Opel Forum en -fabriek

Rüsselsheim (D)



 
●  Bezoek klantencentrum
●  Achtergronden van het merk
●  Bezichtiging Insignia-productie
● 
Klassieke modellen in werkplaats
●  Bezoek aan Stadtmuseum


oktober 2009, laatste aanvulling maart 2017
 

  


De blik vooruit, gesteund door het verleden 
 

Terwijl Opel voor het eerst sinds vele jaren met het nieuwe model Insignia de eretitel Auto van het Jaar in de acht sleept, is het bedrijf verwikkeld in een strijd om het voortbestaan. Op het moment dat arbeiders protesteren tegen de mogelijke sluiting van de Opelfabriek in Antwerpen en de Spaanse overheid bezwaar maakt tegen de voorgenomen overname, is men in Rüsselsheim druk bezig met een automuseum van het merk. De autowereld van 2009 is bizar. Trots en roem liggen dicht bij mislukking en ondergang. Tegen deze achtergrond bezoeken we de bakermat van Opel, geïnteresseerd in verleden, heden en toekomst.
(NB. Op 3 november 2009, enkele weken na ons bezoek, besluit General Motors onverwacht om Opel niet te verkopen.)

 


’s Avonds op weg naar Rüsselsheim is het noodweer. De regen komt met bakken uit de lucht. Elders in Duitsland zijn Autobahnen tijdelijk afgesloten en lopen kelders onder water. De volgende dag klaart het voorzichtig op. Lange tijd is het nog druilerig, dan alleen nog bewolkt. De zon laat zich nog niet zien, laat staan dat sprake is van een stralend blauwe lucht. Wat een symboliek! Het weer als thermometer van de economie. De bestemming is het hoofdkwartier van Opel. Na jaren sukkelen lijkt het bedrijf in 2008 de weg naar boven te hebben hervonden. De saaiheid van het productprogramma met dalende verkopen als gevolg is overwonnen. De Insignia wint de begerenswaardige titel Auto van het Jaar en doet zijn weinig aansprekende voorganger Vectra snel vergeten. De in ontwikkeling zijnde nieuwe Astra heeft als taak de Volkswagen Golf als dé Duitse middenklasser van de troon te stoten. De kans daarop is groter dan ooit. Toch zijn er grote zorgen. Moederbedrijf General Motors in Amerika maakt zware tijden door. De kredietcrisis van eind 2008 verergert de situatie. Wat weinigen voor mogelijk hadden gehouden, gebeurt. Het bedrijf gaat failliet. Dankzij grote financiële steun van de Amerikaanse overheid komt er een doorstart in afgeslankte vorm. De nieuwe president Obama stelt daarmee een groot aantal banen in Amerika veilig.
 

Het standbeeld van Adam Opel voor de fabriekspoort die dateert van 1912.

Nieuwe eigenaren
Voor binnen- en buitenlandse onderdelen van het concern worden nieuwe eigenaren gezocht. Zo ook voor GM-Europa, met Opel als belangrijkste onderdeel. Vanwege het grote economische belang van de sector en omdat de auto-industrie op dit moment niet kan overleven zonder staatssteun, bemoeien regeringsleiders zich ermee. Er zijn vier serieuze overnamekandidaten. Fiat en het Chinese BIAC vallen al snel af. De in België gevestigde investeringsmaatschappij RHJ International is voor de Amerikanen de aantrekkelijkste partner. Bondskanselier Merkel heeft echter een voorkeur voor de Canadees-Oostenrijkse onderdelenleverancier Magna. Ze verwacht dat deze kandidaat het beste is voor de Duitse werkgelegenheid. Het is verkiezingsjaar. De Duitse vakbonden en Opels ondernemingsraad steunen haar. Magna werkt bij de overnamepoging samen met de Russische staatsbank Sberbank en is van plan samen met autofabrikant Gaz auto's te gaan maken in Rusland. De positie van Opel in Duitsland zal worden versterkt, terwijl RHJ heeft aangegeven op de saneringstoer te gaan. Magna wint de strijd. Op de valreep komt de Spaanse regering met bezwaren. Ze vreest dat de fabriek in Zaragosa dicht gaat. Voor Antwerpen is ook al weinig hoop meer. In Engeland melden de vakbonden op 13 oktober dat ze overeenstemming hebben bereikt met Magna. Bij Vauxhall, de Britse poot van GM-Europa, vallen geen gedwongen ontslagen. De 4700 werknemers in de fabrieken in Luton en Ellesmere Port behouden hun baan. Tot 2013 is er werk. Als productiviteit en loonkosten in de pas blijven lopen, wordt ook na 2016 het volgende model van de Astra in Engeland geproduceerd. De bonden hebben toegezegd mee te werken aan kostenreductie en efficiencyverbeteringen.
 

De fabrieksingang ligt naast het station van Rüsselsheim. Het gebouw is cultureel erfgoed.

 

Forum
Van dit alles is in het Opel Forum, in het hartje van Rüsselsheim, weinig te merken op donderdagmorgen 8 oktober. De schijnwerpers zijn gericht op de Insignia. Het PR- en klantencentrum is sinds 2006 ondergebracht in het toegangsgebouw van het fabriekscomplex dat hier sinds 1912 staat, nadat een brand de oude fabriek in de as had gelegd. Opel is dan al meer dan tien jaar autofabrikant, al moest stamvader Adam Opel (1837-1895) als oprichter van het bedrijf niets van auto’s hebben. Hij vestigde in 1862 in zijn geboorteplaats Rüsselsheim een kleine fabriek voor naaimachines. De precieze plek is gemarkeerd met een monument op een troosteloos pleintje, niet ver van het Forum. Aan onderhoud besteedt de gemeente weinig geld, zo te zien.
 

Het monument op de plaats waar de eerste fabriek stond, ligt er onverzorgd bij.

Lutzmann
In 1886 begint Opel met het maken van fietsen. Het bedrijf groeit jaar na jaar. In 1900 zijn er bijna duizend mensen in dienst en is Opel veruit het belangrijkste bedrijf in de omgeving. Na de dood van Adam Opel – als gevolg van de tyfus – zetten zijn vrouw en vijf zonen het bedrijf voort. De broers zien wél wat in auto’s. Ze nemen de fabriek van Lutzmann in Dessau over, inclusief de octrooirechten voor het maken hun auto. In 1899 presenteert Opel de Patent Motorwagen System Lutzmann. 65 worden er gemaakt. Een groot succes is het niet. Daarna maakt men de Franse Darracq in licentie om in 1902 met een eigen ontwerp te komen. Een belangrijk model uit die eerste jaren is de Doktorwagen uit 1909, een tweepersoons auto die – de naam zegt het al – wordt aangeprezen als het ideale vervoermiddel voor artsen op het platteland. De auto laat zich gemakkelijk bedienen, waardoor de dokter geen chauffeur hoeft in te huren. Dat scheelt weer in de kosten. In deze jaren blijven de fietsen en naaimachines een belangrijke bron van inkomsten. Dat belang wordt snel minder. Na de brand van 1911 stopt men met de naaimachines. Er zijn er dan ruim éénmiljoen gemaakt. De fietsenfabricage gaat nog door tot 1937. Ruim 2,6 miljoen tweewielers hebben de naam van Opel bekendheid gegeven.
 

Het plaatselijk museum eert Adam Opel met een borstbeeld. De industriële activiteiten startten met naaimachines.

Tot 1937 is Opel een vooraanstaande fietsenfabikant.

Opel maakte als belangrijkste fabrikant van de stad ook motorfietsen.

Begin van de twintigste eeuw ontwikkelde Opel zich tot vooraanstaande autofabrikant.

De Opel Villen hebben tegenwoordig een culturele functie.

Museum
De geschiedenis van het bedrijf wordt inzichtelijk gemaakt in het plaatselijke museum, ondergebracht in een oude vesting aan de oever van de Main. Een mooie plek ook om te wonen, trouwens. Geen wonder dat de familie Opel hier een villa betrok. De Opel Villen hebben tegenwoordig een culturele functie.
Het stadsmuseum geeft veel achtergrondinformatie over de ontwikkeling van de stad en de rol van Opel daarbij. Voor de Eerste Wereldoorlog groeit de onderneming uit tot de grootste autofabrikant van Duitsland. De opmars gaat verder als de vrede is getekend. Met het invoeren van de lopende band in 1924 start de massafabricage. Opel is daarmee koploper in het land. Het favoriete model is de Laubfrosch (boomkikker, zo genoemd vanwege zijn groene kleur), een regelrechte kopie van de Citroën 5CV. Uit Frankrijk komen juridische aanklachten, maar uiteindelijk leiden die tot niets.
 

Tijdens en na de oorlog maakte Opel de succesvolle Blitz-vrachtwagen.

Nazi's
In 1929 krijgt General Motors de zeggenschap door overname van het merendeel van de aandelen. Vanaf 1931 is het een volle dochter. De twee nog overgebleven broers Wilhelm von Opel en Fritz Opel (de eerste was in 1917 in de adelstand verheven waardoor hij het voorvoegsel von mag gebruiken) besluiten tot verkoop om de toekomst van de onderneming zeker te stellen. Ondanks de Amerikaanse moeder blijft het bedrijf Duits, mede onder druk van de nazi’s die ijveren voor een Duitse bedrijfsleiding. Dat zorgt geregeld voor een moeizame relatie met de Amerikaanse directie, zeker als Opel een belangrijke leverancier van het Duitse leger wordt. In Brandenburg is een fabriek neergezet voor het maken van de Blitz-vrachtwagen. Dat gebeurt op uiterst efficiënte wijze, onder leiding van Heinz Nordhoff, de man die vanaf 1948 twintig jaar lang leiding geeft aan Volkswagen en de Kever wereldroem bezorgt.
 

De productie van personenwagens kwam langzamerhand weer op gang. (Foto's Opel)

Motorenbouw aan de lopende band.

Nieuwe modellen op autotentoonstellingen, links de Olympia in 1953, rechts de Rekord in 1957. (Foto's Opel)

De Opel Rekord P1 symboliseert de naoorlogse groei. De stilering is duidelijk Amerikaans.

Wonder
Bij Opel begint de naoorlogse bloei in 1947. Na het herstel van de getroffen fabrieken wordt de productie van de Blitz hervat. Niet in Brandenburg, dat nu in de Sovjetzone ligt, maar in Rüsselsheim. Een personenwagen volgt pas later. De Russen hebben de complete productielijn van de vooroorlogse Kadett als tegemoetkoming voor geleden oorlogsschade ontmanteld en naar het eigen land getransporteerd. De auto krijgt daar als Moskvich 400 een tweede leven.
Duitsland komt er snel weer bovenop. Het economisch wonder gaat aan Opel niet voorbij. Er komt een nieuwe fabriek om de productie tot duizend auto’s per dag te kunnen laten groeien. Ook elders in het land wordt geïnvesteerd. In Bochum gaat in 1962 de productie van de naoorlogse Opel Kadett van start. Rüsselsheim blijft echter de hoofdvestiging. In de jaren tachtig werken er 40.000 mensen. Nu is dat minder dan de helft, vooral door de toegenomen automatisering en robotisering.
Het museum besteedt in een afzonderlijke ruimte veel aandacht aan de naoorlogse tijd. Welvaartsontwikkeling, werkgelegenheidsgroei, gastarbeiders, de machtige positie van het bedrijf en de rol van de vakbeweging: ze komen allemaal aan de orde. De verandering in het huishouden wordt symbolisch geïllustreerd door de Frigidaire-koelkast die tussen 1946 en 1959 bij Opel wordt gemaakt.
 

Opel bracht ook de Frigidaire-koelkasten van General Motors op de markt.

Productierecords werden gevierd: de tweemiljoenste was een Kapitän, de tienmiljoenste een Rekord. (Foto's Opel)

Protestacties voor korter werken. GM heeft toch geld genoeg. Tijden veranderen...

Herinrichting
Anders dan de andere Duitse automerken, heeft Opel geen eigen museum. Dat gaat veranderen. In het tweede kwartaal van 2009 start de grootschalige herinrichting van het oude fabrieksterrein. Het karakteristieke gebouw van rode baksteen blijft bestaan maar krijgt een nieuwe bestemming. Er komt een beleveniscentrum, een werkplaats voor klassiekers en een museum. In de loop van 2011 gaan de deuren open. Althans, als de huidige crisis geen roet in het eten gooit. De ideeën van Opels nieuwe eigenaar zijn nog niet bekend. Voorlopig is de planning nog ongewijzigd, laat een medewerkster van het informatiecentrum weten. De blik is gericht op de toekomst met de rug naar het verleden. Precies zoals Adam Opel voor de historische fabriekspoort staat.
 

De entree van het Opel Forum is eenvoudig, onderdeel van de oude fabrieksgebouwen. 

Wisseltentoonstellingen
In afwachting van het museum zet Opel enkele exemplaren uit zijn historische collectie bij toerbeurt in het Forum. Daarnaast zijn er thematische wisseltentoonstellingen, zoals nu over het zestigjarig bestaan van het personeelsblad Opel Post. Bij de auto’s is gekozen voor enkele recordmodellen: de éénmiljoenste Opel Rekord II en de twintig- en vijftigmiljoenste auto van het merk. Een oude Opel Olympia en Rekord Coupé vertegenwoordigen het verleden, de Insignia het heden en de toekomst. Met een moderne computergestuurde informatiezuil kun je op een groot scherm je gewenste auto samenstellen. Met een paar drukken op de knop verandert de kleur, zijn er andere velgen of extra accessoires. Een kogelknop laat de auto van alle kanten zien. Historie is mooi, maar geld verdienen doe je met de modellen van vandaag.
 

Het Opel Forum biedt ruimte voor een paar klassieke auto's en een wisseltentoonstelling. 

Een Opel Rekord A Coupé met een zescilindermotor.

De éénmiljoenste Opel Rekord II liep op 7 september 1976 van de band.

De twintigmiljoenste auto van het merk, een Senator uit 1983.

Deze Omega is de vijftigmiljoenste Opel. Op 2 december 1999 was het zover.

Veel aandacht in het Opel Forum voor de Insignia.

Met het informatiepaneel stel je zelf de gewenste auto samen.

Rondleiding
Zoals iedere werkdag heeft een groep geïnteresseerden zich gemeld voor de fabrieksrondleiding. De Werkstouren trekken veel belangstelling. Het is in Duitsland een bekend PR-middel om merkbeleving te versterken en de merkwaarde te vergroten. Zowat alle merken bieden het aan, vaak in combinatie met de mogelijkheid je nieuwe auto bij de fabriek op te halen. Zo ver gaat Opel nog niet. Maar graag gunt men de fans een kijkje achter de muren van de fabriek onder leiding van een welbespraakte gids.
Aanvankelijk had Opel veel grootsere plannen. In 1999 introduceert men het concept Opel Live. Dat behelst een dag lang vermaak rond het thema auto, zoals Disneyland draait om de ontmoeting met Mickey Mouse en zijn vrienden. Als directeur wordt de Nederlander Jan Reuvers aangetrokken. Hij verdiende zijn sporen bij Disney in Parijs. Bezoekers betalen 24 Mark voor een dagje onderdompeling in het Opelgevoel, met driedimensionale presentaties, een overzicht van de geschiedenis en een uitgebreid fabrieksbezoek. De formule mislukt echter faliekant. Bezoekers blijven weg. Twee jaar later volgt een forse reorganisatie. De entreeprijs gaat omlaag naar 15 Mark. Het beoogde succes blijft weer uit. Opel is toch wat anders dan Disney.
 

Pijnlijk voor Opel: Volkswagens Autostadt in Wolfsburg is wel een doorslaand succes.

Bezuinigingen
Alle aandacht van de bedrijfsleiding is intussen nodig voor het primaire proces: het winstgevend ontwikkelen en op de markt brengen van nieuwe modellen. Het merk beleeft moeilijke tijden. Omzet en winst staan zwaar onder druk. Bezuinigen is het trefwoord. Opel verliest marktaandeel en een beleveniswereld maakt dat niet ongedaan. De investering van 60 miljoen euro rendeert niet. Van de 120 werknemers moeten er honderd uitzien naar een andere baan. Het moet pijnlijk voor hen zijn dat het aartsrivaal Volkswagen wel lukt een succesvolle formule te ontwikkelen. In 2000 opent Autostadt in Wolfsburg, goed voor twee miljoen bezoekers per jaar.
Het begrip Opel Live bestaat nog altijd, maar de invulling is veel beperkter: een videopresentatie, wat uitleg bij enkele historische modellen, een fabrieksrondleiding en een blik in de werkplaats van de klassiekers. Toch interessant genoeg om een keer mee te maken.
 

 

De fabrieksrondleiding begint in de Kino met enkele klassiekers als decor; hier de eerste Opel, System Lutzmann.

Experimentele motorfiets met raketaandrijving.

Informatiepanelen en echte auto's schetsen de historie.

Auto's voor alle marktsegmenten: de middenklasser Olympia en luxe Kapitän, beide vooroorlogs.

 

Fabrieksterrein
Aangevoerd door een hoogblonde medewerkster van de PR-afdeling vertrekt de groep om elf uur per bus naar de verschillende plaatsen op het immense fabrieksterrein. De fabriek is één van de modernste van Europa, in 2002 door de toenmalige bondskanselier Schröder geopend. In de geheel nieuwe opzet werd meer dan 750 miljoen euro gestoken. Nog voordat één bouwvakker aan de slag ging, bestond de fabriek al virtueel. Alle productiestadia waren met behulp van computersimulaties uitgedacht en letterlijk in beeld gebracht. Op deze manier kregen ook de optimale arbeidsomstandigheden vorm.
“Recht herzlich willkommen”, klinkt het door de oortelefoontjes. Er volgt een korte uitleg met natuurlijk een opsomming van indrukwekkende feiten en cijfers. Dit is de op één na grootste autofabriek van Europa. Volkswagen in Wolfsburg is koploper. Alleen al de bedrijfsbrandweer telt 160 medewerkers en de medische dienst 50. Tussen 700 en 1000 nieuwe auto’s lopen dagelijks van de band. Er wordt continu geïnvesteerd, gebouwd en verbeterd. De volgende stap is een zodanige aanpassing van de fabriek dat er zes tot negen verschillende modellen door elkaar heen kunnen worden gemaakt. Flexibilisering en kostenreductie zijn de kernwoorden voor een gezonde toekomst.
 

De gids deelt de oortelefoontjes uit voordat het gezelschap naar de bus gaat voor de rondleiding.

Filmzaal
De bus stopt voor de eerste keer bij de halte Kino. Om in de sfeer te komen is er een film over het productieproces. De filmzaal is ingericht met stoelen van de Opel Omega. Ze zitten prima. De beelden zijn deels nog van de Opel Vectra, maar het commentaar is geactualiseerd. Rondom de zaal staan in het halfdonker enkele klassiekers. Met zwart doek en uitgekiende belichting is van een oude fabriekshal nog een aardige presentatieruimte te maken. In het kort vertelt de gids de hoofdlijnen van de historie van het merk. Panelen aan de wand geven extra uitleg. Uitgebreid bestuderen is er niet bij. Het schema is strak. De Reiseführerin houdt de touwtjes strak in handen. Vijf minuten om even rond te kijken en wat foto’s te maken. En dan de bus weer in, “meine sehr verehrte Damen und Herren“. Ordnung muss sein!
 

Als contrast op wat we zo meteen zullen zien: het maken van een auto begin vorige eeuw. (Foto's Opel)

Productie begin en eind jaren vijftig met nog opvallend veel mensen aan het werk. (Foto's Opel)

Paradepaardje
De fabrieksrondgang begint bij de persfabriek, Opels paradepaardje. Er worden onderdelen gemaakt voor de verschillende Opelvestigingen in Europa. Volgens de gids is dit de modernste fabriek in zijn soort in Europa. We kunnen het niet controleren. Feit is dat de huizenhoge persen van Weingarten en Schuler indrukwekkend zijn. Maar wat belangrijker is: het wisselen van de persgereedschappen duurt acht tot tien minuten. Dat maakt de fabricage heel flexibel. Vroeger kostte dat tien tot twaalf uur! Opel maakt zelf meer dan de helft van de persgereedschappen, ook hier in Rüsselsheim.
De fabriekshal is schoon en opvallend licht. Dat is prettig voor de medewerkers, al zijn ze maar met weinigen. Slechts 750 in totaal, werkend in een drieploegendienst. De persstraten zijn volautomatisch. In zes stappen verandert een plat stuk staal in een ingenieus vormgegeven onderdeel. De persen werken met een druk van 6500 ton en zijn verankerd aan een fundament van 6,5 meter diepte. Per minuut ontstaan twintig onderdelen. Ieder etmaal verwerken de machines 100.000 ton staal. Elk kwartier is er aanvoer van ruw materiaal; op één rol zit drie kilometer staal.

Aardgas
Op weg naar de volgende stopplaats passeren we een bakstenen gebouw waar speciale modellen worden gemaakt, zoals politie- en brandweerauto’s. Ook de Zafira op aardgas heeft hier een eigen productielijn. Op een parkeerplaats staan nieuwe Astra’s en de nog niet geïntroduceerde nieuwe Meriva in zwart-wit camouflagetenue.
Vervolgens is er de kennismaking met de ruwbouw. Uit de vele losse onderdelen ontstaat een compleet koetswerk. Dat gebeurt voor het grootste deel door middel van puntlassen, zo’n 4500 per auto. Daarnaast wordt lasertechniek ingezet, bijvoorbeeld om het dak vast te zetten. Zevenhonderd robots doen hier het werk, met inbegrip van de controle. Met elkaar maken ze zo’n zestig auto’s per uur. Naast de bekende oranje Kuka’s die je in elke autofabriek tegenkomt, zijn er speciale Fanuc-robots uit Japan.
 

Voor de bouw van de huidige fabriek begon, is het gehele productieproces virtueel uitgedacht. (Bron: DVD Opel)

Trots
Er wordt op ééntiende millimeter nauwkeurig gewerkt, beklemtoont de gids met trots. Dat lijkt indrukwekkend en is het natuurlijk ook, maar bijvoorbeeld bij Mini in Oxford ligt de grens op 0,05 millimeter. Een ruwe carrosserie weegt ongeveer 400 kilo. Reken voor de lak acht kilo; de rest van het totaalgewicht van rond 1500 kilo komt voor rekening van de motor, het onderstel en de aankleding.
Uit veiligheidsoverwegingen houden de robots er automatisch mee op als er iemand in de buurt komt. De rood afgebakende gebieden zijn dus voor iedereen verboden gebied. Toch gaat het nog wel eens fout. Bij de personeelsruimte hangen rapportages van ongevallen en bijna-ongevallen als waarschuwing aan alle medewerkers.

Montage
Bus in, bus uit. De volgende halteplaats is de montage, waar koetswerk en motor bij elkaar komen. De auto krijgt meer en meer gestalte. Vanaf een overzichtplatform op de eerste verdieping is uitzicht op het compleet maken van de motoren. De ontbrekende delen komen deels uit fabrieken op dit complex, deels van elders. Als we binnenkomen is het stil. Het is pauze. Letterlijk voor iedereen. Met gemeenschappelijke pauzes wil de bedrijfsleiding het onderlinge contact tussen de medewerkers bevorderen, aldus de gids.
Aan iedere motor hangt een groot papier. Als iemand een bepaalde taak heeft gedaan, tekent hij of zij af met een stempeltje. Het formulier gaat het archief in. Zo is jaren later nog te traceren wie welk onderdeel heeft aangebracht. De takttijd is 56 seconden. Dat is de tijd die de medewerker krijgt om het werk te doen. Als er problemen zijn, is een ruk aan een koord genoeg om hulp in te roepen. Die komt dan meteen. Het systeem komt uit Japan en voorkomt onaf werk, onnodige vertragingen en reparaties aan het eind van de lopende band. Elke moderne autofabriek past het tegenwoordig toe.
“Het huwelijk” is bij Opel een weinig sociale aangelegenheid. Waren bij de Opel Omega van enkele jaren terug nog vijf mensen nodig voor het samenvoegen van koetswerk en onderstel, nu komt er geen mensenhand meer aan te pas.

Aankleden
De laatste fase is de eindmontage: het aankleden van de auto naar de wensen van de klant. Natuurlijk geldt ook hier het just-in-time principe. Onderdelen komen aan op het moment dat ze nodig zijn. Per dag zijn er dat bij elkaar 3,2 miljoen! Elke auto bestaat uit meer dan vijfduizend stukjes. Via zeventig grote toegangsdeuren brengen de vrachtwagens van de toeleveranciers hun lading vlak bij de band. Er is geen voorraad in de fabriek. Het fabricageproces duurt in totaal zeventien tot twintig uur, waarvan acht voor het drogen van de lak. Aan het plafond hangen grote zwarte matrixborden met verschillende letters en getallen. Ze geven de stand van zaken weer. Ist wordt afgezet tegen Soll. De huidige ploeg heeft tot taak 380 auto’s af te leveren. De teller staat nu op 306. Het gaat goed. Als de werktijd om is, is dat aantal zeker gehaald, verzekert de gids.
 

Aan het logo in de grille is te zien dat het een Vauxhall Insignia is. (Foto: wikipedia - Vauxford)

Chevrolet
Op de band staan alle variaties van de Insignia, inclusief de modellen die niet als Opel worden verkocht. In Engeland heten de modellen traditiegetrouw Vauxhall en voor de Latijns-Amerikaanse landen is de merknaam Chevrolet weggelegd, waarbij de typenaam Vectra is behouden. Volgens de gids wordt het palet aangevuld met een Holden voor Australië, hoewel dat nog nergens is bevestigd. Als Buick is de auto in China op de markt; in 2010 volgen de Verenigde Staten.
De Britse modellen zijn natuurlijk direct herkenbaar aan het rechtse stuur. Langs de kant liggen complete modules van de voorkant, met de bumpers, grille en eventuele mistlampen als één geheel. Ook het complete dashboard wordt met stuur en instrumentarium integraal aangeleverd. Op het laatst komen de deuren terug die meteen na het lakken zijn verwijderd. Dan is er de laatste controle: met de diagnoseapparatuur, op de rollenbank, in de douchecel en over een stukje hobbelige weg buiten. De auto is klaar voor de klant. Drie van de tien verlaten het terrein per trein, de andere zeven per vrachtwagen.

Werkplaats
De rondleiding is nog niet ten einde. Er volgt een laatste stop bij de werkplaats van klassiekers. Een museum mag dan toekomstmuziek zijn, de modellen uit het verleden zijn nu al te bewonderen. Opel zet zijn historische collectie in voor de aankleding van de Forums in Rüsselsheim en Berlijn en bij manifestaties. Een aantal modellen komt dan ook bekend voor. In de tussentijd worden ze opgeslagen en onderhouden in een oude fabriekshal. De omgeving is niet erg uitnodigend. Het deert de bezoekers niet. De gids heeft moeite de groep bij elkaar te houden. Terwijl ze het toch zó duidelijk heeft uitgelegd: eerst met elkaar luisteren naar enkele anekdotes en dan pas tien minuten zelf rondkijken. Ze staat stil bij een enkele auto. Een zwart, vooroorlogs model valt op door de matige staat van de carrosserie. Een klusje voor de werkplaats? Nee, deze auto blijft zo. Hij is generatie na generatie binnen één familie gebruikt Opel mocht ‘m hebben op voorwaarde dat hij niet zou worden gerestaureerd en in dezelfde staat zou blijven als bij zijn pensionering. Zo gebeurt het dus ook.
De collectie is veelzijdig, met seriemodellen, prototypen, conceptcars, omgebouwde modellen en jubileumuitgaven. Van de Opel GT zien we de open Aero-uitvoering die het niet tot seriemodel wist te brengen. Een carrosseriebedrijf bouwde de Opel Rekord om tot een weinig elegante cabriolet. Opvallend is een Opel Kapitän met vergulde in plaats van verchroomde onderdelen. Het is de tweemiljoenste Opel. Raar eigenlijk dat deze niet in het Forum staat bij de andere jubileummodellen.
 

Een oude fabriekshal vol waardevolle klassiekers.

Links enkele Opel Rekords uit de jaren zestig en zeventig, rechts Ascona's in wedstrijdtenue.

De werkplaats met vooraan een Opel Admiral 1938 en daarachter de Kadett die na de oorlog als Moskvitch in Rusland verscheen.

Tot de collectie behoren natuurlijk ook oude fietsen en motorfietsen.

De afdeling renwagens is nog enigszins aangekleed met informatiepanelen.

Een racer uit de beginjaren.

De nagebouwde Raket-auto. Het origineel ging verloren.

Zonder raketten maar met een "gewone" dieselmotor kun je ook heel hard!

De Opel Darracq, het tweede model van het merk, met daarnaast opvolgende typen.

Opels uit het begin van de vorige eeuw. 

De beroemde Opel Doktorwagen, zo genoemd omdat het model veel door artsen werd gebruikt. 

De Laubfrosch: de eerste Opel die in massaproductie werd genomen. 

Belofte aan de schenkers: deze auto zal niet worden gerestaureerd maar in oorspronkelijke staat blijven.

Opel Olympia Cabrio-Limousine van begin jaren vijftig.

De tweemiljoenste Opel met vergulde elementen. 

Belangstelling voor bestelwagens op basis van de Olympia en Rekord. 

Bestelwagen van de Rekord P2.

De Opel Aero GT ging niet in productie; de Rekord Cabriolet is omgebouwd door een carrosseriebedrijf. 

Verschillende generatie van de Opel Rekord behoren tot de fabriekscollectie.

Snoepjes
Meine sehr geehrte Damen und Herren, wir sind am Ende der Führung. Een zakje snoepjes en een bijna overdreven dank voor de belangstelling rondt de twee-en-een-half uur af. Voor veel deelnemers een unieke, eenmalige belevenis. Voor de gids routinewerk. Na de pauze is er weer een groep. Het werk gaat gewoon door, ook in tijden van onzekerheid en crisis. Auto’s verkopen is emotie en reputatieversterking een belangrijk element daarbij. Opel heeft een nieuwe eigenaar. Het is nu Magna in plaats van GM. Maar in Rüsselsheim is Opel gewoon Opel. Een Duits bedrijf dat dit stadje hart en ziel heeft gegeven. Met vertrouwen kijkt men naar de toekomst, in de rug gesteund door een roemrijk verleden. Adam Opel mag dan niet van auto’s hebben gehouden, zijn naam wordt hier nog altijd met respect uitgesproken.

 

Jaren geleden maakte Opel deze studiofoto's van zijn oudste modellen: de Lutzmann en Darracq.

Tegenwoordig presenteert met de oude modellen op een geheel andere wijze.

De Opel-shop verkoopt de foto's in de vorm van ansichtkaarten, ook van enkele conceptcars, zoals de Maxx.

 

Productiejaren, -aantallen en modellen alle naoorlogse typen Opel Kadett
Productiejaren, -aantallen en modellen alle typen Opel Rekord
Verslag van het bezoek aan het Opel Museum in Tijnje
► Foto's modellen Opel in Berlin

 

  Aanvullingen

3 NOVEMBER 2009
General Motors maakt bekend Opel toch niet te willen verkopen. De mededeling komt als donderslag bij heldere hemel. Politici, vakbonden en medewerkers in Duitsland reageren furieus. De toekomst van de fabrieken is opnieuw uiterst onzeker, al heeft GM aangekondigd het aantal ontslagen te willen "beperken" tot 10.000. Maar anders dan bij de overeenkomst met Magna is het voortbestaan van de vier Opel-fabrieken in Duitsland uiterst discutabel. Sommige sombere analisten zien de stap van General Motors als het begin van het definitieve einde van Opel, omdat het bedrijf niet in staat zal blijken te zijn vanuit Amerika voldoende aansturing te kunnen bieden.
 


25 NOVEMBER 2009
Bij monde van de nieuwe topman van GM-Europe, Nick Reilly, is bekend gemaakt dat General Motors de vier fabrieken van Opel in Duitsland open zal houden. Wel zullen in Duitsland zo'n 5000 arbeidsplaatsen verdwijnen. Eerder werd gevreesd voor sluiting van de vestigingen in Bochum of Eisenach. De vraag is of de fabriek in Antwerpen zal blijven bestaan. Uitgewerkte plannen voor Opel zal het moederbedrijf in Amerika in december bekend maken, is aangekondigd.

21 JANUARI 2010
Nick Reilly heeft vandaag bekend gemaakt dat de Opel-fabriek in Antwerpen gesloten gaat worden. Dat zal nog voor de zomer van 2010 gebeuren. Ruim 2500 arbeidsplaatsen gaan hierdoor verloren. In heel Europa gaan 8300 banen verloren, waarvan 4000 in Duitsland.

5 DECEMBER 2014
De sanering gaat verder. Opel heeft de fabriek in Bochum definitief op slot gedaan, 52 jaar geleden neergezet om het toen nieuwe model Kadett te gaan produceren. Ruim 3000 werknemers verliezen hun baan. In de hoogtijdagen waren dat er 10.000.

6 MAART 2017
Ruim zeven jaar na ons bezoek ziet de wereld er heel anders uit. General Motors verkoopt Opel alsnog. Maar niet aan Magna of Fiat, maar aan PSA (Peugeot-Citroën). Daarmee wordt een nieuw bedrijf geschapen dat de tweede plaats op de Europese ranglijst gaat innemen, na Volkswagen en voor Renault-Nissan. Na vele decennia onder de hoede van Amerikanen, krijgen de Duitsers nu een Franse moeder. Van het in het artikel genoemde Opel-museum is nooit meer wat vernomen.

 

  Bijlage: de ontwikkeling van stad, werkgelegenheidm productie en winst

 

De ontwikkeling van de stad, werkgelegenheid, productie en winst in één grafiek geplaatst.