Autostadt
en Volkswagen-fabriek en
-museum
Wolfsburg (D)
●
Kennismaking met ID.3
● VW
Golf 8e generatie
●
Nieuw beeldmerk
● Prototypen
● Braziliaanse
modellen
oktober 2019
Een nieuwe generatie dient zich aan
Volkswagen
heeft het moeilijk. Sinds najaar 2015 houdt de fraude met uitlaatgaswaarden het
bedrijf in de greep. Nog steeds achtervolgen juridische procedures bedrijf en
personen. Verschillende topmannen hebben het veld moeten ruimen. Justitie
beschouwt een aantal als verdachte. Als reactie op de schandalen heeft het
concern versneld ingezet op een nieuwe strategie. Elektrisch rijden is de
toekomst en Volkswagen wil daarin leidend worden. Intussen moet het geld voor
de transitie komen van de verkoop van auto’s met traditionele
verbrandingsmotoren. Ondanks de deuken in het imago zijn de klanten gelukkig niet massaal
weggelopen.
Vier jaar geleden was ik in Wolfsburg kort voordat de crisis uitbrak. Hoe zou
het nu zijn? Net als toen is Autostadt de bestemming, de beleveniswereld van het
concern vlak bij het hoofdkantoor en de historische fabriek aan het
Mittellandkanaal.
 |
Vlak voor afslag 3 naar Wolfsburg op
snelweg 39 komt voor ons een zwart-wit gecamoufleerde auto in beeld. Het is niet
moeilijk te raden. Een blik op het dashboard zegt voldoende: de nieuwe
Volkswagen Golf van de achtste generatie. Dit is de auto die doorgaat als de maatstaf
in zijn klasse en komende tijd voldoende geld in het laatje moet brengen om het
merk de toekomst in te loodsen. Toen we aan het begin van het jaar deze datum
voor een hernieuwd bezoek aan Wolfsburg prikten, konden we niet weten dat juist
vandaag de wereldpremière van het model zou plaatsvinden. We zijn benieuwd of we
de auto straks zonder beplakking te zien krijgen. De presentatie vindt plaats in
het nieuwe, onlangs geopende congrescentrum van Autostadt. Aan de buitenkant
staat het groot aangekondigd: ‘The all-new Golf’. Helaas zijn op het
openingsfeest alleen genodigden welkom. Luxe, opgepoetste, glimmend zwarte
Volkswagens Multivan rijden af en aan om de gasten te brengen. Overal staan
beveiligers en verkeersregelaars. Stiekem naar binnen sluipen is er niet bij.
Het is ook niet nodig om alles over de auto te weten te komen. Op internet is al
het nieuws te vinden, inclusief filmpjes waarin journalisten het model nu al
bespreken. Toch was het mooi geweest om alles even zelf te bekijken. Het is ons
als buitengewoon geïnteresseerde, maar doodgewone buitenstaanders niet gegund.
 |
 |
Nog gecamoufleerd, de achtste
generatie van de Golf.
Helaas... alleen voor genodigden.
Dit was binnen te zien (foto:
Volkswagen).

Volkswagens eigen personeelskrant en
het blad van de ondernemingsraad openen met het nieuws over de Golf 8.
Officiële foto's van de Golf
(foto's: Volkswagen).

Op de dag van de première kwam ook
AutoBild al met het nieuws.
Alle acht generaties bij elkaar.
►Zie ook een overzicht van alle acht modellen
Fabrieksbezoek
De volgende dag komt het alsnog goed. We maken als gasten van Autostadt een
korte toer door de fabriek. Tussen de lopende banden staan twee exemplaren van
de nieuwe Golf. Medewerkers staan er belangstellend omheen, maar gaan even voor
de bezoekers opzij. De achtste generatie is uiterlijk een doorontwikkeling van
de zevende. Alleen de vormgevers van de koplampen en achterlichten mochten zich
een beetje uitleven. Een klein beetje. Toch staan we op de drempel naar een
nieuwe tijd; een nieuwe generatie dient zich aan. Meer dan ooit is de auto voorzien van elektronica en is
connectiviteit het sleutelwoord. Cruise control wordt niet meer ingebouwd, maar
is via een app tegen betaling te downloaden. Het noodzakelijke multifunctionele
stuurwiel is standaard op elk type. Hoewel de Golf 8 inmiddels in productie is,
krijgen we dit deel van het fabriekscomplex niet te zien. Dat maakt het bezoek
niet minder interessant. Een rondleiding is steeds opnieuw indrukwekkend. Er is
veel belangstelling voor. De uitgebreide anderhalf uur durende toer was een paar
maanden geleden al helemaal volgeboekt. We hebben geluk dat er nog plaatsen zijn
voor de kortere variant van een uur. Zestigplussers mogen ook nog eens met
korting mee. Het kan niet beter. We rijden in een autotreintje over het
fabrieksterrein en door verschillende fabriekshallen, nadat een
milieuvriendelijke elektrische boot ons vanaf de kade van Autostadt hiernaartoe
heeft gebracht. De presentatie omvat drie onderdelen: de persfabriek, de
carrosseriebouw en de montage. Tijdens de rit over het terrein geeft een
videopresentatie extra uitleg. De formule is doordacht en uitgekiend, hoewel het
boeiender is om zelf door de fabriek te lopen zoals bij andere bedrijven. Dat
geeft meer inzicht en een vollediger beeld van de autofabricage. Alleen al
vanwege de uitgebreidheid van het complex is dat hier in praktische zin
onmogelijk.
 |
Autostadt in de herfst. Dreigende
wolken, maar het blijft droog.
Plattegrond van Autostadt.
Ook na 19 jaar ziet het park er nog
onberispelijk uit.
Het gras en de planten worden
uitstekend verzorgd.
De boot brengt ons naar het
fabriekterrein. Daar gaan we met een
treintje door de fabriek. (Rechterfoto: Volkswagen)
Stad
Na het eerste bezoek aan Wolfsburg in 2004 was de conclusie snel getrokken: de
Volkswagenfabriek is een stad in een stad (►zie
verslag). De oppervlakte van het
terrein is 6,5 vierkante kilometer, dat van de gebouwen 1,6. Er werken meer dan
63.000 mensen, van wie 20.000 in de productie; 2000 zijn er in opleiding en er
is plaats voor 300 stagiairs. Er is een eigen brandweer en medische dienst.
Honderd treinwagons en 2000 vrachtwagens leveren per dag de noodzakelijke
materialen aan. Het ontwerp van het anderhalve kilometer lange gebouw is van
voor de oorlog. Onze gids wijst op de gebeeldhouwde stenen naast de deuren,
destijds als verfraaiing aangebracht. De fabriek, in opdracht van Hitler
gebouwd, moest imponeren. Sommige afbeeldingen zijn vervangen bij de
wederopbouw. Ze waren te zeer verbonden met de nazitijd.
Wolfsburg is slechts één van de 122 productievestigingen van de Volkswagengroep
wereldwijd, maar nog altijd wel een hele belangrijke. Op vier montagebanden
worden verschillende modellen gemaakt, waaronder de Golf, Sportsvan, Tiguan en
Seat Tarraco. Iedere 18 seconden is er een nieuwe auto klaar, na een bouwtijd
van gemiddeld 22 uur. Per dag zijn het er 3500, op jaarbasis 700.000. Binnenkort
verhuist de productie van de Golf Variant van Zwickau naar Wolfsburg. De fabriek
in Zwickau wordt ingericht voor de productie van de elektrische modellen, zoals
de ID.3. In de publiciteit legt Volkswagen veel nadruk op elektriciteit als dé
keuze voor de toekomst. Het bedrijf wil nadrukkelijk afscheid nemen van het
verleden. Zo vond de presentatie van de nieuwe Golf niet plaats tijdens de
autotentoonstelling van Frankfurt. Alle aandacht moest uitgaan naar de ID.3.
Niettemin blijft de hoofdvestiging van het concern vooralsnog gewoon benzine- en
dieselauto’s produceren. Voor omzet en winst zijn ze voorlopig hard nodig.
 |
Het station waar de
fabrieksrondleidingen beginnen (foto: Volkswagen)
Persfabriek
De eerste bestemming is de persfabriek. We rijden naar binnen en omhoog. Alle
activiteiten vinden plaats op ruim een halve etage boven het straatniveau.
Direct voorbij de ingang liggen de gigantische rollen staal. Per dag is 2700 ton
nodig. De wagons rijden tot in de fabriek. De eerste handeling is het maken van
platines, de staalplaten waaruit onderdelen worden geperst. De deuren van het
treintje gaan open; de geur en het geluid van een metaalverwerkende fabriek
dienen zich aan. Niet zonder trots presenteert onze gids de modernste
persstraat, 80 meter lang, 22 breed en 11 hoog. Een serie achter elkaar
geplaatste persen transformeert het plaatstaal volautomatisch tot onderdelen.
Een paar keer per dag wisselen de matrijzen om andere onderdelen te
maken. Vroeger was het omstellen een zaak van een paar dagen. Die tijd is steeds
korter geworden. Nu duurt het nog maar 10 minuten. In een hoek van het gebouw
staat als curiositeit nog een pers uit 1952. Die is uiteraard buiten gebruik,
maar blijft intact als officieel industrieel erfgoed.
De fabriek maakt maar liefst 480.000 verschillende onderdelen. Een kwart miljoen
is bestemd voor andere merken binnen de Volkswagengroep. Om een indruk te geven:
een Golf bestaat uit 8000 onderdelen. Ze zijn lang niet allemaal van staal;
steeds vaker wordt kunststof gebruikt. De gids vertelt dat veertig procent van
de componenten uit de eigen fabriek komt. Vergeleken met andere merken is dat
percentage ongekend hoog. Waar bijvoorbeeld bij veel andere fabrikanten
toeleveranciers dashboards kant en klaar aanleveren, maken de Volkswagen-medewerkers die zelf.
Het verplaatsen van de materialen gebeurt door zelfrijdende karren. Medewerkers
die ergens anders moeten zijn, pakken de fiets. Er staan er tientallen. In het
voorbijrijden zien we midden in de fabriek een kleine supermarkt. Hier kunnen
medewerkers etenswaren kopen. Een creatieve geest heeft er een naam voor
bedacht: prESSwerk.
 |
 |
Links: 2700 ton staal per dag.
Rechts: automatische karren voor transport (alle fabrieksfoto's: Volkswagen).
Controle van de geperste onderdelen.
Dit is mensenwerk.
Ruwbouw
Na het persen bekijken we de ruwbouw. We zijn in een ander gebouw aangekomen.
Opnieuw gaan de deuren open voor een beter zicht op het werk. Dat wordt voor het
allergrootste deel door robots gedaan. De mens speelt in deze fase van de
productie een ondergeschikte rol; 92 procent van het proces is geautomatiseerd.
De robots zwaaien en zwieren, met complete carrosserieën als resultaat van hun
inspanningen. Naast het traditionele puntlassen zijn lijmen en laseren
tegenwoordig veelgebruikte manieren om stevige verbindingen te krijgen. Het werk
van de robots is ons bekend. Je komt ze al vele jaren in iedere autofabriek
tegen. Toch is er sprake van innovatie, al is die niet zichtbaar. De huidige
generatie is 20 procent zuiniger dan de vorige. In een energieslurpende omgeving
als deze is dat de moeite van een grote investering waard. Duurzaamheid is
vandaag de dag een serieus thema.
Als de carrosserie klaar is, volgt de voorbereiding voor het lakken. Alles moet
glad en schoon zijn om een kleurtje te krijgen. De auto’s in wording gaan in
bad. Onderdompeling maakt het staal roestbestendig. De hellingshoek waarmee de
koetswerken de baden ingaan, is nauwkeurig berekend. De vloeistoffen moeten alle hoeken
en gaatjes bereiken. Als extra bescherming brengen robots een miniem laagje
kunststof aan op de randen van het metaal.
 |
Puntlassen, lijmen en laseren. De
robots maken van onderdelen de carrosserie.
 |
|
Lakstraat
Het volgende hoofdstuk van het productieverhaal is de lakstraat. Die is voor
bezoekers niet toegankelijk. De video geeft uitleg. Voordat de spuitrobots aan
het werk gaan, krijgen de carrosserieën een stevige grondlak. Die is antraciet
of wit van kleur, afhankelijk van de definitieve lakkleur. Ook bij het spuiten
is sprake van permanente verbetering en versnelling. Het schoonmaken van de
spuitkoppen om in een andere kleur te spuiten, kost nog maar achttien seconden.
Maximale efficiëntie is nodig om winstgevend te kunnen blijven. Tegelijkertijd
stelt de klant steeds hogere eisen. Standaard kan Volkswagen 22 kleuren
afleveren, maar wie écht wat anders wil, kan dat tegen meerkosten
krijgen.
Ondanks de robotisering werken er in de lakfabriek 1900 mensen. Hun
belangrijkste taak is controleren. Hoe goed de robots hun werk ook doen,
het kan wel eens misgaan. Één stofje is al spelbreker. Voor de controle gaat er
nog altijd niets boven het menselijk oog.
Na het lakken volgt de montage. Een klein deel daarvan krijgen we te zien. Twee
van de vier lopende banden zijn ingericht voor het maken van de Golf. Op dit
moment lopen de zevende en achtste generatie beide van de band. Als alle orders
zijn afgewerkt, is het uiteraard afgelopen met de zevende. Zelfs nu de Golf 8
officieel het levenslicht heeft gezien, komen de bezoekers er niet bij in de
buurt. We bekijken één van de twee andere banden, waar teams werken aan de
Volkswagen Tiguan en Seat Tarraco.
 |
 |
Het menselijk oog is nog altijd het
beste controlemiddel op lakoneffenheden.
Ergonomisch
De volgorde van werkzaamheden is slim uitgedokterd maar voor je gevoel soms
merkwaardig. Op de band staan auto’s met halve achterlichten. Het deel dat is
verwerkt in de achterklep is al aangebracht, de rest moet nog komen. Aan
ergonomisch verantwoord werken hecht Volkswagen veel waarde, krijgen we te
horen. Zo’n opmerking doet het altijd goed, maar is zeker niet exclusief voor
deze fabriek en dit merk. Het is geen loze kreet. De vloer waarop de medewerkers
staan, beweegt met de auto mee. De carrosserieën hangen in grote grijpers. Als
het nodig is kiepen ze zodat je gemakkelijker bij de onderkant komt. Wie films
ziet over het maken van de oude Volkswagen Kever weet hoe anders het vroeger
was. De mens moest zich maar aanpassen aan de lopende band in plaats van
andersom.
We naderen het huwelijk, het samenvoegen van koetswerk en techniek. De enige
bijdrage van de mens is kijken of het goed gaat. Het gaat goed. De auto’s
krijgen hun wielen en vloeistoffen en zijn na de eindcontrole klaar voor vervoer
naar de klant. Tachtig procent verlaat Wolfsburg per trein, eenzelfde percentage
van de productie is bestemd voor het buitenland.
Het treintje rijdt terug naar de boot. We komen langs de energiecentrales met de
voor de skyline van Wolfsburg zo kenmerkende hoge schoorstenen. De centrales
leveren elektriciteit voor het fabriekscomplex, de stad Wolfsburg, andere
Volkswagenfabrieken en wijde omgeving. Op dit moment vindt een energietransitie
plaats. De centrale wordt omgebouwd voor gebruik van het milieuvriendelijker gas
in plaats van kolen. Niet alleen bij het maken van auto’s slaan we nieuwe wegen
in.
 |
 |
De auto's worden gekiept zodat
medewerkers beter bij de onderkant kunnen.
Het huwelijk: techniek en koetswerk
worden één geheel.
80 Procent van de productie wordt
afgevoerd per trein.
Worst
Terug in Autostadt lunchen we in stijl in restaurant Lagune en kiezen de befaamde Volkswagen Currywurst. Bijna zeven miljoen worden er jaarlijks gemaakt als traditioneel
onderdeel van de lunch van medewerkers. Het vlees komt van varkens uit de regio
Wolfsburg. Met de gezondheid van het personeel in het achterhoofd is het
vetpercentage 20 procent, tegenover meer dan het dubbele bij reguliere
curryworsten. Je kunt ze ook kopen om als aandenken mee naar huis te nemen. Voor
vegetariërs is er een aantrekkelijk alternatief als herinnering: pasta in de
vorm van een auto. Naar keuze een Volkswagenbus of een Golf.
Het wordt de hoogste tijd om de verschillende paviljoens van Autostadt te bezoeken.
Vanochtend waren we al in het grote aflevercentrum waar dagelijks tussen de 500
en 600 klanten hun nieuwe auto komen ophalen. We kennen het ritueel van eerdere
bezoeken. Alleen zijn de borden gemoderniseerd die aangeven wie wanneer aan de
beurt is. Als geinige bijzonderheid rijden over het terrein volautomatische
robotwagentjes die de nummerplaten van de auto van het hoofdgebouw naar het
centrum brengen. Verschillende bezoekers dagen ze uit door voor ze te gaan
staan. De robots stoppen, rijden opzij om vervolgens onverstoorbaar hun weg te
vervolgen. Ze laten zich niet van de wijs brengen door kleine pesterijtjes.
 |
Restaurant Lagune ligt aan de
centrale hal van Autostadt.
Een lunch met echte
Volkswagen-currywurst. Voor thuis nemen we pasta mee.
Het aflevercentrum waar dagelijks
500 tot 600 auto's aan de klanten worden overgedragen.
Op het moderne bord is te lezen wie
wanneer aan de beurt is.
Wachten op aflevering terwijl de
karretjes het nummerbord komen brengen.
Een agressief uitziende Touareg in de
showroom, afgeladen met accessoires en daardoor peperduur.
Een Golf Sportsvan en Passat Variant,
de laatste ook in sportieve uitvoering, de R-Line.
Zukunft
Het mooist verzorgde paviljoen is van Porsche, het minst zeggende van Bugatti.
Het eerste neemt de bezoeker mee naar de historie van het merk door een
presentatie van alle belangrijke typen in schaal 1 op 5. Vergeleken met vier
jaar geleden is een aantal modellen vervangen. Er komen er immers steeds bij en
ruimte voor uitbreiding is er niet. Je zou verwachten dat het nieuwste
elektrische model, de Taycan, hier ook zou staan. Die schittert door
afwezigheid. Bij Bugatti vinden ze het helemáál niet nodig om
bezoekers wat nieuws te laten zien. Er staat één auto, een zilveren Veyron. Die
is al een paar jaar oud en bovendien al niet meer in productie. Je zou hier
minimaal de Chiron verwachten. Mooie beelden uit de roemruchte historie van het
merk zijn er evenmin. In minder dan twee minuten staan we weer buiten. De term
Premium Club House wordt niet waargemaakt.
Het belangrijkste paviljoen dezer dagen is dat van moederbedrijf Volkswagen. De buitenkant maakt het al duidelijk: Die Zukunft startet hier, met als
toevoeging Now you can! Letterlijk en figuurlijk centraal staat de Volkswagen
ID.3, het elektrische model dat massaal verkocht moet gaan worden. Beelden van
een gecamoufleerde uitvoering zagen we eerder dit jaar bij de VW-fabriek in
Dresden. Nu kun je de auto van alle kanten bekijken en betasten. Bezoekers
worden uitgenodigd gerust even plaats te nemen om te ervaren hoe groot de
binnenruimte is. Dat aan het begin van de dag de elektronica nog even uit de
slaap gehaald moet worden en dat daarbij een handleiding nodig is, beschouwen we
maar als aanloopprobleempjes.
Naast de ID.3 is er nog een primeur in het paviljoen: de open versie van de
T-Roc. Laten we het zo zeggen: je moet ervan houden.
 |
 |
De Porsche historie in modellen
schaal 1 op 5. Rechts het studiemodel voor een elektrische Porsche.
De 911 is en blijft het meest
toonaangevende type van het merk.
Het Volkswagen-paviljoen nodigt uit
in de toekomst te treden.
De ID.3 moet de elektrische variant
van de Golf worden: de maatstaf in de klasse.
Rijden kan nog niet, maar stap maar
wel gerust in.
Het dashboard van de ID.3 met het
grote aanraakscherm.
De nog gecamoufleerde auto staat in
een zaaltje ernaast.
Met dit model bouwde Volkswagen de
spanning op voor de officiële introductie van de ID.3.
Niet iedereen zal de open T-Roc een
topontwerp vinden.
 |
Showroommodellen
Ook elders is er extra aandacht voor elektrisch rijden. Een hele serie
Audi e-trons, al dan niet verbonden met een laadpaal, staat te wachten op een proefrit. In het kantoortje van de Driving Experience - ook in Duitsland
is het Engels stevig doorgedrongen - staat een opengewerkte e-Golf. Op de vloer
van de auto ligt een doek. Die blijkt niets met de auto te maken te hebben, maar
vangt alleen de druppels op van het lekkend dak van het gebouwtje. Het is niet
erg. De elektrische Golf verdwijnt binnenkort toch. Van de achtste generatie komt geen elektrische variant meer. De ID.3 is de
vervanger. Daarmee proefrijden kan echter nog niet.
Bij de paviljoens van Audi, Škoda en Seat draait het voornamelijk om
showroommodellen. Bij de opening van Autostadt in 2000 was de inrichting nog
verrassend en creatief. Daar is al sinds vele jaren weinig van over. De merken
moeten de kosten zelf betalen en kiezen vooral voor het showen van hun
reguliere typen. Bij Audi staan nog een paar fraaie vitrines met grote
schaalmodellen, waaronder een concept-coupé. Fraai van vorm, maar of in
werkelijkheid zo'n stuk chroom aan de buitenkant ook mooi is, valt te bezien.
Bij Škoda nemen we eens uitgebreid de tijd voor de nieuwe Kamiq die bij ons nog
niet is gepresenteerd. Bij Seat staat het nieuwe merk Cupra gewoon naast een
Ibiza, waarmee wordt onderstreept dat de afzonderlijke merknaam een beetje
flauwekul is.
Bentley ziet helemaal af van aanwezigheid in een paviljoen.
De liefhebbers hebben echter geluk. Voor het Ritz-Carlton Hotel staan drie
modellen uit het huidige aanbod geparkeerd.
 |
 |
De e-tron is de tegenhanger van de
Tesla. Wie wil, mag een stukje proefrijden.
Een opengewerkte e-Golf. Binnenkort
zal de auto uit productie gaan.
Showroommodellen bij Audi: van A1
tot A8.
Een R8 kom je niet iedere dag tegen.
De Q8, de grote SUV met coupélijn.
In vitrines staan fraaie
schaalmodellen, van seriemodellen en conceptcars.
De lijn is geslaagd, maar is dat
vele chroom bij de achterzijruiten niet teveel van het goede?
Škoda showt de kleine SUV Kamiq.
Bij Seat staat het merk Cupra gewoon
naast een Seat. Hoezo afzonderlijk positioneren?
Bij de ingang van het VW-bedrijfswagenpaviljoen
staat deze chique camper.
Hoe mooi ook, de binnenruimte is
zeer beperkt.
Dan heb je meer ruimte in een Grand
California.
Veertig jaar geleden kwam de
Transporter T3 op de markt.
Dit is een bijzondere uitvoering,
een Last Edition van 1992.
Grappig: je kunt een typeplaatje
krijgen met daarop de Duitse koosnaam voor de Transporter.
Een uitnodiging om eens nader kennis
te maken met de Amarok.
Voor het Ritz-Carlton hotel staat
een serie Bentleys, waaronder de Bentayga in een opzichtige kleur.
De Continental GTC met de brede
grille die kenmerkend is voor de huidige generatie Bentleys.
Een Mulsanne in extra lange
uitvoering. In de achterlichten is de letter B verwerkt.
De tegenhanger van de Rolls-Royce
van concurrent BMW.
De naam staat vermeld in de
koplampen. Links de mascotte op de motorkap: de gevleugelde B.
In de glazen vitrines in het park
staan dit jaar VW-Porsche 914-modellen.
|
Nieuw beeldmerk
Volkswagen wil de transitie naar een nieuw tijdperk accentueren met een
vernieuwd beeldmerk. Bij het binnenrijden van de stad via de Heinrich
Nordhoffstrasse - een eerbetoon aan de directeur die het merk groot
maakte – zie je het meteen. Bij de Volkswagen-dealer hangen nieuwe
banieren en op de gevel heeft het oude blauwe VW-symbool plaatsgemaakt
voor het versimpelde nieuwe. Het nieuwe beeldmerk staat ook bovenop de
directietoren en markeert de energiecentrale. Een paar honderd miljoen
schijnt de vervangingsoperatie wereldwijd te kosten. Je vraagt je af of
in de tijd van claims vanwege het sjoemelschandaal zoveel geld besteed
moet worden aan een dergelijke ingreep. Goed, het oogt moderner, de letters zijn dunner
en de W zweeft voortaan boven de cirkel, maar het was VW en het blijft
VW. Het is daarbij merkwaardig dat op alle merchandising-spullen in de
Volkswagen-winkel nog het oude logo staat. Weg ermee! Juist zo’n muismat
of mok moet het publiek laten wennen aan het nieuwe beeld.
 |
 |
Het hoofdkantoor voor en na de invoering van het nieuwe logo.
Ook de energiecentrale is
aangepast.
Het nieuwe logo voor op
gevels, borden en banieren.
Links: de merchandising is nog
niet aangepast. Rechts een koelkast voor de echte VW-fan.
|
|
ZeitHaus
Een toonaangevend onderdeel van Autostadt is het museum ZeitHaus. Hier nemen
historische auto’s van allerlei merken je mee op een reis door de autohistorie.
Het verbaast niet dat de modellen van de Volkswagengroep zijn
oververtegenwoordigd, maar storend is het niet. Sinds 2015 is er in het
transparante gedeelte eigenlijk niets veranderd. Een zilvergrijze LT1 is
vervangen door een rode, maar dat is alles. Verrassend is het dus allerminst.
Dat neemt niet weg dat we toch even wat langer blijven stilstaan bij de
zestiencilinder Cadillac, het eerste model Chevrolet Corvette, de Tatra T87, de
allerlaatste Volkswagen Kever en nog wat andere bijzonderheden. Er is voor elk
wel wat wils. De gids die scholieren uit Canada rondleidt, verliest zijn
gezelschap als de jongeren afstuiven op de Lamborghini’s en de eenmalige,
exotische twaalfcilinder Volkswagen Golf.
Op de begane grond is aan de permanente tentoonstelling een mini-expositie over
Braziliaanse Volkswagens toegevoegd. Mini is ook echt mini: vier auto’s.
Aanleiding is de 60e verjaardag van de fabriek in Anchieta, de eerste van het
merk buiten Duitsland. De tentoongestelde auto’s werden speciaal voor de
Braziliaanse markt ontwikkeld. Blikvanger is de SP2, een sportwagen waarvan de
uitstraling de prestaties overtreft. Als tegenhanger is er de Gurgel Xavante uit
1978, weliswaar geen Volkswagen, maar wel gebaseerd op een Kever-onderstel. De
auto is destijds mondjesmaat ook in Nederland aangeboden. Het gewoonst en tevens
meest interessant is de Brasilia, een door de Braziliaanse tak zelf ontwikkelde
gezinsauto. Tussen 1973 en 1982 werden er een miljoen gemaakt, met elementen van
allerlei andere Volkswagen-modellen. Jammer dat er overal op de auto’s
Autostadt-stickers zijn geplakt. Een beetje minder had wel gemogen.
(Meer foto's van de modellen in het ZeitHaus:
►verslag
bezoek aan Autostadt in 2015)
 |
Een rode LT1 heeft de plaats
ingenomen van een grijze.
Canadese jongeren spurten naar de
Golf met twaalf cilinders.
Bij elk bezoek aan Autostad zijn ze
present: een vroege Transporter en de oudste Kever.
Al eerder gezien, maar nog steeds
bijzonder: een Kever cabriolet van Hebmüller.
Relatief veel Volkswagens in het
ZeitHaus; dat zal niemand verbazen.
Maar ook de miljoenste Mini, die je
in een Brits museum zou verwachten.
De eerste Mini was een Morris, de
miljoenste een Austin. Zo hield BMC het evenwicht in ere.
Op de begane grond tijdelijk extra
aandacht voor Braziliaanse Volkswagens.
De Braziliaanse coupé van
Volkswagen, de SP2.
De motor zit achterin, zoals bij
alle Volkswagens van die tijd.
De familiewagen Brasilia combineert
stijlelementen van verschillende modellen.
Een vleugje 412 gecombineert met een
tikkeltje Golf. Maar wel met de motor achterin.
Iets minder Autostadt-stickers had
wel gemogen.
De plastic Gurgel op basis van
Kever-techniek.
Een alleskunner die een blauwe
maandag ook in Nederland is aangeboden. In Duitsland niet.
Nog heel lang bouwde men in Brazilië
de T2. Dit is een van de laatste.
Stijliconen
In het dichte, donkere deel van het museum is wel het een en ander gewijzigd ten
opzichte van de vorige keer. De opzet is nog dezelfde – stijliconen en hun
ontwerpers – maar voorbeelden van toen zijn verdwenen en andere zijn ervoor in
de plaats gekomen. Je kunt je afvragen of het nou allemaal échte iconen zijn.
Een Volkswagen Up! en Audi A2? Een K70? Nee. Een Jaguar E-type, Cadillac
Eldorado Biarritz en Bugatti Atlantic zeker. Bij die laatste is een vermaning
aan het adres van Autostadt op zijn plaats. Nergens staat dat het om een replica
gaat. Niet dat de wagen daardoor minder opmerkelijk en fraai is, maar het had de
inrichters gesierd als ze het gewoon eerlijk hadden verteld. De Canadese
jongeren wordt zelfs voorgehouden dat het één van de drie nog bestaande
exemplaren is. Dat heet tegenwoordig fake news. Of sjoemelen met de
feiten. Dat heeft
deze expositie toch niet nodig, zou je zeggen.
(Meer foto's van de stijliconen in het ZeitHaus:
►verslag
bezoek aan Autostadt in 2015)
 |
Stijlicoon? Wel een fraai exemplaar
van een Benz Viktoria.
Carl Benz zelf in de auto (links)
die nu in het museum staat.
Dit prototype voor de VW Kever is
een replica. Het origineel bestaat niet meer.
Er was niet voorzien in een
achterruit. Latere prototypen kregen er wel een.
Rometsch maakte op basis van de
Kever deze fraaie exclusieve cabriolet.
Zéker een stijlicoon: de Italiaanse
Cisitalia.
De vorm was destijds spraakmakend.
Een K70 en Up! een stijlicoon? Nee
mensen, deze horen niet in deze expositie.
De Porsche 911 is juist wel echt een
iconisch model.
Ook de Audi Quattro en Lamborghini
Countach hebben een terechte plaats.
Indrukwekkend zeker, maar niet
origineel, deze Bugatti Atlantic. Het zou Autostadt sieren dit duidelijker te
vermelden.
We zagen 'm eerder, maar niet in dit
deel van het museum.
Een bijzondere Bentley. Let op de
vorm van de voorspatborden die niet verbonden zijn met de treeplanken.
Een Oldsmobile Toronado maakte naam
vanwegde de vorm én de voorwielaandrijving.
De achterzijde is strak gehouden.
Aan de voorkant vallen de weggeklapte koplampen op, mode in die tijd.
Alleen de staartvin al rechtvaardigt
de aanwezigheid van de Cadillac Eldorado Biarritz van 1959.
Destijds een heel nieuw concept: de
vijfdeurs Renault 16. Dit model is van de eerste serie; die zie je niet vaak
meer.
Vorige keer stond-ie er ook, maar je
kunt er niet achteloos aan voorbij gaan: de tijdloos aantrekkelijke Jaguar
E-Type.
Voor de Lincoln Zephyr geldt
hetzelfde: hier sta je even bij stil.
Volkswagen-museum
Na verblijf in het
voortreffelijke Courtyard-Marriott Hotel - achter de VW-Arena op een kwartiertje
lopen van Autostadt - bezoeken we op zaterdagmorgen het Volkswagenmuseum aan de
Dieselstraẞe. Om tien uur staan we op de stoep. Het reisschema biedt vijf
kwartier tijd. In dit geval is dat niet zo erg, want net als bij het ZeitHaus is
het grootste deel van de collectie bekend. Al een paar keer eerder waren we
hier. Maar wie in Wolfsburg bij Volkswagen is, laat de gelegenheid niet onbenut
even naar binnen te gaan. Er zijn iedere keer tijdelijke tentoonstellingen. Dit
najaar is het thema generatiewisselingen. Dat sluit naadloos aan op de
ervaringen van de afgelopen dagen. De komst van de nieuwe generatie Golf is wat
dat betreft maar een kleine verandering vergeleken met de komende
elektrificering.
De expositie legt nadruk op de grote ommezwaai die Volkswagen eerder moest maken
toen de magie van de luchtgekoelde Kever uitgewerkt bleek te zijn. Niet alleen
het geesteskind van Ferdinand Porsche, maar ook de grotere modellen die
voortborduurden op hetzelfde stramien – luchtgekoelde boxermotor achterin –
werden links en rechts door de concurrentie ingehaald. De Kever, de 1600 en de
411/412 waren allemaal dringend aan vervanging toe. In de loop der jaren
ontwikkelde Volkswagen handenvol prototypen voor een nieuw tijdperk. Bijna
allemaal kwamen ze niet verder dan het stadium van studieobject. Een aantal is
bewaard gebleven en tijdelijk uit het depot naar het museum gehaald. Vanwege de
beperkte tijd, en omdat we de meeste andere auto's hier wel kennen, verdiepen we
ons vooral hierin.
(Foto's van eerdere bezoeken:
►verslag
bezoek in 2011 en
►verslag
bezoek in 2015)
 |
 |
Vergeleken met Autostadt is de
entree van het museum povertjes.
De gang is nog hetzelfde als in
2004. Rechts: binnenkort moet de voorkant van de Golf 8 erbij.
In het midden van het museum is
ruimte gemaakt voor de tijdelijke tentoonstelling.
Het thema generatiewisseling wordt
op verschillende manieren uitgewerkt.
Kever-opvolgers
De tijdelijke expositie is in het midden van het museum, direct aan het eind van
de gang rechts. De overgang van Kever naar Golf wordt aangeduid als een
kwantumsprong in de klasse van de kleinere modellen. Volkswagen ontwikkelde
tientallen prototypen als beoogde opvolgers voor zijn miljoenenmodel.
Technici experimenteerden met verschillende motoren en opstellingen. Midden jaren
zestig ontstond de EA142-4 (de letters EA betekenen Entwicklungsauftrag).
Het idee was de Kever een moderne, veel ruimere en zelfdragende carrosserie te
geven, nog gecombineerd met een luchtgekoelde motor achterin. Het ontwerp heeft
stijlelementen van zowel de 1600 als de 411 in zich. De vorm van de deuren, de
extra sierstrip op de neus en de voorspatborden met opstaande randen zijn typerend.
Ze
tonen dat het ontwerpen van een nieuw model vakwerk is en dat de Kever-makers er
niet veel ervaring mee hadden.
Gaandeweg werd duidelijk dat de voorkeur
uitging naar de motor voorin. Met dat voor ogen ontstond de EA235B, een simpele driedeurs, tussen 1967 en 1969 in Wolfsburg ontwikkeld.
Parallel aan de eigen afdeling waren teams van Porsche en Audi aan de slag. De wagen heeft een zelf ontwikkelde viercilinder
motor voorin met aandrijving op de achterwielen. Het dashboard is met één
centrale meter eenvoudig van opzet en sluit aan bij dat van de laatste Kever, de
1303. De enige stijlgrap aan de buitenzijde zijn de richtingaanwijzers en
reflectoren in de voor- en achterbumpers.
 |
De EA 142-4 was bedoeld als opvolger
van de Kever.
De auto had net als de Kever een
luchtgekoelde motor achterin.
Een opmerkelijk stijldetail: de
opstaande randen bij de voorspatborden.
Ondanks de weerkaatsing van het glas
is te zien dat de auto een luxe dashboard heeft.
De
ontwikkelingsafdeling in Wolfsburg hield zich tussen 1967 en 1969 bezig met deze
EA235B.
De auto heeft een eenvoudige
driedeurs carrosserie. De motor ligt voorin.
Let op de richtingaanwijzers en
reflectoren (foto hieronder) in de bumpers.
Het dashboard is eenvoudig van
opzet.
Allerlei ideeën werden uitgewerkt,
in veel gevallen tot en met een model op ware grootte.
Ook andere ontwerpcentra kregen
opdracht een Kever-opvolger te ontwikkelen.
Middenmotor
De technici van Porsche kwamen met het idee om de motor in het midden van de
auto te plaatsen. Bij de EA266 zit die onder de (hooggeplaatste) achterbank. Met deze bijzondere opstelling
kon Volkswagen zich onderscheiden
van de rest van de markt. De ontwikkeling startte in 1966 maar werd in het
najaar van 1971 abrupt beëindigd door de nieuwe concernleiding. Het idee van de
middenmotor bleek een sof: de auto was te lawaaiig, het werd op de achterbank
veel te heet en de bereikbaarheid liet ook te wensen over. Bovendien was de
bouwwijze zo gecompliceerd en duur dat de auto zichzelf uit de markt zou
prijzen. Tot dat moment had Volkswagen tussen de 200 en 400 miljoen Mark
geïnvesteerd in de ontwikkeling. Er waren 50 proefmodellen gemaakt. Ze werden
vernietigd door er met een tank overheen te rijden. Twee zijn de dans
ontsprongen. Één ervan staat nu hier.
Voor het geval nieuwe motoren niet op tijd beschikbaar zouden zijn, werd in 1969
een tussenoplossing gezocht voor de tijd tussen de Kever en zijn definitieve
opvolger. Er ontstond een
weinig inspirerend model met een driedeurs
carrosserie, voorwielaandrijving én de luchtgekoelde motor van de Kever.
 |
Één van de twee overgebleven
prototypen met de motor in het midden.
Het ontwerp van Porsche schijnt
Volkswagen tussen de 200 en 400 miljoen Mark te hebben gekost.
De Golf-voorloper met een
Kever-motor, voor het geval de nieuwe motoren nog niet klaar zouden zijn.
De vormgeving getuigt niet van veel
inspiratie.
Grote modellen
Niet alleen de Kever was aan vervanging toe, ook het Type 3, de Volkswagen 1600.
We staan oog in oog met de EA158 met de projectnaam Swift, ontwikkeld tussen
1965 en 1968. Er is nog geen afscheid genomen van de boxermotor achterin, al is
het onderstel wel helemaal nieuw. De auto lijkt op een gekrompen 411 en heeft
een gedrongen profiel. Pininfarina schijnt nog invloed gehad te hebben op de
vormgeving. Niet iedereen is altijd subliem. Toen bleek dat de productiekosten veel te hoog zouden
uitvallen, blies het management ook dit project af.
Begin jaren zeventig werd Giugiaro ingeschakeld voor het ontwerp van een auto
boven de Golf, wat later de Passat zou worden. Ook dit ontwerp haalde het
uiteindelijk niet, al zijn in de Passat wel elementen van dit prototype terug te
vinden, met name de vormgeving van de achterzijde.
Om de bovenkant van de markt te bedienen, ontstond in dezelfde periode het idee
om een gezamenlijk model voor Audi en Volkswagen te ontwikkelen. De basis
daarvoor moest de eerdere veiligheidsauto ESVW zijn. De VW-variant had opnieuw
de motor achterin, terwijl bij de opvolger van de Audi
100 de motor voorin zou huizen. De inrichters van de thematentoonstelling
hebben de veiligheidsauto, die deel uitmaakt van de vaste collectie, bij de
presentatie betrokken. In een vitrine zien we de beide varianten. Gaandeweg de
gedachtevorming werd duidelijk dat de oplossing met de motor achterin toch echt
was achterhaald. Audi ontwikkelde zelfstandig de tweede generatie van de 100 die
er heel anders uit kwam te zien.
 |
De Volkswagen 1600 was midden jaren
zestig ook aan vervanging toe.
En profil lijkt de auto op een VW
411, maar is veel meer gedrongen.
Net als bij de later tweedeurs 411
loopt er een lelijke naad over het achterspatbord.
Het ontwerp van Giugiaro haalde het
ook niet, al zien we elementen terug in de Passat.
De veiligheidsauto ESVW moest de
basis vormen voor een Volkswagen in het hoogste segment.
Anders dan de Audi-variant kreeg de
Volkswagen een achterin geplaatste motor.
Een versie met de motor achterin en
eentje met de motor voorin en grote achterklep.
Niet gebruikt
Er is iets opmerkelijks aan de tijdelijke tentoonstelling. Elders in het museum
staan enkele andere auto's die helemaal aansluiten bij het thema
generatiewisseling, maar om een of andere reden niet zijn gebruikt. Als het gaat
om de opvolging van de Kever had de EA47 hier prima gepast. Ghia ontwikkelde het model
midden jaren vijftig. Het bleef bij een voorstel.
Vijf jaar later leek het er
toch echt van te komen. De oer-Volkswagen zou worden vervangen. Van het nieuwe model werd een proefserie van 200 stuks gebouwd. De
bedrijfsleiding besloot op het laatste moment het project stop te zetten. Het
kleinere broertje van de VW 1500 kwam er niet. In 1969 kreeg de Braziliaanse Volkswagenfabriek het model
toegeschoven en ontwikkelde dat door tot de Brasilia. Tot 1982
werd die gemaakt. In Autostadt zagen we gisteren het daarvan afgeleide model
stationcar.
Een derde niet voor de thema-expositie gebruikte auto is de EA128, een grote
sedan bedoeld voor met name de Amerikaanse markt. De Chevrolet Corvair was de
inspiratiebron. De vierdeurs heeft een tweeliter, zescilinder boxermotor
achterin. Ook dit project kreeg uiteindelijk niet het groene licht.
Veel van de proefmodellen laten zien dat de toenmalige bedrijfsleidingen wijze besluiten
hebben genomen deze auto's niet
verder door te ontwikkelen voor de markt. Even wijs was de beslissing om ze niet allemaal naar de shredder te transporteren. Gelukkig
zijn ze er nog. Ze geven een goede indruk van de toenmalige tijd en de
worsteling om het succesverhaal van Volkswagen te continueren door een heel
andere weg in te slaan. Waarmee de tentoonstelling ondanks de oude auto's meteen
actueel is. Inmiddels weten we dat het goed is gekomen. De iconische Kever
kreeg meer dan een waardige opvolger: de Golf. Een succesmodel dat twee dagen
geleden aan zijn achtste leven
begon.
 |
Een Ghia-suggestie voor de opvolging
van de Kever van medio jaren '50.
Deze Kever-opvolger was in 1960
productieklaar toen de directie besloot de auto toch niet te gaan maken.
De folders waren al gedrukt toen
besloten werd de 1500 Cabriolet niet in productie te nemen.
De Chevrolet Corvair was de
inspiratie voor een grote sedan met luchtgekoelde motor achterin.
De grote Volkswagen voor Amerika is
niet moeders mooiste. Let op de merkwaardige ruitenwissers.
Energiezuinigheid
We hebben nog even tijd voor een snelle rondgang door het museum. We
bekijken vooral de auto's die we eerder niet zagen. Zoals de Biagini Passo, een
kruising tussen een Golf cabriolet, een Golf Country en wat eigen ideeën om een
auto er stoer uit te laten zien. Komen de koplampen bekend voor? Dat kan
kloppen. Die zijn van Fiat. De achterlichten trouwens van Opel. Het Italiaanse
bedrijf ACM bouwde er tussen 1990 en 1993 minder dan honderd. De auto is geen
eigendom van het museum, maar in bruikleen. Mooi? Niet echt.
Dat kun je ook zeggen over de CC1, een project van Volkswagen zelf, gericht op
energiezuinigheid. Elegantie was duidelijk van ondergeschikt belang. De 440 kilo
wegende auto met een Cw-waarde van 0,2 verbruikt slechts 2 liter op 100
kilometer. 1 op 50 dus! Voor de aandrijving zorgt een driecilinder dieselmotor
van 900 cc. Het kan echter nog zuiniger. En als het kan, dan moet het ook, was
de filosofie van de meedogenloze, in augustus overleden voormalige VW-chef Ferdinand
Piëch. Hij eiste en kreeg de 1-Liter auto waarmee hij zelf de weg op ging. Naast
dit model uit 2002 staat Nils. Dat is geen kast van IKEA, maar een eenpersoons
elektrisch wagentje met vleugeldeuren uit 2011. Zonder bijladen kun je 65
kilometer ver komen en 130 kilometer hard gaan. Je bent dan verzekerd van veel
aandacht.
 |
 |
Een Italiaanse kruising van
verschillende Golfs met onderdelen van Fiat en Ford.
1 op 50 is het brandstofverbruik van
de CC1 uit 1997/98.
De 1-Liter auto die Piëch wilde en
de elektrische Nils.
Volkswagens eigen kleine-serieproduct
XL1 en een daarvan afgeleide sportversie.
Bijzonder
In vrolijke kleuren staat een rijtje eerdere conceptcars bij elkaar, met
een wisselend realiteitsgehalte. Het zijn dergelijke auto's die in de musea
belanden als ze hun werk in de schijnwerpers van de internationale
autotentoonstellingen hebben volbracht. Volkswagen heeft zelf heel wat van die
modellen gemaakt, maar ook anderen geïnspireerd de vertrouwde techniek te
gebruiken. We zien zelfs pogingen om de formule van de Lotus Seven te combineren
met Volkswagens luchtgekoelde boxermotor. Een commercieel succes werd de Hübers
niet.
Als afronding van het bezoek staan we nog even stil bij twee overbekende
modellen die niettemin uiterst bijzonder zijn. Er staat een Kever met een open
motorkap die opmerkelijk is uitgebouwd. Het blijkt dat in 1984 is geprobeerd de
watergekoelde Polo-motor in te bouwen, toen duidelijk werd dat luchtkoeling niet
langer kon voldoen aan de milieuwetgeving. Het inbouwen lukte, maar daarmee was
de proef ook ten einde. Twaalf jaar eerder hadden de ingenieurs een Transporter
voorzien van een turbinemotor. Ook dat was vast interessant, maar niet voor de
markt.
 |
Vier conceptcars in vrolijke kleuren
bij elkaar.
De IROC (2006) is een vingeroefening
voor de latere Scirocco, de Futura (1989) een toekomstvisie.
Een idee voor een vrijetijdsauto: de
Vario II uit 1991, een eenmalig showmodel.
Een bijzondere constructie van de
rolbeugel.
Stilistische en conceptuele
vingeroefeningen die we vorige keren ook al zagen.
Hübers bouwde rond 1980 een kleine
serie sportwagens naar het idee van Lotus maar met VW-techniek.
Met dit raamwerkmodel van de Chicco
(1975) werd bekeken of alle techniek wel zou passen.
Er is veel geprobeerd, zoals een
Kever uit te rusten met een Polo-motor.
Volkswagen bouwde zelf nooit een
vierdeurs Kever. Rometsch maakte een kleine serie voor inzet als taxi.
Eind jaren veertig bouwde Hebmüller
de Kever om tot open politiewagen.
Begin jaren zeventig is
geëxperimenteerd met een turbinemotor in een Transporter.
Dannenhauer & Stauss maakte deze
cabriolet op Kever-basis.
Een namaak-klassieker met
Mercedes-trekjes, maar met techniek van Volkswagen.
Vijftig jaar
Wie weet komen onze kinderen of kleinkinderen over vijftig jaar in Wolfsburg om
meewarig te kijken naar die auto’s van toen met een benzine- of dieselmotor.
Misschien oordelen ze dat de grootste fabrikant ter wereld de plank toen enorm
missloeg met elektriciteit omdat waterstof de norm zou worden. Wellicht kijken
ze naar een Golf zoals wij nu naar een bril-Kever of een Volkswagenbusje T1 kijken: met
een glimlach over zulke eenvoud. Toen moest je nog zelf sturen en met je voeten
op pedalen duwen…
De historiepanelen in de gang van het museum houden dan niet op bij de foto’s
van de van fraude verdachte Martin Winterkorn of de huidige topman Herbert Diess.
Als het museum nog zou bestaan, is het wel te hopen dat het is opgeknapt. Het
contrast met Autostadt is wel erg groot, valt ons opnieuw op. Het wordt zelfs
met de jaren steeds groter.
Na een kleine anderhalf uur vertrekken we weer. We gaan terug naar huis. Maandag
is weer een gewone werkdag. De bouwmedewerkers in Autostadt gaan op hun beurt dan weer verder
met de creatie van het winterdecor. Waar nu nog planken worden geschroefd,
hebben straks gezinnen weer volop schaatspret op het ijs. Het belevenispark op
de drempel naar een nieuwe tijd. Zelden was het symbolischer. ■
 |
 |
Vanaf eind november is het weer ruim
een maand winterpret voor alle bezoekers.
In Autostadt wordt hard gewerkt om
dat voor elkaar te krijgen. Waar in de zomer water is, ligt straks ijs.
 |
Een stad in een stad die draait om auto's
Verslag van een reis naar Wolfsburg, bakermat
van
het Volkswagen-concern, met bezoek aan Autostadt,
het ZeitHaus, de VW-fabrieken en het VW-museum.
oktober 2004 - aanvulling april 2009 |
 |
|