Als je het dagelijks ziet, zie je het niet meer. Bezoekers daarentegen
kijken bewonderend naar een Mercedes-Benz SS vierzitter van 1930, een blikvanger
van de eerste orde, ooit eigendom van de Maharadja van Kashmir.
Hij zag de auto op de tentoonstelling van Parijs en kocht hem ter
plekke. De auto werd omgebouwd naar rechtssturend en bleef tot 1972 in
de familie. Tegenwoordig is Mercedes-Benz Classic de eigenaar. Het
bedrijf bracht de wagen in 2012 naar de beroemde klassiekershow van Pebble Beach.
Hiermee vergeleken zijn de andere auto's heel
gewoontjes, zelfs als het gaat om een 300
'Adenauer', een 190SL, 220S Heckflossen, 280 Coupé of S-klasse van de jaren zeventig. Allemaal in topconditie.
Dit is een werkplaats en schatkamer tegelijkertijd.
Het is dat we zeker
weten dat de standbeelden van Carl Benz en Gottlieb Daimler op de
binnenplaats levenloos zijn, anders zou je wedden dat de mannen uit hun ogen
kijken om te zien of verantwoord met de erfenis wordt omgegaan. Ze
kunnen gerust zijn: dat gebeurt. In de geest van de aartsvaders: Das
Beste oder Nichts.
■
 |
 |
Langskomende
passanten zijn als liefhebber echter welkom.
Een werkelijk
schitterend model: de vierzits uitvoering van de SS uit 1930 destijds gekocht
door een maharadja.
Ook het
dashboard van deze voormalige maharadja-Mercedes is indrukwekkend.
Bij weinig
werkplaatsen zie je zoveel bijzondere auto's naast elkaar geparkeerd staan.
Blik in de
werkplaats, waar ook het Mercedes-Benz Museum zijn auto's laat opknappen en
onderhouden.
Mercedes-Benz
300SL, met de beroemde vleugeldeuren.
Een S-klasse en
Heckflossen, beide in uitstekende conditie.
Vooraan een
Mercedes-Benz 300 in de laatste uitvoering.
Mercedes-Benz
190SL met smaakvolle groene cabrioletkap.
De beide heren
houden vanaf de binnenplaats alles goed in de gaten.
Voor autogekken
geldt ook het omgekeerde: behandel je liefje als je auto!
 |
Bakermat van de autogeschiedenis
Rondleiding door het (oude) Mercedes-Benz Museum
met een
overzicht van het beroemde merk
dat
terugvoert op de eerste jaren van de autohistorie.
november 2003
|
 |
 |
In drie S-steden straalt de ster
Reis naar Sindelfingen en Stuttgart naar de fabriek
en het museum
van Mercedes-Benz,
met daarna
bezoek aan het Auto & Technik Museum in
Sinsheim.
oktober 2006 - laatste aanvulling maart 2011 |
 |
 |
In afwachting van het museum
Over twee jaar moeten de Mercedessen van Nico Ockhuisen
een plaats hebben gekregen in een eigen museum.
Daarop vooruitlopend bekeken we een deel van zijn collectie.
april 2017
|
 |
|