Autostadt / Volkswagen-fabriek

Wolfsburg (D)



●  Hernieuwd bezoek aan themapark
●  Kort fabrieksbezoek
● 
Veel werk in uitvoering
●  Museum ZeitHaus
●  Vergelijking met eerdere bezoeken



november 2011, aanvulling februari 2012
 

  


Volkswagens vitrine in de revisie
 

Het themapark Autostadt, letterlijk naast de Volkswagenfabriek in Wolfsburg, bestaat elf jaar. De permanente manifestatie over automobiliteit heeft in die tijd meer dan twintig miljoen bezoekers getrokken. De toeloop naar het prestigieuze paradepaardje van Europa’s grootste autoproducent is nog altijd groot. Voor klanten, liefhebbers en geïnteresseerden is er van alles te zien en te doen, mits er interesse voor auto’s is. Wil je echter ook op lange termijn aantrekkingskracht houden, moet je vernieuwen en bij de tijd blijven. Is een bezoek aan het park ook een tweede of derde keer nog de moeite waard?
Om die vraag uit eigen ervaring te kunnen beantwoorden, gaan we opnieuw op pad.
 

Opnieuw zetten we koers richting Wolfsburg, bakermat van Volkswagen.

Op het parkeerterrein staat een grote glazen vitrine met daarin een lichtblauwe Volkswagen Golf van de eerste generatie. Even verderop staan nog twee van die doorzichtige dozen. De ene omhult een oranje NSU Ro 80, de andere een Volkswagen 1-Liter auto, een zilvergrijs, futuristisch ogend studiemodel. Een bordje geeft tekst en uitleg. Ze maken deel uit van een serie design-iconen van 125 jaar autohistorie. Bij eerdere bezoeken stonden ze er nog niet. Het idee is niet origineel. We zagen het eerder in de parkeergarage van het Mercedes-Benz-museum in Stuttgart. Het blijft niettemin een bijzonder gezicht en in de open lucht spreekt het nog wat meer aan. Bovendien is het een mooi symbool. Autostadt is immers één grote vitrine waarmee het Volkswagenconcern zich met al zijn merken en technologie wil presenteren. Bij de ingang staan elektrische Golfs. Wie belangstelling heeft kan er gratis een half uur mee toeren om te ervaren hoe het rijden zonder verbrandingsmotor aanvoelt.
 

Een eerste generatie Golf in de vitrine en een nieuwe Beetle op straat.

De NSU R0-80 is zeker een stijl-icoon met zijn revolutionaire vorm.

Ziet zo de (verre) toekomst er uit?

De L1 kan 100 kilometer rijden op één liter brandstof.

Nabije toekomst: elektrische Golfs, klaar om er een proefrit mee te maken.

Bouwactiviteiten
Sinds vorig jaar hoort ook Porsche tot de VW-familie. De overname heeft juridisch en financieel nog wel wat haken en ogen, maar dat is slechts een kwestie van praktische uitwerking. De inlijving leidt tot bouwactiviteiten in het themapark. Het sportwagenmerk uit Stuttgart krijgt er net als de andere VW-dochters een eigen paviljoen. Er staan nog meer veranderingen op stapel, vertelde Thomas Sevcik (zie bijlage onderaan) van adviesbureau Arthesia eerder dit jaar tijdens een ontmoeting in Brussel. Hij is één van de geestelijke vaders van het park en nog altijd nauw betrokken bij het projectmanagement. Enkele keren per maand gaat hij naar Wolfsburg om te spreken over vernieuwingen. Wat die veranderingen zijn, mocht hij nog niet vertellen. Dat er frequent op directieniveau wordt vergaderd over de stand van zaken en de ontwikkelingen, onderstreept dat men het project uiterst serieus neemt. Het draagt in belangrijke mate bij aan de reputatie van het concern.
 

Verkeersborden en wegwijzer behoeven geen verdere toelichting.

Achter deze kunstige muur wordt gewerkt aan het toekomstige Porsche-paviljoen.

Een kunstijsbaan en skihelling moeten Autostadt ook in de winter aantrekkelijk maken.

Werk
Door de werkzaamheden heeft de halte van het autotreintje voor het fabrieksbezoek moeten wijken. Op die plaats staat nu een kunstig bewerkt houten hek dat de bouw aan het zicht onttrekt. Ook elders is men aan het werk. Het paviljoen Premium Clubhouse en anderhalve etage van het museum ZeitHaus zijn tijdelijk gesloten voor publiek. De aanleg van een kunstijsbaan en skihelling behoren tot het jaarlijkse ‘winterklaar maken’ van het park. In zomer en winter moeten gasten zich immers aangenaam kunnen vermaken. Maar er is meer dan puur vermaak. Je kunt meer te weten komen over het ontwerp en de ontwikkeling van een auto. Historische modellen brengen de geschiedenis tot leven. Er zijn informatiestands over veiligheid, duurzaamheid en milieu. Filmzaaltjes, de merkenpaviljoens, een weg met uitleg over verschillende soorten bestrating, twee glazen torens met honderden auto’s die staan te wachten op aflevering, winkels met accessoires, schaalmodellen en een uitzonderlijk uitgebreide collectie autoboeken, eetgelegenheden, een binnenverkeerstuin voor kinderen, het automuseum en een buitenterrein om SUV’s onder extreme omstandigheden te beproeven: ze vormen in combinatie met elkaar het gouden recept. Het centrale begrip is beleveniscommunicatie. Bezoekers leggen er moeiteloos vijftien euro entreegeld voor neer. Wie aan één dag niet genoeg heeft, mag tegen gereduceerd tarief een tweede dag terugkomen. Aan alles is zorg besteed. Het gras in het park is overal keurig kortgeknipt als bij de best verzorgde tuinen van Britse landhuizen. Op de wandelpaden ligt nog geen papiertje. Het onderhoud is voorbeeldig. Opvallend is het grote aantal medewerkers. Een gastvrije houding is verplicht. De klant is koning en prestige mag wat kosten.
 

Waterpartijen maken een belangrijk onderdeel uit van het themapark.

Op de achtergrond de vier schoorstenen van de energiecentrale van de Volkswagenfabriek.

Het Škoda-paviljoen.

Herfstkleuren maar toch ook nog veel groen als wij Autostadt begin november bezoeken.

Ook in het park staan enkele auto's in hun glazen vitrines, zoals een Bentley 1933.

Een Cisitalia in de buurt van het museum.

Deze machine freest een model van de Volkswagen Polo.

Onderdeel van het ontwerpproces van een auto is een kleimodel op ware grootte, hier deels beplakt met folie.

Het kleimodel geeft en indruk hoe een nieuwe auto er uit gaat zien. Op basis hiervan wordt een besluit genomen.

De hoge van het KonzernForum is 18 meter hoog, de wereldbol heeft een doorsnee van 13 meter.

In de centrale hal zijn ook enkele eetgelegenheden aanwezig.

Hart
Het kloppend hart van het park is het KundenCenter. Dagelijks worden hier vijfhonderd nieuwe auto’s overgedragen aan hun kopers. Eén op de drie nieuwe Volkswagens in Duitsland wordt niet bij de plaatselijke dealer, maar hier in Autostadt afgeleverd. Gezinnen maken er een dagje uit van. Een groot aantal knoopt er een nachtje in het vijfsterren RitzCarlton-hotel op het terrein aan vast. Als in een station of vertrekhal geven grote elektronische borden aan wie volgens het afleverspoorboekje op welk moment waar moet zijn. Bij dergelijke aantallen mag het natuurlijk niet in het honderd lopen.
Boven de hal van de afleveringen ligt de grote showroom met de nieuwste modellen. Vooraan staat prominent Volkswagens nieuwste troefkaart, de Up! Even verder staat een andere noviteit, de nieuwe Beetle – zonder New – die de oude New Beetle opvolgt. Van de andere geshowde modellen werpt een Passat een smet op het Wolfsburgse blazoen. De deur piept erger dan bij een verwaarloosde klassieker. Zelfs perfectie kent zijn grenzen.
 

Het KundenCenter, waar kopers hun nieuwe auto kunnen ophalen.

Een elektronisch bord geeft het 'spoorboekje' van de aflevering aan.

Zo'n 500 klanten per dag krijgen hier de sleutels van hun nieuwe auto.

De allernieuwste Volkswagen, de Up!

Het begrip volkswagen moet hiermee weer invulling krijgen.

In de showroom staan de nieuwste modellen, waaronder de Beetle.

Fabriek
Autostadt biedt bezoekers de kans een kijkje in de fabriek te nemen. Eerst was dat een kwestie van in de rij gaan staan, als bij een attractie in De Efteling. Dat is veranderd. Er is nu een rooster met reserveringen. Natuurlijk maken we van het aanbod gebruik. Om vier uur ’s middags zijn er nog enkele plaatsen. Mensen die hun auto komen ophalen, krijgen voorrang boven toeristische gasten. Zo is er daags na ons bezoek voor toevallige passanten geen enkele mogelijkheid een Werkstour mee te maken.
Vertrekpunt is de kade langs het Mittellandkanaal, vlak voor het achttien meter hoge KonzernForum. Een boot brengt de gasten in een paar minuten naar het naastgelegen fabrieksterrein. We stappen over op het autotreintje dat we nog kennen van voorgaande keren. Het is nummer 3 van een serie van twaalf. Gids Sabrina Reinke vraagt de veiligheidsriemen vast te doen en verklaart nog eens nadrukkelijk dat fotograferen of filmen ten strengste verboden is. Dat heeft twee redenen: bedrijfsspionage en inbreuk op de privacy van de werknemers. Daarna steekt ze direct van wal met haar informatieve verhaal over fabriek en productie.
 

Het gebouw van het KonzernForum ligt aan het Mittellandkanal.

De nabijheid van het kanaal was destijds een belangrijke reden de fabriek hier neer te zetten.

Deelnemers aan het fabrieksbezoek moeten zich aan de kade melden.

Zicht op het KonzernForum en het museum ZeitHaus vanaf de boot.

Op de rechterfoto de voetgangersbrug die Wolfsburg verbindt met Autostadt.

Monument
De oudste fabriek is in 1938 gebouwd, in de oorlog voor een groot deel verwoest en daarna uit de as herrezen. Het gebouw is 1,3 kilometer lang (!) en 300 meter breed. De gevel van rode baksteen is een beschermd monument en mag niet worden veranderd. Gelukkig geldt dat niet voor de inrichting. Die moet immers voldoen aan de laatste stand van de techniek om kosteneffectief te kunnen produceren. Zeker tegen de achtergrond van de niet geringe loonkosten in de Duitse industrie.
Een tweede reeks gebouwen van 2,3 kilometer lengte stamt uit de jaren vijftig. Het complex als geheel meet 6,5 vierkante kilometer, waarvan 1,6 is bebouwd. De totale lengte van alle straten is 70 kilometer. Er ligt eenzelfde lengte aan spoorrails binnen de poorten. De grootste autofabriek van Europa biedt op deze locatie werk aan 48.000 werknemers, waarvan de helft in de productie. Daar wordt gewerkt in drie ploegen, vijf dagen per week. Naast alle fabrieken en kantoren zijn er talrijke voorzieningen op het terrein: brandweerkazernes, ziekenboegen, een drukkerij, twee helikopterplatforms, 16 bedrijfsrestaurants en een enkele bedrijfsscholen. Er worden hier niet alleen complete auto’s gemaakt, maar ook halffabricaten.
De kunststoffenfabriek maakt onderdelen voor alle andere fabrieken van het concern, verspreid over de wereld. Volkswagen heeft 62 vestigingsplaatsen, meldt Sabrina.
Hier in Wolfsburg worden de Golf, Golf Plus en Touran gemaakt. De Passat komt uit Emden, de Phaeton uit Dresden en de Cabriolet uit Osnabrück, uit de vroegere fabriek van Karmann. De rest van de modellen komt van buiten Duitsland, in of buiten Europa. De geboorteplaats van de Fox is Brazilië, van de Jetta, Golf Variant en Beetle Mexico. In Spanje maakt Volkswagen de Polo, in Portugal de Sharan en in Bratislava de Up! en de Touareg. Het merk heeft nog een paar andere modellen, maar die komen in Sabrina’s opsomming niet voor.
 

De Golf Cabrio komt uit Osnabrück, de Sharan wordt in Portugal gemaakt.

Eindmontage
Het treintje rijdt Halle 54 in en gaat direct omhoog naar de eerste verdieping. De verklaring van het nummer is eenvoudig: dit is het 54e gebouw dat gereed kwam, in 1983 geopend voor het maken van de Golf. Nu vindt er de eindmontage van de Golf VI plaats. De auto’s komen binnen vanuit de lakstraat. Nadat de carrosserie is gespoten, krijgen ze eerst de rubbers bij deuren en achterklep. “Een auto”, legt Sabrina intussen uit, “bestaat uit 6000 onderdelen, waarvan 450 metaaldelen. De montage kost zo’n 6,5 uur”. Robots bepalen het beeld. Na de rubbers komt het dashboard. Het wordt als één geheel aangeleverd. Zelfs de contactsleutel zit al in het startslot. De gids wijst op het grote vel papier aan de binnenkant van de motorkap. “Daar staan de specificaties op, de wensen van de klant. Zo kan iedereen zien en controleren hoe de auto moet worden”. Er zijn talloze motoren, kleuren, uitvoeringen en extra accessoires leverbaar. Vele landen stellen eigen technische eisen, waardoor modellen in details van elkaar kunnen verschillen. Volkswagen exporteert naar 150 landen. In 58 daarvan is nog sprake van links verkeer en dus rechtsgestuurde auto’s. In totaal zijn er 260.000 variaties. Zo’n tien keer per jaar zijn twee auto’s exact gelijk. De gids wijst tussendoor op een Golf GTI, herkenbaar aan de rode remklauwen.
 

Ook in de showroom is de Golf GTI te herkennen aan de rode remklauwen.

Nationaliteiten
Hoewel robots het meeste werk van de mens hebben overgenomen, is het handwerk nog niet verdwenen. Er wordt gewerkt in teams van twintig mensen. Eén op de zes productiemedewerkers is vrouw. Er zijn 79 nationaliteiten binnen de muren. De teams hebben steeds zestig seconden de tijd om een bepaalde taak te verrichten. Daarna gaat de auto naar een volgend station. De lopende band gaat hier trouwens achteruit. Niet dat het wat uitmaakt, maar het gaat tegen je gevoel in.
Zoals in elke moderne autofabriek kunnen de auto’s omhoog en omlaag om het werk voor de medewerkers te vergemakkelijken. Op enig moment hangen ze in grote grijpers waardoor ze over hun lengteas kunnen draaien. Zo kom je gemakkelijk bij de onderkant.
Natuurlijk staat het treintje stil bij het huwelijk, die Hochzeit, het samenkomen van koetswerk en techniek. Een levenlang bij elkaar, tot de sloop hen scheidt. Bij iedere rondleiding is dit een gedenkwaardig moment. Geen jurk, geen boeket, geen taart, maar wel getuigen. De huwelijksvoltrekking is een kwestie van dertig seconden en gaat volautomatisch. De mens is er voor de controle van de robots die controleren. Ook het inleggen en lijmen van de ruiten is geautomatiseerd. Aan het inleggen van het reservewiel – voor zover de klant dat heeft besteld – en het monteren van de wielen komt geen mensenhand meer te pas. Wie het voor de eerste keer ziet, is onder de indruk. En dat is nou precies de bedoeling.
 

De krachtcentrale met het Volkswagen-vignet prominent op de gevel.

Tunnelbuis
De auto’s die de Halle 54 verlaten, zijn voor 95% af. Er resten nog wat kleine zaken als het aanbrengen van merk- en typeplaatjes en – niet onbelangrijk – de eindcontrole. Dan zijn de auto’s klaar voor de klant. 60% verlaat het fabrieksterrein per trein, 20% per vrachtwagen en 20% wordt hier in Wolfsburg opgehaald. In dat geval gaan ze via een glazen tunnelbuis hoog boven de weg naar één van de twee glazen torens van Autostadt. Daar blijven ze maximaal drie dagen logeren.
De rondleiding is bijna ten einde. Sabrina wijst op de schoorstenen van de krachtcentrale. Die staat daar sinds 1938 en wordt gestookt op olie en kolen. Het vermogen is 640 mega-Watt. Tweederde daarvan is voor de fabriek en de stad Wolfsburg, de rest voor de omgeving.
Het treintje nadert het eindpunt. De veiligheidsriemen mogen weer los. Een bus brengt de gasten terug naar Autostadt. Binnen een uur ben je weer terug. Vergeleken met voorgaande keren is het fabrieksbezoek wel erg compact geworden. Het is meer even snuiven aan het inwendige van een autofabriek dan een goede indruk van het productieproces.
 

In de twee autotorens staan de nieuwe modellen te wachten op aflevering.

In dertig seconden wordt een auto volautomatisch gestald of weggehaald. Rechts de bezoekerscabine.

Het straatje tussen toren en hotel is gemaakt van verschillende soorten wegdek. Borden geven uitleg.

Attractie
Terug in het park. Eens kijken of we naar boven kunnen in één van de glazen torens. In 2007 is deze attractie erbij gekomen. Een glazen cabine brengt je naar de top, waar je een mooi uitzicht hebt over het park. Helaas, voor gewone liefhebbers is vandaag geen plaats meer. Mensen die hun auto komen ophalen, hebben voorrang. Het aantal verzoeken is groter dan het aantal plaatsen. Per keer kunnen maar zes mensen mee. De cabine maakt gebruik van de liften die ook de auto’s naar boven en beneden vervoeren. Het tripje moet er letterlijk tussendoor en mag de aan- en afvoer natuurlijk niet in de weg zitten. Het personenvervoer gaat een stuk langzamer dan het transport van de auto’s. Uit proeven bleek dat mensen ziek werden van de standaard snelheid van de liften.
Van de torens lopen we naar de merkenpaviljoens. Om bij de tijd te blijven, zijn ze opnieuw ingericht. Het valt op dat het accent meer op de promotie van de huidige modellen is komen te liggen. Stond bij Škoda vroeger het Tsjechische vakmanschap centraal, nu gaat het puur om de auto’s. Audi’s huis van de toekomst heeft plaatsgemaakt voor een presentatie van het productgamma. Mooi en verzorgd, dat wel, maar een slag commerciëler. De inrichting van de paviljoens wordt betaald door de merken zelf. “De projectleiding van het park heeft daar wel een mening over”, aldus Thomas Sevcik, “maar we hebben geen zeggenschap over de budgetten”. In economisch moeilijker tijden moeten grote uitgaven wel bijdragen aan verkoopstimulering. Dat is ook de reden dat Bentley een eigen paviljoen afstootte en nu met Bugatti vertegenwoordigd is in het Premium Clubhouse.
 

Het Premium Club House, vroeger het Bentley-paviljoen (rechts, met daarachter het Ritz-Carlton) is tijdelijk dicht.

Uit het Lamborghini-paviljoen ontsnapt geregeld met veel lawaai een sportwagen.

Voorzijde van het Lamborghini-paviljoen.

De paviljoens zijn meer dan eerst hele luxe showrooms geworden.

Het Audi-paviljoen heeft afscheid genomen van het leven in de toekomst.

Een A7 met op de achtergrond draaiende schaalmodellen van de R8.   ►zie ook beelden van de draaiende schaalmodellen

De R8 is er niet alleen in het klein! Rechts het kleimodel schaal 1:5


High tech
Het paviljoen van Volkswagen is net nieuw. In de vierkante doos staat niet langer een grote bol als filmzaal. Het lijkt nu meer op een luxe stand bij een van de grote autotentoonstellingen. Een spierwitte aankleding, flitsende lichtpanelen en een groot beeldscherm zijn de dominante elementen. Ze zorgen voor een high tech-uitstraling. Aan de wand hangen beeldschermen die naar boven en beneden bewegen. Zodra je in de buurt komt, blijven ze op ooghoogte hangen. Via touch screen is allerlei informatie op te roepen. Het is knap gemaakt, maar we zijn verwend. In deze tijd van iPads en Galaxy’s is dat niet heel erg bijzonder meer.
Volkswagen betrekt bij de presentatie nadrukkelijk het verleden. Naast de splinternieuwe Golf Cabrio GTI staat de eerste GTI van het merk in de schijnwerpers. Ook in het bedrijfswagenpaviljoen – Volkswagen Nutzfahrzeuge is een afzonderlijke divisie – zien we de nieuwste Amarok en een brandweerwagen op basis van de T1. In een vitrine ligt de beroemde schets van Ben Pon die de basis vormde voor de Transporter.
 

Het Volkswagen-paviljoen ziet er uit als een grote vierkante doos.

Een van kleur wisselende wand domineert de VW-ruimte, waar wit verder de overheersende kleur is.

Oud en nieuw bij elkaar: de eerste en meest recente Golf GTI.

Bewegende touch screens die blijven hangen als je er voor gaat staan en videoschermen bij Volkswagen.

Het paviljoen van VW-Nutzfahrzeuge heeft toepasselijk een ingang als van een bedrijfsgebouw.

Oud en nieuw: aan de wand foto's van een klassieke post-bus, op videoschermen de nieuwste modellen.

In een vitrine ligt onder meer de agenda van Ben Pon met de beroemde eerste schets voor de VW-Transporter.

Nostaligie: een oude Volkswagen Transporter (de T1) als brandweerwagen.

Anno 2011: een luxe aangeklede Volkswagen Amarok met opbouw en een California Kampeerwagen.

Museum
Historie krijgt in Autostadt alle aandacht. Een niet te missen onderdeel van het park is het museum ZeitHaus. Het is nadrukkelijk geen Volkswagenmuseum. Het draait om de geschiedenis van de auto in het algemeen. Bij de opening in 2000 bestond het museum uit twee duidelijk gescheiden delen. Het ene verhaalde de historie aan de hand van sfeervolle decors die een tijdsbeeld weergaven, het andere toonde zonder opsmuk mijlpalen uit de autogeschiedenis. Dat onderscheid is vervaagd. De mijlpalen zijn er nog steeds, al is de keuze tamelijk willekeurig en is chronologie ver te zoeken. Spiegelende plafonds hebben dit deel van het museum er nog mooier op gemaakt. Het eerste deel is helemaal opnieuw ingericht. In plaats van de historie en de decors is er een tentoonstelling over spraakmakende modellen uit de autohistorie. Het is mooi gemaakt. De auto’s komen in de grote ruimte prachtig tot hun recht. De verhogingen waarop ze staan geven achtergrondinformatie en relevante foto’s, van onderen verlicht. Over de opzet en afwerking niets dan lof.
En toch… missen we de Aral-pomp, de oude televisies, de videobeelden met het interview met Ivan Hurst bij de eerste Kever, de vitrines met oud reclamemateriaal, de gevel van de oude kruidenierswinkel en de op een boot getakelde Kever op weg naar Amerika, als symbool voor het exportsucces.
 

In de hal van het ZeitHaus staat deze Bentley Continental R.

Met de roltrap naar boven.  ►ga mee op de roltrap, klik hier.

Het open gedeelte van het ZeitHaus: etages vol historische automodellen.

Een replica van de eerste Benz van 1886 en een originele Benz van 1899.

De beroemde T-Ford, hier een versie uit 1913 in het heel donker blauw.

Van hetzelfde jaar is deze Peugeot Bébé, een kleine, goedkope auto van het merk.

Ontwerper van de Peugeot was Ettore Bugatti, de man die onder eigen naam luxe en dure auto's maakte.

De spiegels aan het plafond geven een ruimtelijk en verrassend effect.

Links de eerste Laurin & Klement van 1905, rechts een Koco uit 1922 met boxermotor.

Uit Laurin & Klément ontstond Škoda, één van de merken van het Volkswagen-concern.

Een Mercedes uit 1923, van voor de fusie dus nog zonder Benz.

Wel met de bekende ster op de radiator, maar in een dikke vorm.

Rolls-Royce Silver Ghost.

Bij deze Bentley staat een zeepaardje op de radiator in plaats van de bekende gevleugelde B.

Deze Alvis is als een haas zo vlug, moet de beeltenis kennelijk aangeven.

Een zestiencilinder Cadillac is één van de pronkstukken van het museum.

Rechts de radiatormascotte van de Cadillac.

Uit hetzelfde jaar stamt deze Cord L-29.

Ook deze auto is perfect gerestaureerd.

Door de voorwielaandrijving is een lagere en daardoor elegantere carrosserie mogelijk.

Uit het geschiedenisboek van de VW-stal: een Audi tussen een Škoda Popular en een DKW F1.

Een Škoda Popular van 1935.

Het beeldmerk is al oud maar wordt nog steeds gebruikt.

De chronologie is ver te zoeken in de opstelling van het ZeitHaus.

De Horch van wijlen Haile Selassi met - via de plafondspiegel - een beeld van het interieur.

Iconische modellen op de begane grond van het ZeitHaus.

De 1-miljoenste Volkswagen Kever uit 1955.

De auto is rijkelijk versierd.

Een vroege Porsche 911, de 1-miljoenste Kever en de 1-miljoenste Volkswagen-bus, de Samba.

Karmann bouwde 1200 van deze buggy's op Kever-basis tussen 1970 en 1977.

Eén van de prototypes voor de latere Kever. Het is geen origineel, de auto is nagebouwd.

De auto had geen achterruit, maar slechts koelsleuven voor de motor.

Deze Kever is wél origineel en het oudste nog bewaard gebleven exemplaar.

Een allereenvoudigste chroomloze Kever uit 1956 en een luxe Cabriolet van vier jaar later.

Amerika jaren vijftig: de ook toen al opzienbarende Chevrolet Corvette met kunststof koetswerk.

De Corvette zou uitgroeien tot dé Amerikaanse sportwagen.

Een MPV avant la lettre: het minimale personenbusje van Lloyd uit de tijd dat staal kostbaar en schaars was.

Voor wie een auto nog te duur was, bood Messerschmidt een alternatief aan.

Twee Franse "volkswagens": Renault 4CV en Citroën 2CV.

De éénmiljoenste Mini verwacht je in een Brits museum in plaats van hier in Wolfsburg.

De BMW 1500 betekende begin jaren '60 het begin van een succesvol tijdperk voor het merk.

Markante auto's uit de historie, met centraal in de zaal een Porsche 911.

Van Volkswagens dochter uit Zuid-Duitsland staat er de Audi 100.

Destijds bijzonder was de vijfcilinder motor.

De kleine Audi 50, gericht op een koopkrachtig publiek.

Links de Volkswagen K70 (ontworpen door NSU) en rechts het eerste model Scirocco.

Uiteraard is de Golf ook nadrukkelijk aanwezig.

Veelzijdigheid
De wisselende collectie van het ZeitHaus is de moeite waard, ook vanwege de veelzijdigheid. Er staan super de luxe klassiekers zoals een oude Rolls-Royce Silver Ghost, vroegere Bentleys, een zestiencilinder Cadillac, een imposante Cord L-29, een Bugatti Atlantic*) met zijn opvallende klinknagelverbindingen en de Horch met Gläser-koetswerk van wijlen de Ethiopische keizer Haile Selassi**). Maar ook minimalistische auto’s als een Fiat Topolino, Citroën 2CV, Messerschmitt, Lloyd en Renault 4CV. Uniek zijn de oudste nog bestaande Kever van 1938, de uitbundig versierde miljoenste uit 1955 en de miljoenste Mini. Liefhebbers en oppervlakkig geïnteres-seerden treffen elkaar. Bezoekers halen jeugdherinneringen op bij het zien van een BMW 1500, Volkwagen Samba-bus, Audi 100, Citroën ID, Ford Capri of Kever Cabriolet. Je kunt alles van dichtbij bekijken en overal bij. In geordend Duitsland volstaat een bordje met het verzoek de auto’s liever niet aan te raken. De docent van een schoolklas met pubers hoeft niet corrigerend op te treden. Geen van de afgezakte spijkerbroekers haalt het in zijn hoofd ergens aan te zitten. Ze verdringen zich om die maffe auto’s van toen, wijzend op achterlijke details. Maar wel met eerbied voor het technische erfgoed. In de filmzaal kijken ze geboeid met een 3D-brilletje naar oude driedimensionale (“Plastische Vorstellung”) reclamefilms van Volkswagen. Dat is nog eens wat anders dan je smartphone.

*) De Bugatti Atlantic van Autostadt is een replica, in de jaren negentig door de Deense specialist Erik Koux nagebouwd. Hij maakte zo'n tien Atlantics. Deze auto heeft een origineel Bugatti 57-chassis en originele motor.
**) Deze auto stond eerder in de hal van Volkswagens Gläserne Manufaktur in Dresden.

 

Stijliconen uit 125 autohistorie: links een Bugatti, rechts een Hanomag Kommißbrot.

De auto's in dit deel van het museum staan ruim en kunstzinnig opgesteld. Rechts een MG M van 1931.

Een twaalfcilinder Horch uit de hoogtijdagen van de automobielbouw, begin jaren dertig.

Van vlak voor de oorlog is de BMW 328, gemaakt in het Duitse Eisenach.

Links achter de BMW staat de Lancia Lambda, de eerste serieauto met zelfdragend koetswerk.

Natuurlijk ontbreekt een Porsche niet. Daarnaast een Lincoln Zephyr.

De stroomlijn en ronde vormgeving van de Lincoln werd tot in details doorgevoerd, zoals bij de zijruit...

... bij de achterlichten en de klink van de kofferklep.

De Citroën DS kan bij een overzicht van stijliconen niet ontbreken.

Een echte sportwagen, de Jaguar E-type, naast een familiewagen in sporttenue, de Ford Capri.

Wie goed kijkt, ziet dat het bij de Capri vooral om uiterlijk ging. Onder de kap een 1300 cc-motor.

Groter kunnen tegenstellingen nauwelijks zijn: een Lamborghini Miura en Audi A2.

De Volkswagen-Porsche 914 was zeker karakteristiek, maar niet ieders lieveling.

Verrassingseffect
We verlaten Autostadt als het donker is. Het restaurant met verschillende buffetten heeft de maag op aangename wijze gevuld. De vitrines met de Golf, de Ro 80 en het studiemodel zijn kunstig verlicht. Het effect is nog mooier dan overdag. Het antwoord op de vraag of de her-nieuwde kennismaking goed is bevallen, is eenvoudig: ja. Het verrassingseffect is natuurlijk minder groot, de paviljoens zijn commerciëler geworden, de sfeerdecors in het museum verdwenen, maar dat zijn uiteindelijk details. De opzet is onverminderd aantrekkelijk met het mooie groen en waterpartijen. Als straks het Porsche-paviljoen en de andere nog geheime vernieuwingen klaar zijn, is de kans groot dat ze ons er weer zien. De gereviseerde vitrine kan nog jaren mee.

 

 

► grotere foto's van Autostadt en ZeitHaus

 

   Bijlage

Thomas Sevcik

Thomas Sevcik (1969, geboren in Wettingen, Zwitserland) studeerde architectuur aan de Technische Universiteit van Berlijn. Hij richtte in 1995 de creatieve denktank Arthesia op en is daarvan de CEO. Sevcik adviseert bedrijven over de hele wereld om via innovatieve communicatieprojecten de waarde van het merk te kapitaliseren en de reputatie te versterken. Hij is de geestelijke vader van Autostadt en ontwikkelde het concept in nauw overleg met Ferdinand Piëch aan wie hij geen uitgebreide beschrijvingen presenteerde, maar visuele impressies. Piëch is sterk visueel ingesteld.
Tot zijn werk behoren ook verschillende paviljoens van de Expo 2000. Klanten zijn – behalve Volkswagen – onder meer General Motors, Deutsche Bank, Schering, PwC en Siemens. Naast het geven van colleges aan het Central Saint Martins College of Arts in Londen en het schrijven van artikelen, is Thomas Sevcik lid van een aantal adviescommissies op het vlak van communicatie en vormgeving. Hij is gehuwd en woont in de omgeving van Zürich en in Los Angeles.
 

   Aanvulling

FEBRUARI 2012
Volkswagen heeft bekendgemaakt dat Autostadt in 2011 2,27 miljoen bezoekers heeft kunnen verwelkomen, een recordaantal. Het totaal aantal bezoekers sinds de opening in 2000 komt daarmee op ruim 24 miljoen.