| 
		 
		 
		
	
	 Volkswagen-museum 
 
	Wolfsburg (D) 
	 
	 
 
	 
● 
	
Speciale tentoonstelling: 40 jaar Polo 
	 
● 
	
Seriemodellen en opmerkelijke varianten 
	 
● 
	
Vaste collectie met historische VW-modellen 
	 
● 
	
Bijzondere prototypen en conceptcars 
	 
● 
	
Van experimenten naar serieproductie 
	 
	 
	
	augustus 2015 
  
 
Zo heel spannend is de Polo niet  
  
Het Volkswagen-museum in Wolfsburg zet in de zomer van 2015 de Volkswagen Polo 
in de schijnwerper. Aanleiding: diens veertigste verjaardag. Hoewel de Polo in 
het straatbeeld geen bijzonder opvallende verschijning was en is, toont de 
expositie een aantal opmerkelijke varianten. En als je toch in het museum bent, 
werp je vanzelfsprekend ook nog een blik op de vaste collectie.   
  
Het 
Volkswagen-museum aan de Dieselstraẞe in Wolfsburg.   
		
		Het is voor een museum een 
		hele opgave om telkens nieuwe bezoekers binnen te halen of mensen over 
		de streep te trekken om nogmaals te komen. Je moet wat. Maar wat dan? 
		Een tijdelijke thema- of overzichtstentoonstelling kan uitkomst bieden. 
		Het Volkswagen-museum dook de geschiedenisboeken in en ontdekte dat 
		veertig jaar geleden de allereerste Polo werd geïntroduceerd. 
		Autohistorisch gezien is dat nou niet zo’n mijlpaal. Niet te vergelijken 
		met de komst van de Citroën DS, dit jaar zestig jaar geleden, of de 
		presentatie van de Renault 16, een halve eeuw terug. Daarbij heb je het 
		namelijk over iconen die hun stempel op de autohistorie hebben gedrukt. 
		Dat is hier niet het geval. Het jubileum is zelfs minder gedenkwaardig 
		dan het feit dat tachtig jaar geleden een auto voor het eerst de naam 
		Jaguar kreeg. Zelfs de wederopstanding van Audi, 50 jaar geleden, na een 
		sneeuwwitjesslaap van 25 jaar, is meer reden voor extra aandacht. Maar 
		daar kan het Volkswagen-museum allemaal niets mee. Dus werd de Polo van 
		veertig jaar het thema van deze zomer. 
		
		  
		 
		Een speciale 
		tentoonstelling over de veertigjarige Polo.    
  
		
		Hemelbestormend 
		De verwachtingen zijn niet heel erg hooggespannen. Hoe bijzonder kan de 
		jubileumexpositie zijn? “Auẞen Klein. Innen Groẞ”. Een aardige 
		slagzin, een aardige auto, nog succesvol ook, maar niet hemelbestormend. 
		Je gaat er geen reis naar Wolfsburg voor ondernemen. Het wordt anders 
		als je toch in de buurt bent. Vanwege een bezoek aan Volkswagens 
		themapark Autostadt bijvoorbeeld. En dus wordt het Volkswagen-museum 
		onderdeel van het reisprogramma op deze vrijdagmiddag in augustus. 
		Gevraagd naar de kortste route, voegt de informatrice achter de balie 
		van Autostadt er uit eigener beweging aan toe dat het wel een half uur 
		lopen is. Haar gezichtsuitdrukking verraadt dat ze denkt met een 
		onverantwoorde avonturier van doen te hebben. Buiten is het namelijk 
		tegen de 35 graden en de zon schijnt op dit moment van de dag het 
		sterkst. Van een blik op de plattegrond, een paar dagen eerder, herinner 
		ik me echter dat het niet zo ver kan zijn. Dat klopt. Haar minuten zijn 
		niet de mijne. Het is ongeveer een kwartiertje. Met deze temperatuur nog 
		wel te doen. Bovendien biedt een beker cola en een ijsje bij 
		McDonald’s, tegenover de ingang van het museum, verkoeling.   
  
	
		
		  | 
		
		  | 
	 
 
Achter het bord 
van het museum ligt de vestiging van McDonald's.   
		
		Soberheid 
		Het is even omschakelen, van de verzorgdheid en luxe van Autostadt naar 
		de soberheid van het fabrieksmuseum. Het is geen verrassing na twee 
		eerdere bezoeken, maar het valt wéér op. De entree is sinds 
		2004 niet uitnodigender geworden. Het loketje voor 
		kaartjes lijkt van decennia geleden. De letters op de muur zijn 
		uitgelopen op het onderliggende wit. Waar in Autostadt alles een paar 
		cent mag kosten om indruk te maken op de twee miljoen jaarlijkse 
		bezoekers, is hier het jaarbudget duidelijk beperkt. De fotografische 
		geschiedenisreis in de gang houdt zo’n tien jaar geleden op. Alsof er in 
		de afgelopen jaren niets vermeldenswaardig is gebeurd. Het oog valt op 
		de laatste foto, die van de benoeming van Martin Winterkorn tot 
		bestuursvoorzitter. Toen was hij nog de protegé van Ferdinand Piëch, de 
		oud-voorzitter van de Raad van Toezicht die eerder dit jaar probeerde 
		Winterkorn als topman te wippen. De poging mislukte, zoals bekend. Op 25 
		april legde niet Winterkorn, maar Piëch zijn functie bij Volkswagen 
		neer. Een gelukje voor het museum, want anders hadden ze de fotogalerij 
		alsnog moeten aanpassen.  
  
	
		
		  | 
		
		  | 
	 
 
De ingang is 
ondanks de open deur weinig uitnodigend. 
		
		Hannes 
		Wie zich inspant, kan van veertig Polo-jaren nog best wat maken. En het 
		museum heeft zich ingespannen. Naast de auto’s die deel uitmaken van de 
		vaste collectie, zijn er voor de gelegenheid bijzondere modellen aan 
		toegevoegd. Ze staan in een cirkel in het midden van de zaal, met bij 
		elk model een informatiezuil. Het meest in het oog springt echter niet 
		een auto, maar een motorfiets met zijspan. Het ding heet Hannes. Het is 
		een zelfbouwproject uit 1985. Maker en eigenaar Johann Klein heeft een 
		motor van een Polo ingebouwd. Die drijft beide achterwielen aan. De 
		velgen zijn duidelijk van een auto en de spoorbreedte komt overeen met 
		die van de kleine Volkswagen. Schakelen gebeurt niet met een voetpedaal, 
		zoals bij andere motorfietsen, maar met een heuse versnellingspook als 
		bij een auto. Het is natuurlijk een curiositeit die niets met de 
		historie van de auto te maken heeft, maar de bezoeker toch doet 
		glimlachen. 
  
	
		
		  | 
	 
 
40 Jaar Polo: 
het letterlijk centrale onderwerp in het museum in de zomer van 2015.   
Misschien wel 
het voertuig dat de meeste aandacht trekt: Hannes. Met Polo-motor én 
spoorbreedte. 
   
		
		Tweelingmodel 
		Van Hannes snel naar de eerste Polo, uit 1975. Een verrassing is de 
		introductie op dat moment bepaald niet. Als het doek over de nieuwe telg 
		van de VW-familie wordt weggetrokken, ziet het publiek een tweelingmodel 
		van een auto die al zeven maanden in de showroom staat. Bij Audi. 
		Beide auto’s zijn gelijktijdig ontwikkeld. Audi ziet ruimte voor een 
		luxe kleine auto onder haar model 80 en de Volkswagendirectie wil niet 
		alle kaarten op de Golf zetten als enige opvolger van de Kever. Zeker 
		niet omdat het prijsverschil tussen die twee fors is. Er is behoefte aan 
		een goedkoper model dan de Golf. Geld voor de ontwikkeling van een 
		nieuwe auto ontbreekt echter. De samenwerking met de ontwikkelafdeling 
		van Ingolstadt brengt uitkomst. Door het strippen van alle luxe en het 
		vervangen van de vier ringen op de grille door het VW-embleem, is 
		Wolfsburg uit de brand. In de kern gaat het om dezelfde auto’s. Het 
		ontwerp is van Audi’s ontwerper Hartmut Warkuß, geholpen voor Nuccio 
		Bertone. De Duitser zal later naar Volkswagen overstappen en 
		verantwoordelijk worden voor de vormgeving van de vierde generatie van 
		de Polo. Op het erepodium van het museum staan ze nu gebroederlijk bij 
		elkaar. De Audi 50 is zichtbaar luxer, maar kost ook zo’n 700 Mark méér.
		 
  
	
		
		  | 
	 
 
		Op een 
		van de wanden is een prototype van de Audi 50 te zien.  
  
		
		Versoberd 
		Om voor de Polo de gewenste introductieprijs op 7500 DM te kunnen 
		houden, is streng versoberd. Heel streng. In plaats van een echt 
		gaspedaal is er een metalen beugel. De binnenkanten van de deuren zijn 
		van gekleurd karton. De bumpers zijn zilverkleurig gelakt in plaats van 
		verchroomd. Alleen de deur aan de bestuurderszijde heeft een slot aan de 
		buitenkant. Er is maar één zonneklep, aan de linkerkant. De rugleuning 
		van de achterbank is niet neerklapbaar. Voor meer ruimte moet je de hele 
		bank verwijderen. Een hoedenplank ontbreekt. Vloerbedekking is er alleen 
		op de tunnel en bij de wielkasten. In plaats van een brandstofmeter is 
		er slechts een waarschuwingslampje. De verwarmingsventilator heeft maar 
		één stand, net als de ruitenwissers die niet eens automatisch in de 
		ruststand terugkomen. 
		Pers en publiek vinden dat allemaal wel erg gortig. Er is de nodige 
		kritiek op de uitvoering van de kleine VW. Al na twee maanden, in mei, 
		krijgt de auto een echt gaspedaal. In juli komt er standaard 
		achterruitverwarming bij, een benzinemetertje, fatsoenlijke 
		deurbekleding en ruitenwissers met ruststand. Meer luxe volgt later. Dat 
		alles heeft zijn prijs. Twee jaar na introductie is de bodemprijs 
		gestegen naar 8620 DM.  
  
	
		
		  | 
		
		  | 
	 
 
		Links 
		de Audi met chroom en luxe, rechts de kale Polo. 
		
		Derby 
		In 1977 komt een variant met grote kofferbak. Om het onderscheid te 
		onderstrepen, krijgt dit model een andere naam: Derby. Later zal die 
		afzonderlijke typenaam verdwijnen en wordt het Polo Limousine of Polo 
		Classic. Tegenwoordig vindt men het onderscheid maar onzin. De eerste 
		generatie Polo wordt tussen 1975 en 1981 1,1 miljoen keer gemaakt, 
		waarbij de 300.000 Derby's gewoon zijn meegerekend. (De Audi 50 is al in 1978 uit de 
		handel genomen. De teller stond toen op 181.000 stuks). In 1980/81 
		experimenteert Volkswagen met het verminderen van de luchtweerstand en 
		nieuwe motoren. De E80 is het resultaat van onderzoek naar mogelijkheden 
		daartoe. Geen klant die de uiterlijke 
		aanpassingen zou accepteren. Dit is het werk van techneuten, dat is 
		duidelijk. Hier is geen ontwerper aan te pas gekomen. De direct 
		ingespoten dieselmotor daarentegen vindt al snel zijn weg naar de 
		fabriek.
		 
		Tussen de verschillende Polo's treft de bezoeker nog een Audi 50 aan. 
		Die is volgeplakt met 
		zegels. Tussen november 1986 en oktober 1987 toert de dan behoorlijk oude wagen door Zuid-Duitsland om geld bij elkaar te brengen voor 
		Aktion Sorgenkind. Mensen kunnen de zegels kopen en ze 
		vervolgens op de auto plakken. Achteraf blijkt, dat één van de eerste 
		Audi 50’s is gebruikt. Die had meteen het museum in gemoeten. Op deze 
		manier is dat dan toch nog gebeurd.  
  
	
		
		  | 
		
		  | 
	 
 
Een andere 
naam, maar onderdeel van de Polo-familie, de Volkswagen Derby. 
Experimenten om 
de luchtweerstand te verminderen. Designers zijn er niet aan te pas gekomen.   
 
De met zegels 
beplakte Audi 50 bleek achteraf één van de eerste gemaakte exemplaren.   
 
	
		
		  | 
	 
 
    
 
		
		Tweede generatie 
		De tweede generatie van de Polo (1981-1994, 1,7 miljoen exemplaren) is 
		een volledig eigen ontwikkeling. De Golf blijkt een kaskraker die veel 
		geld in het laatje brengt en de Polo heeft inmiddels een eigen 
		klantenkring opgebouwd. Er is dus behoefte aan een opvolger en er is 
		geld voor onderzoek en ontwikkeling. De vormgeving is nogal 
		uitgesproken, met een kaarsrechte achterkant. Niet iedereen weet dat te 
		waarderen. In 1982 komt er daarom een Coupé bij, goed voor een kwart van 
		de afzet. De variant met kofferbak houdt nog even de naam Derby.  
		De tweede modelserie is ruim vertegenwoordigd op de tentoonstelling. 
		Niet alleen is het prototype uit het depot gehaald, maar ook de eerste 
		die in mei 1990 in Mosel van de band liep, in de nieuwe fabriek in de 
		deelstaat Saksen in de voormalige DDR. De eerste maanden wordt daar ook 
		nog de Trabant met Volkswagenmotor gemaakt, maar door de val van de Muur 
		is daar al snel geen vraag meer naar.  
  
	
		
		  | 
	 
 
De eerste en 
tweede generatie naast elkaar, onderdeel uitmakend van de vaste museumcollectie. 
 
Het prototype 
wijkt slechts op details af van de definitieve versie.   
Voor wie de 
rechte achterkant niet beviel, bood Volkswagen de Polo Coupé aan.  
 
Links de eerste 
Polo die in Mosel (Saksen, voormalige DDR) van de band liep.   
  
		
		Buchmann 
		Vanaf 1986 verbouwt tuning-specialist BB (het bedrijf van Reiner Buchmann 
		uit Frankfurt) veertig Polo’s tot opvallende verschijningen. De 
		bedrijfsleiding in Wolfsburg moedigt het project vanuit promotioneel 
		oogpunt aan. Niet alleen het uiterlijk is aangepakt. Het standaard 
		instrumentenpaneel is vervangen door digitale klokken. De Recaro-sportstoelen zijn elektrisch verstelbaar, verwarmd en uitgevoerd 
		in een bijzondere leersoort. Dat materiaal komt terug op het dashboard. 
		In plaats van een gewoon radiootje is er een stereo-installatie met 
		twaalf luidsprekers. Dat alles heeft zijn prijs. De Polo BB kost 42.000 
		DM. Kennelijk zijn er liefhebbers voor, want ze worden allemaal 
		verkocht. De museumauto is het prototype van deze kleine serie.  
  
De Polo van de 
tweede generatie nadat die door BB onder handen is genomen..  
 
	
		
		  | 
	 
 
   
		
		Sprint 
		Minstens zo opvallend en technisch veel afwijkender is de Sprint, een 
		studie van Volkswagen zelf. De motor zit namelijk aan de achterkant, die 
		daarvoor is verlengd. Het is de watergekoelde boxermotor van de 
		Transporter. Tank en reservewiel zijn verhuisd naar de voorkant. De naam 
		Sprint is niet toevallig gekozen. De wagen heeft sportwagenallures met 
		een topsnelheid van 207 km/u. Wat zijn de beweegredenen? Kunnen de 
		ingenieurs uit Wolfsburg maar geen afscheid nemen van een motor 
		achterin? Het speciaal over de expositie uitgegeven gidsje geeft geen 
		antwoord.  
		Wat opvallendheid betreft gaat een blauwe cabriolet de strijd aan met 
		het rode gifkikkertje. Koetswerkbedrijf Dietrich uit Münster heeft het 
		dak van een tweede generatie Derby afgezaagd. Tegelijkertijd kreeg de 
		auto een nieuwe kunststof achterzijde. Ook het interieur is onder handen 
		genomen en het onderstel is duidelijk 
		aangepast. Anders dan de Golf Cabriolet van Karmann is er geen 
		rolbeugel. Mooi? Dacht het niet. Dat vinden veel mensen. Internet leert 
		dat het model op de tweedehandsmarkt weinig opbrengt. De auto is 
		omgebouwd in 1993, tien jaar nadat het 
		origineel uit de fabriek kwam. 
  
	
		
		  | 
	 
 
Volkswagens 
eigen model Sprint had de motor achterin!  
De benzinetank 
verhuisde naar de voorkant.  
Een tot 
cabriolet omgebouwde Derby met verlaagd onderstel. Mooi? Nou nee. 
		
		Derde generatie 
		Vertegenwoordiger van de derde generatie (1994-2001) is de allereerste 
		die van de band liep. Er zullen er dan nog 3,5 miljoen volgen. Het is 
		een vijfdeurs. Voor het eerst is er een Polo met achterdeuren. Verdere 
		uitbreidingen van het leveringsprogramma volgen in 1997: een sedan- en 
		stationcarversie. Nu is niet Audi, maar zusterbedrijf Seat te hulp 
		geschoten. Beide Polo's zijn namelijk afgeleid van de Seat Cordoba. De neus en 
		het kontje zijn Duits, het middendeel is Spaans.  
		Bij wijze van grap lanceert Volkswagen in 1995 een vierkleurige variant 
		van de vijfdeurs. Het lijkt wel of er gelakte onderdelen over waren 
		die bij elkaar zijn geraapt om er nog een auto van te maken. De 
		keuze van de delen is echter uitgekiend. Het publiek vindt het 
		idee geweldig en wil ook zo’n bonte auto. Volkswagen besluit duizend van 
		dergelijke Harlekins te maken.  
  
De eerste 
productieauto van de derde generatie is een vijfdeurs.  
 
De Harlekin 
begon als geintje en eindigde duizend keer als showroommodel. 
		
		GT en GTI 
		De tentoonstellingsmeesters willen graag laten zien dat de Polo op 
		sportief gebied een partijtje heeft meegeblazen, samen met grotere broer 
		Golf. In 1987 kun je dat blazen bijna letterlijk nemen. De G40 heeft een 
		motor met compressor voor extra vermogen. Acht jaar eerder was er al een 
		Polo GT, maar dat was louter uiterlijk vertoon. Met wat rode accenten op 
		de grille en bij de wielen - afgekeken van de Golf GTI - wordt 
		sportiviteit gesuggereerd. Onder de kap zit gewoon een standaard motor. 
		Pas bij de derde generatie komt de uitvoering die de beroemde letters GTI daadwerkelijk toekomt. De groei naar volwassenheid zet zich bij de 
		vierde en vijfde modelreeks voort. De jongste sportversie brengt het 
		maar liefst tot 192 pk, een top van 236 km/u en een acceleratie tot 
		honderd in 6,7 seconden. Wie had dat in 1975 gedacht?  
  
De Polo GT 
(links) was louter uiterlijk vertoon. De G40 een echte GTI. 
 
GTI van de 
derde en vijfde generatie.  
		
		EA 128 
		Na de Polo’s is het tijd voor een rondje door de rest van het museum. 
		Verreweg de meeste getoonde auto’s zijn bekend van voorgaande bezoeken: 
		de Kevers, de Transporters, de grotere luchtgekoelde modellen en 
		natuurlijk de Golf/Passat-generatie en hun nazaten. Omdat de beschikbare 
		ruimte niet groot genoeg is om de totale collectie te laten zien, wordt 
		er echter geregeld gewisseld. De aandacht gaat dus vooral uit naar de 
		auto’s die er vorige keren niet stonden. Boeiend zijn de prototypen en
		conceptcars, modellen die je nooit op straat hebt zien rijden. De 
		EA 128 bijvoorbeeld, waarbij EA de afkorting is van 
		Entwicklungsauftrag. Volkswagen start begin jaren zestig de 
		ontwikkeling van een auto voor het hogere deel van de markt. Amerika is 
		daarbij nadrukkelijk in het vizier. De Chevrolet Corvair is 
		inspiratiebron. De EA128 is een grote vierdeurs sedan met een tweeliter, 
		zescilinder boxermotor achterin. Acht prototypen worden gemaakt, 
		waaronder één stationcar. Duidelijk voor de Amerikaanse markt is de 
		combinatie van een voorstoel en een tweezits bankje. Verder vallen de 
		merkwaardige posities van de ruitenwissers op. Het potentiële 
		koperspubliek krijgt niet de kans een oordeel uit te spreken. Het 
		project eindigt voortijdig. Het model rest louter het lot van 
		museumstuk. Moet je er rouwig om zijn? Nee. De wereld is geen schoonheid 
		onthouden.  
  
	
		
		  | 
	 
 
De EA 128 stond 
er vorige keer niet. De auto werd ontwikkeld voor de Amerikaanse markt. 
 
Let op de 
merkwaardige montage van de ruitenwissers.   
Voorin naast de 
bestuurdersstoel nog een bankje voor twee personen.  
		De 
		zescilinder boxermotor zat achterin.  
		
		Auto 2000 
		Begin jaren tachtig bevordert de Duitse staat de ontwikkeling van 
		energiezuinige auto’s. Volkswagens antwoord is Auto 
		2000, nooit bedoeld als seriemodel, maar wel als kraamkamer van nieuwe 
		ideeën en toepassingen. De auto heeft een driecilinder direct 
		ingespoten turbo-dieselmotor met start-stop-voorziening. Vier technische 
		noviteiten die later toepassing vinden in seriemodellen. De luchtweerstandscoëfficiënt 
		van de carrosserie is met 0,25 bijzonder laag. De 
		gesloten neus zien we terug bij de Passat van 1988. 
		In de jaren 1988/89 vinden veel experimenten met elektronica plaats. Ze 
		zijn onderdeel van het onderzoeksmodel Futura, dat de snufjes 
		verpakt in een futuristisch model met uitneembare vleugeldeuren. 
		Met de EcoRacer uit 2005 willen de technici en ontwerpers bewijzen dat 
		sportiviteit en zuinigheid wel degelijk kunnen samengaan. De topsnelheid 
		is 230 km/u, de sprint naar 100 wordt in 6,3 seconden afgelegd en toch 
		is het verbruik maar 1 op 30. Dit is het resultaat van de combinatie van 
		een ultralichte auto met uitgekiende techniek. De 1 Liter auto uit 2002 
		is weliswaar nog zuiniger (1 op 100), maar deze sigaar op wielen heeft 
		slechts plek voor één persoon. In de even zuinige XL1 van een paar jaar 
		later kunnen er twee. In 2013 start de productie van een kleine serie 
		van 250 auto's.  
  
	
		
		  | 
		
		  | 
	 
 
Auto 2000, een 
door de Duitse overheid gestimuleerd project uit 1981.   
 
Een 
toekomstvisie uit 1989, de Futura met uitneembare vleugeldeuren.   
De voorruit 
loopt door tot in het dak. Andere merken zouden dit idee later overnemen (Opel, 
Citroën). 
De EcoRacer uit 
2005 combineert snelheid met zuinigheid.  
Wat vormgeving 
betreft had het model zó in productie kunnen gaan.   
Eén liter 
brandstof voor honderd kilometer. Het kan! Vervoer voor één of twee personen. 
 
		
		 
		Gemeengoed 
		Anno 2015 kun je constateren dat veel van de technische noviteiten 
		inmiddels gemeengoed zijn geworden. Komende jaren zal er nog veel meer 
		veranderen. De zichzelf parkerende auto is al realiteit en veel 
		deskundigen menen dat de chauffeur zich binnen afzienbare tijd ook niet 
		meer hoeft te bekommeren om het rijden. Overal ter wereld wordt 
		geëxperimenteerd. Die studiemodellen komen dan te zijner tijd misschien wel 
		in het museum te staan. Dat is eigenlijk veel interessanter dan het 
		verjaardagsfeestje van onze veertigjarige. Want zeg nou zelf: zo heel 
		spannend is de Polo niet. 
■  
  
		
		  
	
		| 
		   Meer 
		foto's van modellen in het Volkswagen-museum
		  | 
	 
 
		
		Voor meer historische 
		achtergronden over Volkswagen of informatie over hieronder 
		gepresenteerde modellen, zie de webpagina's die betrekking hebben op 
		eerdere bezoeken aan het Volkswagen-museum:   
		► 
		verslag van de reis naar Wolfsburg in 2004 
		
		► verslag van een bezoek in 2011 
		
		  
De bodemplaat 
van de Kever: het ruggengraatchassis, pendelassen en de motor achterin. 
Een Kever uit 
1943 toen die nog Kraft-durch-Freude-Auto heette. 
Het VW-logo 
heeft nog een tandwielomranding.    
Het interieur 
van deze oude Kever. 
Na de gedeelde 
achterruit kwam het ovale ruitje en later de grote achterruit.   
Het model 1966 
heeft een andere motorkap gekregen met onder meer een bredere 
nummerplaatverlichting.   
De cabriolet 
was een product van Karmann uit Osnabrück. 
Prototype voor 
een opvolger van de Kever. Het model werd niet doorontwikkeld. 
Schaalmodellen 
van andere voorstellen voor een Kever-opvolger.  
 
De Duitse 
wegenwacht gebruikte de Kever. De bereikbaarheid van de bergruimte is niet erg 
handig.  
Een Kever en 
Fridolin voor inzet bij de Deutsche Bundespost. 
De Fridolin 
combineerde elementen van verschillende modellen.  
Een goedkope 
Kever uit 1978 en de 20-miljoenste uit 1981. 
De Kever was in 
Mexico vele jaren lang populair als taxi.  
De in Brazilië 
gemaakte Kever (de Fusca) had onder meer andere velgen en een afwijkende 
motorkap.   
 
Een (echte) 
Kever van riet en een kunstwerk van hout. 
Een Kever van 
de allerlaatste serie, gemaakt in Mexico in 2003. 
De Schwimmwagen 
uit de oorlogsjaren en een 4x4 van net na de bevrijding. 
Volkswagen 
Kübelwagen, gebaseerd op de techniek van de Kever. 
Luxe coupés, 
gemaakt door gespecialiseerde bedrijven, op basis van een Kever-onderstel. 
Rometsch maakte 
deze bijzondere coupé.  
		Een 
		Dannenhauer & Stauss Kever-cabriolet. 
Ook de 
Volkswagen 181 was onderhuids een Kever.  
 
De Braziliaanse 
firma Puma maakte ook gebruik van VW-techniek.  
 
Karmann do 
Brasil produceerde in opdracht van Volkswagen de SP2.   
De folders 
waren al gedrukt toen de VW-directie besloot de 1500 Cabriolet toch niet in 
productie te nemen. 
Ook dit model 
tussen de Kever en de 1500 werd op het laatste moment afgeblazen. 
 
De machines 
verhuisden naar Brazilië. Daar kwam het model alsnog als Brasilia op de markt. 
 
Voorloper van 
de 411, maar nog niet met een schuine achterzijde.  
 
De van NSU 
overgenomen en als Volkswagen op de markt gebrachte K70. 
Deze opvolger 
van de 1600 werd afgewezen. Stijlelementen komen terug bij de latere Passat. 
 
Op de voorgrond 
het prototype 
van de 'grote' Karmann-Ghia. De vorm van het achterspatbord zou nog veranderen. 
Voorloper van 
de Golf, nog met een luchtgekoelde motor voorin. Het was een eigen VW-ontwerp. 
De Golf die 
zijn tijd te ver vooruit was: de Country, een SUV avant-la-lettre. 
Een Amerikaanse 
uitvoering van de Golf, herkenbaar aan de koplampen, bumpers en markeerlichten.
 
Een omgebouwde 
Golf voor rondleidingen door de fabriek. 
Een 
targa-variant van de Scirocco kwam ook niet verder dan het ontwikkelstadium.  
 
Het succes van 
de Golf GTI leidde tot het voorstel ook de Passat GTI uit te brengen. Dat 
gebeurde echter niet. 
De vierdeurs 
Passat heette lange tijd Santana en droeg bij aan de groei van VW in China. 
De Student, een 
studiemodel voor een kleine, goedkope Volkswagen.  
 
De Vario uit 
1990 is nooit bedoeld als serieproduct.   
De jaren 
zeventig waren de tijden van de experimentele veiligheidsauto's.  
 
Een 
zelfgebouwde auto, in 1976 gemaakt in de DDR op een onderstel van een Kever uit 
1949.   
Prototype van 
wat we nu de Transporter noemen, destijds aangeduid als het Type 2. 
Eén van de 
eerste productieversies van de Transporter. 
Tweemaal een 
VW-busje voor personenvervoer. Links een Zweedse versie. 
Een tot 
ziekenauto omgebouwde VW-bus. 
Ook de 
brandweer gebruikte Volkswagens. 
Prototype van 
een Transporter met vierwielaandrijving, voorloper van de Syncro. 
Tot in 2013 
werd de Transporter T2 in Brazilië doorgebouwd.  
Zo heeft de 
Touareg nooit in de Volkswagen-showroom gestaan! 
		
  
		
  
	
		| 
		 
		   | 
		
   
		
		
		
		Een stad in een stad die draait om auto's 
 
 Verslag van een reis naar Wolfsburg, bakermat 
van  
het Volkswagen-concern, met bezoek aan Autostadt,  
het ZeitHaus, de VW-fabrieken en het VW-museum. 
oktober 2004 - aanvulling april 2009   | 
		
		
  | 
	 
 
	
		
		
		  | 
		
		   
		
		
		
		Een nieuwe generatie dient 
		zich aan   
		  
		Bezoek aan Autostadt in 
		Wolfsburg en een  
		eerste kennismaking met de nieuwe wegen die 
		Volkswagen wil inslaan na alle schandalen.  
		
		oktober 
		2019 
		 | 
		
		
		  | 
	 
 
		  
		
  
  
		     |