Transport Museum

Coventry (UK)



 
●  Geschiedenis van de Britse auto
●  Merken uit Coventry
●  Bijzondere wijze van presentatie
●  De snelste auto ter wereld
►Verslag van bezoek in 2023 na de verbouwing

 
augustus 2009
 

  


Beleef de tijd die nooit meer terugkomt
 

De geschiedenis van de Engelse auto als onderdeel van de Britse samenleving. Dat is het thema van het Coventry Transport Museum. Het museum is relatief onbekend. Dat is jammer en onterecht. De collectie is op zich niet heel bijzonder, maar de manier van presenteren wel. Het museum neemt je aan de hand bij een reis door de tijd. Naar de jaren dat Coventry een belangrijk centrum van de autofabricage was. Beleveniscommunicatie is hier met een scherp oog voor detail op een prachtige manier uitgewerkt. Een aanbeveling voor jong en oud, voor kenner en leek. Op sommige punten leveren de Britten nog altijd een topprestatie.    
 


Een steegje aan het eind van de negentiende eeuw. Het ruikt er naar paard. Logisch, want voor het vervoer is paardenkracht onmisbaar. Tegen een geveltje staat onopvallend een fiets. De tijd van de modellen met een groot voorwiel is inmiddels voorbij. Aan het eind van het steegje, de hoek om, ruikt het opeens naar olie. De auto doet voorzichtig zijn intrede in de samenleving. Dat gaat niet altijd probleemloos. Een man ligt onder zijn wagen om ‘m weer rijdend te krijgen. Het automobilisme begin twintigste eeuw is niet zonder zorgen. Het is vooral een mannenwereld. Vrouwen hebben nog niet eens kiesrecht, maar strijden er wel voor. Een nieuwe bedrijfstak is in opkomst, de auto-industrie. In en om Coventry zijn heel wat firma's actief. Standard bijvoorbeeld. Als je er binnen loopt, zie je de werknemers werken aan het houten skelet van het koetswerk. De auto wordt een massaproduct. In showrooms staan de nieuwste modellen. We vervolgen de wandeling door de geschiedenis. 
 

Het begin van de historische route, aangekleed met maatschappelijke elementen (Votes for Women). 

Een ouderwets straatje met de bijpassende auto's uit de tijd, zoals een Daimler 1911.

De vermoedelijk oudste nog bestaande Standard uit 1907. 

De fabriek van Standard: autoproductie in vroeger tijden, met als begin het houten skelet. 

En zo stonden ze in de showroom destijds. 

Oorlog
Het geluid van vliegtuigen en bombardementen verstoort de vreedzame weg naar verdere vooruitgang. Mannen gaan de oorlog in. In de fabrieken nemen vrouwen hun plaats in. Bij luchtaanvallen moeten schuilkelders bescherming bieden. Coventry wordt door het vijandelijk vuur zwaar getroffen. Duitse bommenwerpers maken monumentale gebouwen van eeuwen oud bijna met de grond gelijk.
Onder leiding van moedige militairen dwingen de geallieerden de Duitsers op de knieën. Een naam als die van Montgomery zal nog decennia nagalmen. Een nieuwe toekomst kan beginnen. De Koningin opent in het centrum van de stad een nieuwe kathedraal. Die staat naast de verwoeste, waarvan alleen de muren overeind zijn gebleven. De welvaartsontwikkeling geeft gezinnen de kans om er met de auto en caravan op uit te trekken. De auto wordt onmisbaar in het dagelijks leven. De melkman heeft er één. De post rijdt ermee langs de brievenbussen. De in Coventry gebouwde Londense taxi brengt mensen naar hun bestemming. Autoshows met glimmende modellen belichamen de bloei van de Engelse auto-industrie. Protestborden van stakende arbeiders de neergang ervan. Het Britse koperpubliek gaat de voorkeur geven aan Japanse modellen boven die uit eigen land en streek. Dit is een halve eeuw geschiedenis in een notendop.
 

De originele Humber Super Snipe van veldmaarschalk Montgomery uit de Tweede Wereldoorlog.

Bij deze Koninklijke Daimler wordt verwezen naar de herbouw van Coventry na het rampzalige bombardement in 1940. 

De restanten van de in 1940 verwoeste kathedraal met daaraan vast de nieuwbouw.

De Land-Rover werd niet alleen door boeren en in het leger gebruikt, maar ook door de AA, de Engelse Wegenwacht.

Op vakantie met de Standard Vanguard (Phase II, gepresenteerd in 1953) en de caravan, in Engeland erg populair.

Auto's worden onmisbaar in het dagelijks leven, zoals de Austin FX4 taxi en Morris Minor Van van de post.

Singer Gazelle (1954) en Humber Imperial (1966): twee modellen van de in Coventry gevestigde Rootes-Group. 

Brochures van twee Sunbeam-modellen uit 1961. 

Beleveniscommunicatie
Het Coventry Transport Museum wil een beeld schetsen van de geschiedenis van de transportmiddelenindustrie in de stad, in samenhang met de maatschappelijke ontwikkeling. Niet op een ouderwetse manier, maar met behulp van beleveniscommunicatie. De bezoeker wordt uitgenodigd zelf een reis door de tijd te maken. Op ongekend mooie wijze, met liefde voor het detail, laat het museum je de tijden van weleer beleven. Alle decors zijn aangekleed met originele oude voorwerpen. Tekstborden geven heldere aanvullende informatie. Met zevenmijlslaarzen ga je door de afgelopen eeuw. Maar trek er maar gerust de nodige tijd voor uit. Er is veel te zien. Het is zo indringend gemaakt dat er voor kleinere kinderen een omleidingsroute is om de oorlogsjaren minder heftig te beleven.
 

Op autotentoonstellingen presenteren de fabrikanten hun nieuwste modellen. Het is prachtig nagebouwd. 

Een Triumph met speciaal Michelotti-koetswerk op een draaiplateau.  ► impressie

Een doorgesneden Triumph Herald Coupé (links) en een Vitesse en Spitfire van het merk (rechts).

Foto's uit een brochure van de Triumph Herald 1200 uit 1967.

In Tamworth, niet ver van Coventry, stond de fabriek van Reliant, waar onder meer de GTE werd gemaakt.

De Triumph 1300 (1965) met voorwielaandrijving moest concurrentie bieden aan BMC. In 1968 fuseerden beide bedrijven.

De dramatische jaren van stakingen worden prachtig in beeld gebracht. Rechts één van de laatste modellen van Chrysler UK.

Lopende band
Steeds is gezocht naar de verbinding met de stad. De stand op de autotentoonstelling is van Triumph. De moderne auto aan het eind van de lopende band is een model van Chrysler UK. Omdat het een auto is van de plaatselijke krant, past zelfs een Austin bestelwagen in het plaatje. Zelfs bij de drie Mini's - uit Oxford en Longbridge - is gezocht naar een aanknopingspunt. Ze worden gepresenteerd als onderdeel van de oorspronkelijke versie van de film The Italian Job, waarvoor de opnamen in Coventry plaatsvonden!
Voordat de bezoeker de geschiedenisstraat ingaat, geven traditioneel opgestelde auto’s een beeld van de beginperiode van de autonijverheid in de stad. Coventry gold als één van de centra van de Engelse transportsector. De plaats was de geboortegrond van bekende en minder bekende namen: Jaguar, Daimler, Hillman, Humber, Singer, Standard, Triumph, Rover, Riley, Alvis, Sunbeam-Talbot, Armstrong-Siddeley, Lea Francis, Swift en nog een handvol kleinere bedrijven.
 

In de hal een overzicht van de verschillende auto's die de merken uit Coventry voortbrachten.  

Links een Maudslay 1910, rechts één van de eerste modellen van Rover. Na de oorlog verliet dit bedrijf Coventry.

Een taxi uit de beginperiode.

Daimler, Jaguar en Armstrong-Siddeley waren de luxe merken uit de streek.

Armstrong-Siddeley Sapphire van begin jaren zestig.  

Snelheidsrecords
Voorbij het museumdeel met de decors zijn er op de eerste verdieping tentoonstellingszalen rondom een specifiek thema. Eén ervan gaat in op de wereldsnelheidsrecords met auto’s. Hier staat de recordhouder, de tot nu toe snelste ‘auto’ ter wereld. De Thrust SSC haalde op 15 oktober 1997 een snelheid van 1.228 km per uur. Twee Rolls-Royce straalmotoren zorgden voor de aandrijving. Dat is nog eens wat anders dan de recordhouders in het National Motor Museum van Beaulieu. Behalve dat er wielen onder zitten en er een motor is, heeft dit weinig met een auto te maken. En al helemaal niet met alledaags gebruik. De volgende zaal met modellen uit Coventry weer wel. Behalve de Britse merken staan er enkele Peugeots. Ze lijken verdwaald, maar zijn het niet. Het Franse bedrijf heeft in Engeland auto’s gemaakt in de fabrieken die het van Chrysler UK had overgenomen.
 

Dergelijke snelheidsmonsters kun je nauwelijks nog een auto noemen. Spectaculair zijn ze wel.  

Lady Diana
Nadrukkelijk en opzettelijk wél verdwaald is de Paykan, een auto uit Iran. Tot 2005 werd dit model van de Hillman Hunter gebouwd, lang nadat het model én het merk in het moederland waren verdwenen.
Een andere vreemde eend in de bijt is de Austin Metro. De auto heeft geen band met de stad, maar staat er vanwege zijn historie. Wijlen Lady Diana, Princess of Wales, was ooit de eigenares.
Voor groot en klein zijn de vitrines met oude Dinky Toys, Corgi Toys en Matchbox een bron van vermaak. Ook deze bedrijfstak is in de loop der jaren uit het land verdwenen. Tegenwoordig komen de meeste speelgoedautootjes uit het Verre Oosten. Speciaal voor blinde kinderen staan er in het museum “voelmodellen” met een korte aanduiding in braille eronder. Zo kunnen zij de ontwikkeling van de vormgeving op hun eigen manier beleven.
 

De Standard Vanguard in werkelijkheid....

...en op de tekentafel. Klik op de afbeelding voor vegrotingen.

Voor blinden zijn er "voelmodellen". Rechts een Humber Hawk.

Eén van de zalen legt de nadruk op sportiviteit.

Twee keer een Sunbeam, convertible en saloon van midden jaren vijftig.  

Ook op sportwagengebied verbleekte de Britse roem: de Triumph TR7 stond in de schaduw van zijn voorgangers. 

Een conceptcar van Ford die alleen al door de kleur alle aandacht naar zich toetrekt. 

Peugeot fabriceerde in de oude fabrieken van Chrysler UK. Rechts: in Iran werd de oude Hillman als Paykan nog jaren gemaakt.

Een oude naam kreeg in 1998 eenmalig een opleving: Lea Francis. Het bleef bij één prototype.

Links: de Austin Mini Metro van wijlen Lady Diana. Rechts: een LTI Londense taxi, gemaakt in Coventry.

Tractorfabrikant Ferguson experimenteerde met vierwielaandrijving lang voordat Audi er furore mee maakte.

Coventry heeft een hele autohistorie, maar is ook centrum van de fietsindustrie geweest. 

Engeland is natuurlijk ook de bakermat van de Dinky Toys, Corgi Toys en Matchbox.

Thema’s
Het museum snijdt tal van interessante thema’s aan, zoals de vraag hoe je oude auto’s moet bewaren. Moet je ze opknappen zodat ze er weer als nieuw uitzien? Of moet je juist de veroudering tonen? Metaal roest, verf barst en rubber verteert. Is het belangrijk dat oude auto’s nog kunnen rijden, ook al slijten ze hun levensdagen in musea waar ze nooit meer uitkomen? Zoals altijd zijn er verschillende, tegenstrijdige meningen. Daarom staan er perfect gerestaureerde modellen en auto’s waaraan de leeftijd is af te lezen.
Oude tijden komen niet meer terug, maar je kunt er nog wel kennis mee maken. Het gratis toegankelijke museum in Coventry laat zien hoe je dat op een buitengewoon aansprekende manier kunt doen. Alleen al het gedeelte met de oude straatjes maakt een bezoek de moeite waard. Het is een prachtig geïllustreerd driedimensionaal geschiedenisboek.

 

Hoe moet je oude auto's bewaren: origineel laten of opknappen? 

Door de gratis toegankelijkheid, lopen restaurant, winkel en museum in elkaar over.